TOS en computational thinking, hoe dan?
TOS en computational thinking, hoe dan?
3 groepen en een uitdaging
In december 2020 kwam Suzanne Maas van educatiefontwerp.nl bij mij in Breda op de Cluster 2 school De Spreekhoorn.
Zij kwam daar op een vrijdagmorgen op bezoek om aan drie groepen een workshop te geven rondom programmeren. Nu hoor ik je misschien denken, dat is toch niet zo bijzonder?
Toch wel, omdat dit leerlingen zijn met een taalontwikkelingsstoornis,. is programmeren en instructie geven een extra uitdaging.
In dit blog vertel ik je hoe we dit hebben aangepakt en hoe de leerlingen hebben gereageerd.
Wie is Suzanne Maas?
Je hebt op deze website al vaker een artikel kunnen vinden over Suzanne en de materialen die ze heeft ontwikkeld. Suzanne Maas is leerkracht op een basisschool in Delft en ontwerpt en ontwikkelt daarnaast ICT gerelateerd lesmateriaal voor het basisonderwijs.
Naast het ontwikkelen van lesmateriaal verzorgt ze ook workshops ICT voor leerlingen en leerkrachten. Sinds februari 2021 heeft ze haar eigen website online gezet www.educatiefontwerp.nl
Op haar nieuwe website vind je Bee-bot lesmateriaal zoals speciale matten, Ozobot lesmateriaal zoals een luchthavenmat en een Ozobot wereldspel, Pro-Bot opdrachtkaarten en bijvoorbeeld een kwartetspel Robotica.
Een aantal van deze materialen had ze natuurlijk meegebracht naar Breda.
Naast deze materialen kun je op haar website ook lezen welke workshops, practica of lessen je kunt verwachten van Suzanne. Ze ontwerpt namelijk niet alleen lesmateriaal, maar verzorgt ook workshops, ICT-practica voor leerlingen en lessen digitale geletterdheid op scholen.
Naast de producten die zij op eigen initiatief heeft ontworpen, heeft ze ook diverse ontwerpen gemaakt in opdracht zoals een leskoffer Robotica, Digi-doeners en een techniekkoffer voor kleuters.
Mocht je meer interesse hebben? Je kunt haar benaderen via de knop onderaan dit blog, als je meer wilt weten over de inzet van digitale geletterdheid in het basisonderwijs.
De mogelijkheden van deze producten met de doelgroep TOS leerlingen
In een eerder artikel omschreef ik al de vele mogelijkheden van de Bee-bot en de Blue-bot voor bij de kleuters.
Ook beschreef ik daar 10 tips voor gebruik van de Bee-bot in de klas. Klik hier voor het artikel.
Op deze ochtend waren er echter geen kleuters aanwezig maar een groep 4, groep 6 en groep 8.
Deze groepen zijn zeer divers qua samenstelling. Door hun taalontwikkelingsstoornis zijn er veel niveauverschillen per groep en is het instructiebegrip zwak door een kleine woordenschat en een zwakke taalverwerking. Dus hoe ga je dan aan de slag met programmeren? Wat toch een behoorlijk taal-denk-niveau aanspreekt?
Daar bleek al snel het visuele aspect een grote rol te spelen. Leerlingen met een TOS zijn vaak visueel sterker. De materialen van Suzanne spraken dan ook meteen erg aan.
Speciale matten voor de bots
Allereerst had Suzanne haar speciale matten en de rekenroutes voor de Bee-bot en de Blue-bot mee gebracht
In mijn vorige artikel beschreef ik al een paar van die speciale matten die Suzanne heeft ontwikkeld.
Naast de speciale matten bracht ze ook andere materialen mee voor de bovenbouw.
Ik bespreek ze hieronder stuk voor stuk.
De stadsplattegrondmat
Op deze mat zie je een stadsplattegrond met eroverheen een matrix. Op de mat staan voor kinderen herkenbare figuren, symbolen en logo’s.
Door de matrix geeft deze mat heel veel extra mogelijkheden. Bijgeleverd is ook een set met 34 opdrachtkaarten.
De mat voor de Bee-bot met de stadsplattegrond werd meteen in gebruik genomen door de leerlingen, alleen dan wel als praatplaat. Ze vertelden elkaar wat ze allemaal zagen en gingen elkaar opdrachten geven waar ze de Bee-bot naartoe moesten rijden.
De opdrachtkaarten die Suzanne heeft ontwikkeld bij deze mat waren een stukje lastiger. Hierbij was de directe instructie van een leerkracht nodig. Het lezen van de kaart, de denkstappen die het vereist om hier een opdracht uit te halen en tot de juiste actie over te gaan, dat kostte sommige leerlingen nog flink wat moeite. Tegelijk was dit natuurlijk een heel mooi moment om de innerlijke taal en bijbehorende denkstappen te oefenen. Groep 8 was hier al duidelijk beter in dan groep 4.
De mat met de rekenroutes
Dit was een grote uitdaging voor alle groepen. In haar materialenkoffer had Suzanne routes met verschillende niveaus meegebracht, en we hadden vooraf gekozen voor de route die over het tiental ging tot 21. De leerlingen van groep 8 zagen hier zeker een uitdaging in.
Je kon dan ook meteen zien wie zeker van zichzelf was op rekengebied. De overige leerlingen hadden echt een duwtje in de goede richting nodig om hiermee aan de slag te gaan.
De bedoeling van zo’n rekenroute is dat je begint bij start en vervolgens door logisch denken de juiste route aflegt. Voor een aantal leerlingen een flinke uitdaging, maar ook zeker een hele goede oefening in rekentaal en hoeveelheidsbegrippen.
Al met al zeker een goede oefening, maar wel een breinkraker voor sommigen.
De Pro-Bot en de opdrachtkaarten
Suzanne schrijft op haar website het volgende:
De Pro-bot is de opvolger van de Blue-Bot. Deze robot is zowel op het apparaat als via de tablet te programmeren. Het leuke is dat je zowel de rijafstand als de draaihoek kunt instellen. En dat je aan de bovenzijde een stift kunt insteken, zodat de robot zijn eigen gereden route tekent. Deze robot is hierdoor erg bruikbaar om (geometrische) figuren mee te maken en te oefenen. Hierbij leren de leerlingen omgaan met wiskundige begrippen als afstand, draaihoek, type hoeken en namen van geometrische figuren. Daarnaast trainen ze het stapsgewijs denken, door het gebruik van algoritmes.
De opdrachtkaarten bevatten een doordachte opbouw qua moeilijkheidsgraad. Van het programmeren van een eenvoudig vierkant, via driehoeken, een parallellogram, naar vijfhoeken, sterfiguren, etc.
De leerlingen gingen fanatiek aan de slag met de Pro-bot. Het strepen trekken, het maken van een vierkant en een driehoek vonden ze magisch om te doen. Maar de iets lastigere opdrachtkaarten werden al snel omzeild en er kwamen vooral figuren op het papier die ze zelf hadden bedacht. Het programmeren van de Pro-bot met behulp van de kaart was vaak iets te lastig. Aangezien dit de eerste keer was dat deze leerlingen hiermee aan de slag gingen, was dat natuurlijk niet verwonderlijk. Met behulp van Suzanne en de leerkracht kwamen een aantal leerlingen daarna toch nog verder dan ze zelf eerst hadden bedacht. Een aantal andere leerlingen hebben we laten experimenteren met de Pro-bot. “Laat maar eens zien wat je hiermee kunt tekenen!”
Dit gaf veel enthousiasme en een paar verrassende resultaten.
De Ozo-bot en het vliegveld
Naast de matten voor de Bee-bot en de Blue-bot heeft Suzanne ook matten ontwikkeld voor de Ozo-bot. Bij deze workshop had ze de mat met het vliegveld meegebracht. Voor deze matten heb je een Ozo-bot nodig. Een kleine robot die reageert op kleurcodes waar hij overheen rijdt.
De leerlingen kregen na een korte uitleg een aantal stickers om hun Ozo-bot over het parcours te laten rijden en zo te ontdekken wat de mogelijkheden zijn van dit kleine botje. De reacties waren voorspelbaar. Van “wat schattig tot grappig, zo’n kleintje”.
Met de extra puzzelstukken konden de leerlingen zelf een route leggen voor de Ozo-bot.
De Ozo-bot sprak meteen alle leerlingen aan. Het gebruik van kleurcodes en simpele bijhorende commando’s was erg overzichtelijk en daardoor werd de Ozo-bot snel favoriet. Het werken met de puzzelstukken kwam minder uit de verf, vooral door tijdgebrek en deels door onervarenheid. De leerlingen hebben hier echt meer oefening en directe instructie met voorbeelden voor nodig, om dit op een creatieve manier in te zetten.
Aan de slag met Bloxels
Bloxels is een soort augmented reality-versie van het bekende Ministeck.
Gekleurde blokjes worden op een raster geplaatst om met de hand een level te bouwen, vol platforms en vijanden om te verslaan. Met de Bloxels-app wordt er een foto van gemaakt, waarna een virtuele versie van de creatie op een tablet gespeeld kan worden.
Via de webshop van ICT-Leskisten is dit materiaal te bestellen.
Volop enthousiasme
Dit was echt wel de hit van de workshop. Het werken met de blokjes en het resultaat was in een kwartier haalbaar en de reacties waren dan ook superenthousiast
“Wauw, ik heb mijn eigen videogame gemaakt! “
Tijdens het creëren van het ontwerp kwam er veel samenwerking en overleg aan te pas wat mooie taalmomenten opleverde. In alle opzichten een hit dus.
“Gaan wij dit ook in de klas krijgen juf?”
Evaluatie van de workshops
De leerlingen hebben een heerlijke ochtend gehad met veel mooie uitdagingen waarin werd overlegd, werd nagedacht en werd ontworpen. Alles leverde prachtige taalmomenten op en vooral veel enthousiasme bij zowel leerlingen als leekrachten.
Deze TOS leerlingen lieten wel weer duidelijk zien dat programmeren veel innerlijke (reken)taal vraagt en dat is voor sommigen een flinke uitdaging. Door het gebruiken van deze aansprekende en motiverende materialen heb je hiervoor natuurlijk wel een mooie ingang gevonden.
De meeste opdrachtkaarten waren voor veel leerlingen nu nog te moeilijk, maar wanneer je het werken met deze materialen als vast onderdeel toevoegt aan je lesplan ben ik ervan overtuigd dat oefening zeker gaat lonen.
Het gebruik van kleurcodes en het ontwerpen van een videogame met de materialen van Bloxels sprak meteen de sterke kanten aan van de leerlingen, en dat was duidelijk terug te zien in het enthousiasme.
Mijn conclusie is dan ook: start met computational thinking!
TIP:
Gebruik materialen die aanspreken, en passend zijn voor je doelgroep.
Probeer hiervoor materialen uit door leskoffers of ICT kisten te huren of workshops te organiseren, zodat je geen dingen aanschaft die later in een kast verdwijnen.
En tot slot:
Geef computational thinking een vaste plek op je rooster zodat leerlingen het zich eigen kunnen maken en hierin hun talenten kunnen gaan ontdekken.
Weet je niet hoe? Neem dan eens een kijkje op de site van Futurenl en de Digi-doeners en de site van Educatiefontwerp