Consolideren, wat is dat eigenlijk?
Het is het oefenen en herhalen van de aangeboden woorden met als doel te woorden te verankeren in het netwerk van het brein van jouw leerlingen.
Woordenschat is namelijk niet iets wat altijd vanzelf komt. Woordenschat is een belangrijk taalonderdeel wat je kunt ontwikkelen. E
en goede woordenschat is noodzakelijk voor begrijpend luisteren en lezen in onze talige maatschappij.
Woorden leren, hoe gaat dat?
Ieder woord wat aangeboden wordt aan je brein is een label (= het woord).
Bij ieder label leer je een concept (=betekenis van het woord).
Dit samen leer je vervolgens categoriseren en plaatsen in een uitgebreid netwerk.
Hoe uitgebreider je netwerk, hoe beter je taal kunt begrijpen en gebruiken.
Het is dus van groot belang dat woordenschat wordt ontwikkeld vanaf jonge leeftijd.

Kinderen hebben een basiswoordenschat nodig van ca 6000 woorden om vanaf dat punt zelfstandig en redelijk moeiteloos hun taal- en leesvaardigheid te laten groeien.
De rode lijn toont de optimale situatie. Kinderen komen met een goede basis de school binnen, bereiken het kantelmoment naar snelle groei rond hun 8e jaar (groep 4) en verrijken hun woordenschat daarna snel doordat ze goed en steeds beter gaan lezen.De groene lijn laat zien wat er gebeurt als een kind al met achterstand binnen komt.
De reguliere onderwijsmethodes zijn vaak niet voldoende om die achterstand op tijd weg te werken. Deze kinderen bereiken het kantelpunt pas op latere leeftijd en de groei naar beter lezen en meer woordenschat blijft ook daarna achter op de rest.
Kortom, deze kinderen halen hun schade bijna niet meer in.
Bron: Powerpoint van Martha Augusta Geerts
via Bibliotheek op school.nl
De reguliere methodes zijn gewoonweg niet voldoende. Deze kinderen moeten echt een gestructureerd aanvullend woordenschat aanbod hebben van +- 70 woorden per week om een kans te maken om aan te haken op de reguliere basisschool. De schade is in te halen maar daar moet echt goed onderwijs aan te pas komen.
Aurora Smit de Groot, leerkracht onderbouw op Neveninstroomproject de Globe in Vlaardingen.
Een gestructureerd taalbad dus!
Maar hoe doe je dat op een goede en doordachte manier?
Gebruik de viertakt van Verhallen
De viertakt is een aanpak om woorden aan te bieden en hiermee de woordenschat te ontwikkelen.
Deze komt voort uit de onderzoeken en de daarop gebaseerde boeken “met woorden in de weer” geschreven door Dirkje van der Nulft en Marianne Verhallen. Zij zijn tevens de ontwikkelaars van de methode LOGO3000.
Over de viertakt voor het woordenschatonderwijs schreef ik al eerder een artikel, lees hier de stappen uitgebreider beschreven.
De viertakt in het kort:
- Voorbewerken
- Semantiseren (met de vier ui-tjes: uitbreiden, uitleggen, uitbeelden en uitspreken)
- Consolideren
- Controleren

1. Voorbewerken
Bij de voorbewerking gaat het erom leerlingen te motiveren voor het aan te leren woord, creer betrokkenheid en aandacht, verzin een pakkende start.
2. semantiseren
Je gaat uitbreiden, uitleggen, uitbeelden en uitspreken.
Snel semantiseren
Dit is het verduidelijken van de betekenis van het woord. Je kunt dit doen door te labelen, snel een woord toevoegen aan een voorwerp of plaatje. “Kijk dit is een bal” maar je kunt nieuwe woorden ook uitgebreider semantiseren met de drie uit-tjes. Bij kleuters doe je dit vaak tussendoor.
Uitgebreid semantiseren
Dit doe je bij de woorden die echt nieuw of belangrijk zijn voor een tekst, begrip van een thema of boek.
Je wilt een nieuw label met bijbehorend concept bieden aan de leerling en je wilt het woord plaatsen in het juiste netwerk van de kinderen.
Dit doe je door uitbeelden, uitleggen en uitbreiden tijdens jouw ” 2 minutes of fame”.
Jij bent 2 minuten alleen aan het woord, zo ontstaat er geen kans dat kinderen concepten of labels gaan noemen die niet ter zake doende zijn.
Kinderen met een zwakker taalgevoel kunnen hierdoor niet het verkeerde concept opslaan.
De vierde ui van uitspreken, die voegen wij in het cluster 2 onderwijs altijd toe. De juiste uitspraak van een woord, zeker met moeilijke klankclusters is erg belangrijk.
Om woorden en hun betekenis visueel te maken wordt gebruik gemaakt van grafische modellen:
- De woordparachute(categorieen)
- De woordspin (associaties)
- De woordkast (tegenstellingen)
- De woordtrap (vergelijkingenDownloads hiervoor vind je op mijn Yurlspagina woordenschat in het onderwijs
3. Consolideren
In deze fase ga je oefenen en heel veel herhalen. Dit doe je met spelletjes, drama, liedjes en versjes. Maar ook met puzzels, omschrijvingen en kritisch luisteren of kijken naar een woord. Omdat dit heel vaak door de dag heen moet gebeuren zijn hiervoor veel spelvormen erg belangrijk.
Hert is bewezen dat een leerling een woord minimaal 7 keer moet horen, bij taalzwakke kinderen kun je dit met gemak verviervoudigen!
Het woord moet in een netwerk komen en al die netwerken worden langzaam maar zeker met elkaar verbonden.
Voor dit consolideren zijn spelvormen erg belangrijk. Al die momenten tussendoor, dat je even tijd over hebt, bij leswisselingen in de hogere groepen of veranderingen van activiteit in de onderbouw zijn ideaal om snel even te consolideren vanaf de woordmuur.
4. controleren
Ook dit kan door middel van spelvormen. Dit heeft mijn voorkeur in de onderbouw, maar je kunt natuurlijk ook door middel van methodische testen of toetsen controleren.
Zie je bij het controleren dat een woord er niet helemaal is blijven hangen, ga dan terug naar de fase van consolideren of semantiseren, bekijk per keer wat nodig is.
Gratis download met 48 spelvormen
Speciaal voor het consolideren heb ik een 48 spelvormen van het internet gehaald en op papier bij elkaar gezet.
Het is een samenvoeging van meerdere bronnen. Deze spelvormen heb ik in een tabel gezet zodat je ze makkelijk kunt lamineren en tot kaartjes kunt snijden.
Stop de kaartjes in een klein doosje en zet dit op je bureau in het zicht of stop ze in een leuke grabbelpot. Laat de kinderen een kaartje grabbelen of kies er zelf een en vul die tussendoormomenten met een consolideeroefening.
Deze spelvormen zijn ook heel goed te gebruiken bij het controleren.
Download hier de 48 spelvormen voor consolideren.
In een ander artikel meer over de woordenmuur, het waarom en het gebruik ervan in je klas.
Bedankt voor de lijst met consolideerspelletjes! Scheelt mij een hoop werk.
Graag gedaan! 🙂
Hoi Marita,
ik heb de woordspelletjes gedownload alleen niet alles is mij duidelijk wat ermee bedoeld wordt. Heb je ook ergens een beschrijving van deze spelletjes?
Hoi Anneloes, ik heb een nieuwe download gemaakt met meer uitleg erbij. Waarschijnlijk is dit duidelijker.
Bedankt.
Controleer even de speling. Staan fouten in.
Beste Marita,
Bedankt voor je handige artikel over de woordenschat! Ik heb een aantal keren geprobeerd om de consolideer spelletjes te downloaden, echter lukt mij dit niet. Als ik op de download klik gebeurt er niets. Weet jij misschien hoe ik dit bestand alsnog kan openen?
Ik zal het meteen even bekijken en aanpassen!
Beste Marita,
Heel erg bedankt, ik kan het bestand openen, er staan super leuke werkvormen bij!
Hoe werkt het
kan ik er zomaar in
Weerwoord is inderdaad gratis!
hoi Marita,
Ik doe mijn profielwerkstuk over de woordenschatontwikkeling van kinderen en ik vroeg mij af uit welk onderzoekt blijkt dat kinderen een woord eerst 7 keer moeten horen.
Hallo Tom, op de site van wij-leren.nl vind je diverse artikelen die dit bevestigen. Vanuit VERHALLEN en P. Filipijnse wordt dit ook benoemd. Bekijk ook het artikel https://wij-leren.nl/woordenschat-ict.php
Hi,
Mijn profielwerkstuk gaat over hetzelfde onderwerp (woordenschatontwikkeling), waarbij de leerkracht rekening kan houden met de verschillen van de kinderen (differentiatie).
Enige tips/ideeen of leuke spelletjes waarbij differentiatie kan worden toegepast bij het aanleren en toepassen van de woorden?
Hallp Kimberley,
Hiervoor zou ik bij de 48 spelvormen voor consolidatie gaan bedenken wat er mogelijk is in combinatie met coöperatieve weerkvormen. Bedenk werkvormen waarbij je elke leerling aan het woord laat komen of juist per werkvorm andere woorden laat gebruiken. Je kunt ook synoniemen of spreekwoorden met een relatie tot het woord/thema vragen. Hiermee kun je met wat creativiteit tegemoet komen aan verschillen binnen je groep.