Rekentaal
In een vorig blog schreef ik al over tellen en getallen in een kleutergroep, en gaf ik tips voor taalzwakke kleuters..
In dit blog ga ik dieper in op rekentaal. En dan vooral in combinatie met taalzwakke kleuters en prentenboeken.
Rekenen met prentenboeken is een bekend fenomeen. Je neemt een geschikt prentenboek en gaat er de wiskundige activiteiten aan koppelen.
Zelf werk ik het liefst in een combinatievorm van de rekenactiviteiten uit de kleuteruniversiteit-projecten (die ook een prentenboek als uitgangspunt hebben), of met voorbeelden en opdrachten uit het boek “met rekenogen gelezen”.
Dit combineer ik daarnaast graag met activiteiten uit de methode “speel je mee in Li La Land. In deze methode ga je uit van een handpop die een probleem aandraagt wat je vervolgens samen met de kinderen gaat onderzoeken. Lees hier meer over deze methode.
Standaard ga ik uit van een betekenisvolle context, een probleem of situatie vanuit een verhaal. Dit kan ook een zelf bedacht probleem zijn, wat ik met een visualiserend gesprek en een handpop of ander attribuut aan de kinderen voorleg.
Voorbeelden:
- Ik breng een fles mee die niet in de koelkast past maar waarvan de inhoud wel gekoeld moet worden. Hoe gaan we dit oplossen.
- Een handpop vind zichzelf te klein en is daar verdrietig over, “hoe lang zijn jullie eigenlijk” vraagt de handpop zich hardop af.
- Ik kom te laat binnen omdat ik te lang onder de douche heb gestaan, hierop volgend begin ik een gesprek en koppel hieraan een activiteit vast waarin we tijd gaan meten. Wat duurt er allemaal kort en wat duurt lang? Hoe meet je dat?
Leestip: Met rekenogen gelezen
Rekentaal en een TOS
In mijn kleutergroep op het cluster 2 onderwijs zitten kinderen waarbij meestal een flinke stoornis aanwezig is op de taaldomeinen : taalgebruik en taalinhoud.
Taalgebruik is de toepassing van taal in verschillende situaties. Met een stoornis binnen dit domein heb je ontzettend veel problemen met het doorgronden van een verhaal, een context of met informatie halen uit een tekst. Wat bedoelen ze precies, over wie of wat gaat het en wat is precies het probleem. wat wordt er gevraagd?
Daarnaast hebben leerlingen met een TOS heel vaak problemen met de taalinhoud, dit is onder meer de woordenschat.
De woordenschat is klein of oppervlakkig . Ze kennen van een woord wel het label maar niet het concept eronder. In rekentaal zitten vaak veel abstracte woorden zoals bijvoorbeeld centimeter, lengte, dikte, afmeting of afstand. Wanneer je deze woorden moet leren, heb je kennis nodig van het concept eronder. Kennis van het woordcluster meten kan je dan een flink eind op weg helpen.
Je gebruikt bij rekentaal ook vaak woorden die belangrijk zijn voor het begrip, verwijswoorden of bepaalde aanwijzende voornaamwoorden zoals eerste, laatste, volgende, vooraan, daarachter, daarna, ervoor.
Allemaal woorden die zonder een betekenisvolle context niet te volgen zijn voor kleuters, en zeker niet voor kleuters met een TOS.
Het is soms voor de hand liggend om dan het taalaanbod te versimpelen, maar wanneer je die specifieke rekentaal niet aanbiedt, zal het nooit eigen worden. Juist taalzwakke kinderen moeten extra aanbod krijgen, ook in die lastigere taalcategorie.
Belangrijk is het om al je rekentaal te visualiseren met gebaren, picto’s of materiaal.
Gebruik bijvoorbeeld voor de vaste rekendomeinen vaste handpoppen zoals de meetmol (meten), de langzame slak (tijd), de fotovogel (ruimtelijk inzicht), stip het lievenheersbeest (tellen en getallen), enz.
Leestip: spelend rekenen
Wanneer je gebaren gebruikt, zorg dan dat daar consistentie in zit. Gebruik de vaste , bijbehorende gebaren vanuit de NmG.
Gebruik ook vaste picto’s voor die vervelende aanwijswoorden die zo lastig zijn om te onthouden. Op de site van sclera.be kun je hiervoor heel makkelijk picto’s vinden.
Onderzoek
Uit onderzoek van de NRO rondom prentenboeken en rekenen-wiskunde bij kleuters blijkt dat kinderen die een voorleesprogramma volgden maar liefst 22% meer vooruitgang boekten dan de controlegroepen die het standaardprogramma volgden voor rekenen-wiskunde.
In het onderzoek was het uitgangspunt ‘Laat het boek zijn werk doen’. Ga uit van de kracht van het prentenboek. De kleuteronderwijzer neemt enkel een onderzoekende houding en overlaadt het kind niet met vragen ter controle om na te gaan of het kind alles begrepen heeft. Op een informele manier laat het prentenboek de kinderen nadenken over reken-wiskundige inhouden en plaatst het leerinhouden in een betekenisvolle context.
Leestip: Rekenen met prentenboeken
Rekenknobbeltassen
Op de site van Kleutergewijsvond ik een interessant artikel van Lotte Rommelaere. Zij maakte een eindwerk over wiskunde dat erg positief ontvangen werd door studenten en collega’s.
De rekenknobbeltas: Een creatieve werkvorm om op een speelse manier aan wiskundige tussendoortjes te werken.
Zij schrijft:
Een rekenknobbeltas is vergelijkbaar met een verteltas maar de focus ligt hier meer op de wiskundige denkontwikkeling i.p.v. op de taalontwikkeling. Net zoals bij de verteltas vertrekt de rekenknobbeltas vanuit een goed prentenboek dat aan de kleuters wordt voorgelezen. Dit prentenboek sluit aan bij een bepaald thema.
In het artikel op de site Kleutergewijs vind je een gratis download naar een voorbeeld van de inhoud van een van deze tassen.
Zelf lijken deze tassen mij een welkome aanvulling om mee naar huis te geven. Zo kunnen ouders thuis ook eens anders aan de slag met een prentenboek.
De tijd ontbreekt mij echter om hiermee actief aan de slag te gaan helaas.
Conclusie
Rekentaal is dus echt iets om rekening mee te houden in een kleutergroep. Het stopt immers niet bij tellen en getallen.
Het werken met verhalen en boeken, in combinatie met materialen en visuele ondersteuning kan flinke voorsprong geven aan kinderen waarbij de taal niet het sterkste punt is.
Daarom hieronder nog eens in het kort alle tips op een rijtje.
5 tips voor rekentaal met taalzwakke kinderen
- Start je wiskundige activiteit altijd vanuit een betekenisvolle situatie of een prentenboek, zodat er vanuit de kinderen een natuurlijke nieuwsgierigheid en ontdekkingstocht ontstaat.
- Gebruik rijke rekentaal en visualiseer hierbij altijd met materiaal.
- Ondersteun de rekentaal met vaste gebaren vanuit de NmG.
- Gebruik picto’s voor aanwijswoorden en abstracte rekenwoorden die zo lastig zijn om te onthouden.
- Zorg altijd dat de nieuwsgierigheid en het onderzoekende karakter van kleuters wordt geprikkeld.
Wat doe jij met rekentaal in jouw klas?
0 reacties