Een nieuw schooljaar komt eraan! Met tips voor TOS leerlingen

Een nieuw schooljaar komt eraan! Met tips voor TOS leerlingen

Een nieuw schooljaar, wat doe ik met die verloren 5 minuten?

 

Een nieuw schooljaar en een nieuwe groep leerlingen. Daar komt altijd van alles bij kijken, de inrichting van je groep, de verdeling van de leerlingen , de voorbereidingen in de diverse methodes en zeker ook de voorbereiding voor alle tussendoor momenten, het klassenmanagement dus. Meer lezen over klassenmanagement, thema’s en tips voor checklisten, lees dan hier verder.

Vermijd verveling

In het begin is alles voor alle leerlingen nieuw. Er zijn veel leerlingen met vragen die je persoonlijk wil beantwoorden, je wilt aandacht geven aan iedereen, zonder dat er leerlingen zich gaan zitten vervelen.

Want geloof mij, alle leerlingen willen echt gewoon lekker aan de slag in hun nieuwe klas met hun nieuwe juf of meester.

Digitale mogelijkheden

Ben je de gelukkige eigenaar van een digitale leeromgeving voor jouw leerlingen?
Dan zijn er veel mogelijkheden zoals werken met vastgezette apps, wanneer je iPads gebruikt. Werken in een digitale leeromgeving, zoals de werelden van Gynzy. Echter, dit kan alleen wanneer je dit ook voor jouw groep voorhanden hebt.
Diverse methodes bieden extra materiaal, maar…..

Wat als je geen digitale mogelijkheden hebt in jouw groep?

Dan komen de ouderwetse werkbladen handig van pas. Je kunt de leerlingen even gericht en zelfstandig hierin laten werken.
Geen werkboekjes van de methode maar boekjes met een algemenere inhoud. Handig voor die verloren 5 minuten.
Maar waar vind je die zo snel, je hebt ook geen zin om het hele internet af te struinen voor een paar pagina’s.

Yurls biedt uitkomst

Binnen de yurls omgeving vind je complete pagina’s vol met werkboekjes, gerangschikt per leerjaar en zelfs per thema of jaargetijde.
Om het jou gemakkelijk te maken heb ik op mijn startpagina’s per bouw deze links voor jou klaargezet, doe er je voordeel mee.

Klik hieronder op de betreffende knop om rechtstreeks naar deze pagina’s te gaan.

 

Kleuterbouw

Klik hier voor de Yurls-startpagina van de kleuterbouw o.a. de link naar het rustboekje, maar ook meer handige tips en links.

groep 3-4

Klik hier voor de Yurls-startpagina van de onderbouw met o.a. de link naar de diverse werkboekjes en meer.

Bovenbouw

Klik hier voor de Yurls-startpagina van de bovenbouw met o.a. de link naar de diverse werkboekjes, webpaden en meer.

Rustboekjes

Wist je dat je op Yurls ook rustboekjes kunt vinden?
Sommige leerlingen vinden het nieuwe schooljaar stressvol en zelfs bedreigend. Dan zijn rustboekjes soms een goed alternatief voor werkboekjes. Rustboekjes zijn boekjes met rustgevende kleurplaten voor kinderen die zich even willen terugtrekken of die even wat rust nodig hebben. Denk aan kinderen met een TOS, alle auditieve informatie die op ze afkomt kan erg veel en overweldigend zijn.
Rustboekjes zijn ook geschikt voor oudere kleuters natuurlijk. Hoewel lekker rustig spelen en ontdekken van het lokaal en alle materialen natuurlijk  bij deze groep voorop moet staan.

Hier vind je een complete pagina vol diverse rustboekjes voor alle leeftijden.

Meer lezen over TOS?

Bekijk hier mijn artikelen tot nu toe of doorzoek deze site op het trefwoord TOS.

Heb jij TOS leerlingen in jouw groep?

Leerlingen met een TOS hebben het extra lastig aan het begin van een schooljaar. Alle nieuwe dingen, nieuwe regels en nieuwe vriendjes of vriendinnetjes zijn spannend. Door hun Taalontwikkelingsstoornis hebben vaak moeite met de auditieve verwerking van taal. Dit betekent dat ze al die nieuwe informatie die ze krijgen erg lastig vinden om te verwerken.

Een TOS? Stel jezelf eens voor….

Stel jezelf voor dat je als nieuwkomer in een vreemd land waarvan je de taal nog maar amper kent, een college moet bijwonen.
Je zou het dan ook heerlijk vinden wanneer een  spreker niet te snel praat, je veel dingen laat zien en wanneer je  dingen op je gemak nog eens te kunt bekijken of bij iemand iets na kunt vragen die dicht bij je zit.
Kinderen met een TOS ervaren de gesproken taal vaak als een grote brij van woorden waarin ze moeilijk onderscheid horen tussen woorden, klanken of zinnen en waarvan ze ook niet voldoende woorden begrijpen door een zwakke woordenschat..
Hierdoor kan opvallend gedrag ontstaan zoals terugtrekken, wegdromen of externaliserend gedrag zoals frustratie of woede. Begrijpelijk toch?

5 Tips voor TOS leerlingen in het nieuwe schooljaar

Met deze 5 tips kun je deze (en andere) leerlingen al een flink eind tegemoet komen.
(Want niet alleen TOS leerlingen zijn hierbij gebaat.)

  • Visualiseer zoveel mogelijk, ten eerste de regels van de klas, maak er een overzicht van en hang dit op een  zichtbare plek.
  • Geef de Tos leerling een maatje waar hij of zij bij mag afkijken. Laat hem visueel een voorbeeld volgen.
  • Zorg dat deze leerling een goed zicht heeft op de leerkracht/spreker en praat altijd met je gezicht naar hem toe.
  • Geef de leerling denktijd bij vragen. Een leerling met TOS doet er echt langer over om zijn gedachten te formuleren in een antwoord, blijf dus even langer hangen of laat hem/haar het antwoord verduidelijken met aanwijzen/gebaren/enz.
  • Spreek de leerling regelmatig persoonlijk aan zodat die zich gehoord en gezien voelt.  Verbeter geen uitspraak maar geef ze terug en vul ze aan volgens de VAT prinicipes. Lees hier meer over de VAT principes.

 

 

Ben jij klaar voor het nieuwe schooljaar?

Filosoferen met praatplaatjes

Filosoferen met praatplaatjes


Filosoferen met kinderen, kan dat?

Filosoferen wordt vaak in combinatie gebruikt met volwassenenen. Praten over diepgaande onderwerpen, moeilijke vragen stellen en doordenken over thema’s.
Met kinderen kun je dit ook doen
Filosoferen is dan bijvoorbeeld praten met kinderen over abstracte thema’s als:

  • “Van wat wordt je het meest gelukkig?”
  • “Met wie zou je vrienden willen zijn?”
  • “Kun je alles kopen?”

Zoals  jullie begrijpen doet dit een groot beroep op je taal-denk-vermogen.
Het nadenken over taal, het begrijpen van de vragen en het doordenken naar aanleiding van de antwoorden van anderen, vraagt enorm veel van dit taal-denk-vermogen.

Wat voor taaldomeinen worden aangesproken bij filosoferen?

 

De spraaktaalontwikkeling wordt opgedeeld in drie taaldomeinen:

  1. Taalvorm
    Dit is de spraakproductie, het produceren en verwerken van klanken, woorden en zinnen.
  2. Taalinhoud
    Dit is de woordenschat en en het leggen van verbanden tussen woorden en het begrijpen en vertellen van verhalen.
  3. Taalgebruik
    Dit is het voeren van gesprekken, het gebruiken van taal in de juiste situaties, met het juiste doel en de afstemming in de communicatie op de gesprekspartner.

Filosoferen doet een beroep op al deze bovenstaande taaldomeinen.

  • Je hebt een goed ontwikkelde taalvorm nodig om alle woorden, zinnen met hun vervoegingen en verbuigingen correct uit te spreken.
  • Je hebt bepaalde inhoud nodig, een bepaalde woordenschat om jezelf te verwoorden. Je moet verbanden kunnen leggen tussen woorden en zinnen.
  • Je moet een goed ontwikkeld gevoel hebben voor taalgebruik, immers je moet weten hoe je dingen kunt zeggen, rekening houden met je gesprekspartner en de juiste taal op jet juiste moment kunnen gebruiken.

Bij filosoferen voer je allereerst gesprekken!
Wanneer je het zo op een rijtje ziet, denk je niet meteen aan filosoferen met kleuters, en zeker niet met taalzwakke kleuters of kleuters met een TOS?
Toch kan dit heel goed gedaan worden met de praatplaatjes van de Filosofiejuf!

 

Een gesprek voeren met een TOS?

Leerlingen met een TOS hebben weten niet hoe ze een gesprek met een ander moeten beginnen en voeren. Tijdens een gesprek kunnen ze vaak van de hak op de tak springen, te veel praten, herhalen wat de ander zegt en geen onderscheid maken maken tegen wie ze praten.  Het is daarom een logisch gevolg dat ze door slechte ervaringen vaak een gesprek gaan ontwijken.

Maar kinderen met een TOS hebben juist die extra oefening nodig. Juist omdat ze dit van nature niet uit zich zelf ontwikkelen zullen wij als leerkrachten, ondersteuners en logopedisten het vaker met hen moeten inoefenen.

Een gesprek is daarom ook een van de belangrijkste pijlers van het taalonderwijs op een cluster 2 school. Alle thema’s en onderwerpen worden ondersteund met een gesprek en hierbij wordt visuele ondersteuning als cruciaal onderdeel gebruikt.

Lees hierover meer in mijn artikel over visualiseren en gesprekken voeren.

Praatplaatjes om te filosoferen met jonge kinderen

Met deze praatplaatjes, ontworpen door “De filosofiejuf” kun je alle kinderen laten nadenken over allerlei vragen.
Door de visuele ondersteuning van de plaatjes, en de bijbehorende vragen, zul je ook de kinderen met een TOS aanspreken.
Je zult ze meer moeten helpen bij het verwoorden door middel van bijvoorbeeld het visualiseren van het gesprek.
Je zult ze meer denktijd moeten geven door bijvoorbeeld het gebruik van gesprekstechnieken als herhalen en samenvatten of het gebruik van beurtstokjes, maar ook zij kunnen enorm plezier beleven aan dit soort andere gesprekken waarbij fantasie een mooie invalshoek kan zijn.
Denken met jonge kinderen gaat sowieso altijd het makkelijkst wanneer je over concrete voorwerpen en over mensen uit de wereld om hen heen een gesprek begint.
De praatplaatjes zijn uitermate geschikt om nu eens  op een andere, diepgaande manier met kinderen in gesprek te gaan.

Hoe zien de praatplaatjes eruit?

De set bestaat uit 50 kaarten met 50 illustraties op de voorkant en 48 daarvan hebben op de achterkant onderzoeksvragen en graafvragen. Deze laatste zijn vragen om door te graven in een onderwerp. 2 kaarten hebben een plus en een min teken op de achterzijde.
De kaarten met de illustraties zijn mooi vormgegeven en rustig van kleur. De vragen zijn duidelijk en prikkelen jou als leerkracht, maar ook de kinderen meteen om in gesprek te gaan.

Hoe werkt de set?

Met de vragen op de 48 vragen op de achterkant van de illustraties kun je met jonge kinderen een gesprek starten.
Bij elke vraag staan 5 graafvragen om het thema verder uit te diepen. De vragen benaderen het thema vanuit een originele invalshoek, want dat zorgt juist voor verrassende antwoorden. De vetgedrukte letters in de vraag geven het thema aan.
Bij de onderzoeksvragen zie je altijd een rijtje met kaarten genoemd ( uit dezelfde set) die je kunt gebruiken bij het gesprek.
Onderaan iedere kaart staat ook altijd een leuk citaat van een kind, om een indruk te krijgen wat je kunt verwachten.
Tenslotte vind je in de handleiding nog een drietal werkvormen waarmee je de praatplaatjes op een andere manier kunt inzetten en op de site van de filosofiejuf kun je vervolgens een gratis lesbrief hoe je de praatplaatjes kunt gebruiken bij creatieve denkoefeningen.

Zijn ze ook voor oudere kinderen geschikt?

Er bestaat tevens een set met 50 filosofische kaarten voor kinderen vanaf 6 jaar. Deze heet “Praatprikkels“. Aansluitend is er een bundel met verhalen en gedichten “Kan niet bestaat niet” .
Deze verhalen en gedichten zijn geschikt om als start voor een filosofisch gesprek te gebruiken. Zo kun je eerst voorlezen en daarna samen nadenken over de bijbehorende themavraag met behulp van de praattips uit het boek.

Op de site van de filosofiejuf vind je trouwens nog meer leuke tips, spellen, prentenboeken en ideeën om te filosoferen en te denken over taal met kinderen.

Praatplaatjes gebruiken bij ondersteuning op afstand

Uiteraard kun je de kaartjes goed gebruiken bij online ondersteuning.  Ze zijn super om een gesprek over op gang te brengen.
Voor TOSleerlingen is hier wel een extra uitdaging.
Wanneer je de kaartjes in een groep gebruikt luister je ook naar anderen en krijg je automatisch meer denktijd. Hierdoor word je vaak ook geïnspireerd door elkaar. Voor TOS Leerlingen is het reageren op een directe vraag vaak lastig door woordvindingsproblemen of problemen met taalproductie, zinsbouw of communicatieve redzaamheid. Geef daarom voorafgaand aan het gesprek een kaartje met een denkvraag via de mail of stuur een foto van het kaartje via Whatsapp. Zo kan de leerling er thuis al over praten met anderen en zijn mening vormen..

 

Conclusie

Filosoferen, gesprekken voeren en praten over allerlei onderwerpen is cruciaal voor de taalontwikkeling van kinderen.
Gesprekken voeren met een kleine of grotere groep zou, volgens mij, bij iedereen dagelijks op het rooster moeten staan.
De gesprekken waarin gefilosofeerd wordt kunnen zeker bij kleuters zeer verrassend verlopen.  Vanaf de kleuterleeftijd staan de kinderen er nog onbevangen in en kun je hier dus al perfect mee beginnen.
Een TOS of taalachterstand mag hiervoor geen belemmering zijn. Juist de vele aspecten van taal zoals die in een gesprek geoefend worden, oefen je hier op een betekenisvolle en kindvriendelijke wijze.

Deze kaartenset biedt een fijn houvast en kan op allerlei manier worden ingezet.
Met de verschillende werkvormen biedt deze set ook een paar mooie extra uitdagingen.
Zelf zet ik de kaarten bijvoorbeeld ook in als vervolg op een prentenboek, voor een thema opening of als start voor een kringgesprek wat aansluit op een gebeurtenis.

De praatplaatjes en praatprikkels vormen een aanrader voor iedere klas, wanneer je meer wilt met taal en gesprekken  in je groep!

Ben je geïnspireerd? Heb je een vraag?

Laat het mij weten in een reactie !

Rekentaal en rekenknobbeltassen

Rekentaal en rekenknobbeltassen

Rekentaal

  In een vorig blog schreef ik al over tellen en getallen in een kleutergroep, en gaf ik tips voor taalzwakke kleuters..   In dit blog ga ik dieper in op rekentaal. En dan vooral in combinatie met taalzwakke kleuters en prentenboeken. Rekenen met prentenboeken is een bekend fenomeen. Je neemt een geschikt prentenboek en gaat er de wiskundige activiteiten aan koppelen. Zelf werk ik het liefst in een combinatievorm van de rekenactiviteiten uit de kleuteruniversiteit-projecten (die ook een prentenboek als uitgangspunt hebben), of met voorbeelden en opdrachten uit het boek “met rekenogen gelezen”. Dit combineer ik daarnaast graag met activiteiten uit de methode “speel je mee in Li La Land. In deze methode ga je uit van een handpop die een probleem aandraagt wat je vervolgens samen met de kinderen gaat onderzoeken. Lees hier meer over deze methode. Standaard ga ik uit van een betekenisvolle context, een probleem of situatie vanuit een verhaal. Dit kan ook een zelf bedacht probleem zijn, wat ik met een visualiserend gesprek en een handpop of ander attribuut aan de kinderen voorleg.

Voorbeelden:

  • Ik breng een fles mee die niet in de koelkast past maar waarvan de inhoud wel gekoeld moet worden. Hoe gaan we dit oplossen.
  • Een handpop vind zichzelf te klein en is daar verdrietig over, “hoe lang zijn jullie eigenlijk” vraagt de handpop zich hardop af.
  • Ik kom te laat binnen omdat ik te lang onder de douche heb gestaan, hierop volgend begin ik een gesprek en koppel hieraan een activiteit vast waarin we tijd gaan meten. Wat duurt er allemaal kort en wat duurt lang? Hoe meet je dat?
  Leestip: Met rekenogen gelezen

Rekentaal en een TOS

In mijn kleutergroep op het cluster 2 onderwijs zitten kinderen waarbij meestal een flinke stoornis aanwezig is op de taaldomeinen : taalgebruik en taalinhoud. Taalgebruik is de toepassing van taal in verschillende situaties. Met een stoornis binnen dit domein heb je ontzettend veel problemen met het doorgronden van een verhaal, een context of met informatie halen uit een tekst. Wat bedoelen ze precies, over wie of wat gaat het en wat is precies het probleem. wat wordt er gevraagd? Daarnaast hebben leerlingen met een TOS heel vaak problemen met de taalinhoud, dit is onder meer de woordenschat. De woordenschat is klein of oppervlakkig . Ze kennen van een woord wel het label maar niet het concept eronder. In rekentaal zitten vaak veel abstracte woorden zoals bijvoorbeeld centimeter, lengte, dikte, afmeting of afstand. Wanneer je deze woorden moet leren, heb je kennis nodig van het concept eronder. Kennis van het woordcluster meten kan je dan een flink eind  op weg helpen. Je gebruikt bij rekentaal ook vaak woorden die belangrijk zijn voor het begrip, verwijswoorden of bepaalde aanwijzende voornaamwoorden zoals eerste, laatste, volgende, vooraan, daarachter, daarna, ervoor. Allemaal woorden die zonder een betekenisvolle context niet te volgen zijn voor kleuters, en zeker niet voor kleuters met een TOS. Het is soms voor de hand liggend om dan het taalaanbod te versimpelen, maar wanneer je die specifieke rekentaal niet aanbiedt, zal het nooit eigen worden. Juist taalzwakke kinderen moeten extra aanbod krijgen, ook in die lastigere taalcategorie. Belangrijk is het om al je rekentaal te visualiseren met gebaren, picto’s of materiaal. Gebruik bijvoorbeeld voor de vaste rekendomeinen vaste handpoppen zoals de meetmol (meten), de langzame slak (tijd), de fotovogel (ruimtelijk inzicht), stip het lievenheersbeest (tellen en getallen), enz. Leestip: spelend rekenen   Wanneer je gebaren gebruikt, zorg dan dat daar consistentie in zit. Gebruik de vaste , bijbehorende gebaren vanuit de NmG. Gebruik ook vaste picto’s voor die vervelende aanwijswoorden die zo lastig zijn om te onthouden. Op de site van sclera.be kun je hiervoor heel makkelijk picto’s vinden.  

Onderzoek

Uit onderzoek van de NRO rondom prentenboeken en rekenen-wiskunde bij kleuters blijkt dat kinderen die een voorleesprogramma volgden maar liefst 22% meer vooruitgang boekten dan de controlegroepen die het standaardprogramma volgden voor rekenen-wiskunde. In het onderzoek was het uitgangspunt ‘Laat het boek zijn werk doen’. Ga uit van de kracht van het prentenboek. De kleuteronderwijzer neemt enkel een onderzoekende houding en overlaadt het kind niet met vragen ter controle om na te gaan of het kind alles begrepen heeft. Op een informele manier laat het prentenboek de kinderen nadenken over reken-wiskundige inhouden en plaatst het leerinhouden in een betekenisvolle context. Leestip: Rekenen met prentenboeken  

Rekenknobbeltassen

Op de site van Kleutergewijsvond ik een interessant artikel van Lotte Rommelaere. Zij maakte een eindwerk over wiskunde dat erg positief ontvangen werd door studenten en collega’s. De rekenknobbeltas: Een creatieve werkvorm om op een speelse manier aan wiskundige tussendoortjes te werken.   Zij schrijft:
Een rekenknobbeltas is vergelijkbaar met een verteltas maar de focus ligt hier meer op de wiskundige denkontwikkeling i.p.v. op de taalontwikkeling. Net zoals bij de verteltas vertrekt de rekenknobbeltas vanuit een goed prentenboek dat aan de kleuters wordt voorgelezen. Dit prentenboek sluit aan bij een bepaald thema.
In het artikel op de site Kleutergewijs vind je een gratis download naar een voorbeeld van de inhoud van een van deze tassen. Zelf lijken deze tassen mij een welkome aanvulling om mee naar huis te geven. Zo kunnen ouders thuis ook eens anders aan de slag met een prentenboek. De tijd ontbreekt mij echter om hiermee actief aan de slag te gaan helaas.  

Conclusie

Rekentaal is dus echt iets om rekening mee te houden in een kleutergroep. Het stopt immers niet bij tellen en getallen. Het werken met verhalen en boeken, in combinatie met materialen en visuele ondersteuning kan flinke voorsprong geven aan kinderen waarbij de taal niet het sterkste punt is. Daarom hieronder nog eens in het kort alle tips op een rijtje.  

5 tips voor rekentaal met taalzwakke kinderen

  1. Start je wiskundige activiteit altijd vanuit een betekenisvolle situatie of een prentenboek, zodat er vanuit de kinderen een natuurlijke nieuwsgierigheid en ontdekkingstocht ontstaat.
  2. Gebruik rijke rekentaal en visualiseer hierbij  altijd met materiaal.
  3. Ondersteun de rekentaal met vaste gebaren vanuit de NmG.
  4. Gebruik  picto’s voor aanwijswoorden en abstracte rekenwoorden die zo lastig zijn om te onthouden.
  5. Zorg altijd dat de nieuwsgierigheid en het onderzoekende karakter van kleuters wordt geprikkeld.

Wat doe jij met rekentaal in jouw klas?

 
[/et_pb_column]
Saartje Prentenboeken voor speciale kinderen

Saartje Prentenboeken voor speciale kinderen

Saartje, een serie speciale Prentenboeken!

 

Een tijdje terug kreeg ik een bericht van Esther Vliegenthart, de auteur van de reeks Saartje.
Of ik haar prentenboeken al kende en wat ik ervan vond? Of ik er ook eventueel aandacht aan wilde besteden via een blog.

Zij is moeder van een jongen met klassiek autisme en liep altijd tegen het probleem aan dat prentenboeken voorlezen voor haar zoon heel lastig was. De boeken waren vaak te onrustig, er werd te moeilijke taal gebruikt of de details waren storend voor hem.

Meteen werd mijn nieuwsgierigheid gewekt , want prentenboeken speciaal voor kinderen met ASS zijn er niet zo veel.
Na het lezen van de website van Esther website, de site van saartje , vond ik ook de boeken van Saartje.

Het is niet bij een boekje gebleven, het is inmiddels al een reeks van 6 boeken. Ze gaan allemaal over Saartje.
Nu vraag jij je misschien af:  Wat of wie is  is Saartje?

 

Saartje is een  prentenboekenserie speciaal voor kinderen met Autisme

De prentenboeken zijn speciaal voor deze groep kinderen omdat ze rekening houden met hun informatieverwerking, taalbegrip en prikkelverwerking. Zo maken de figuren in de tekeningen geen oogcontact met de lezer, zijn de kleuren zacht en is het verhaaltje heel duidelijk. Ieder verhaal is helemaal geschreven vanuit de belevingswereld van een kind met autisme.

Waarom een prentenboek voor kinderen met autisme?

Esther heeft de boeken geschreven vanuit een diepgeworteld gevoel. Ze vertelt hierover uitgebreid op haar website.

Kinderen met autisme wordt vaak geleerd dat ze zich moeten aanpassen aan onze wereld en beleving, omdat ze anders spelen, anders communiceren en hun omgeving anders in zich opnemen.
Ik wilde daarom een boek maken waar kinderen zich veilig bij voelen, rustig kunnen worden door herkenning met een verhaal waarin geen eigen interpretatie van de kinderen wordt verwacht om zo te voorkomen dat een boek lezen nog meer vragen en onzekerheid bij de kinderen oproept dan ze al hadden.

 

De schrijfster van de serie heeft als moeder mogen ervaren dat anders niet altijd makkelijk is, maar wel heel mooi kan zijn wanneer je je ervoor open stelt.

Ik was op zoek naar een boek dat rekening hield met de taal-  en prikkelverwerking van kinderen met autisme. Een boek waar kinderen met autisme zich in de hoofdpersoon kunnen herkennen, kunnen denken “hee, zo gaat dat mij bij thuis ook” of “wat leuk, zo speel ik ook”.  Een boekje met plaatjes in aangepaste kleuren, met ogen die de kinderen niet direct aankijken en geschreven vanuit hun wereld. Zo ontstonden de verhalen over Saartje.

 

”je bent zo mooi anders dan ik,

natuurlijk niet meer of minder, maar zo mooi anders,

ik zou je nooit anders dan anders willen”.

Hans Andreus

Waar gaan de verhalen over?

De personages

Saartje is een eekhoorntje, dat altijd samen is met haar knuffel muis. Ze speelt alleen, maar dat vindt ze niet erg . In het eerste boek “saartje” kun je kennis maken met Saartje.
Je ziet dan dat als Saartje wat kaders en structuur geboden krijgt, ze heerlijk kan spelen.

De verhalen

De boeken van Saartje vertellen ieder een helder, kort verhaal. Ieder boek heeft een duidelijk begin (het kind kan nog heerlijk even heen en weer schuiven en zijn draai vinden tijdens de eerste bladzijde, want daarna begin het verhaal pas echt) en een heel duidelijk eind. Fijn voor kinderen met (een vorm van) autisme, zo weten ze dat het voorlezen echt klaar is.

De speciale kemerken

ieder verhaal houdt rekening met de taalverwerking van de kinderen. Zo worden er geen denkstappen overgeslagen, zodat ieder verhaal weinig vragen op zal roepen bij het kind en zijn de woorden kort en duidelijk. Op iedere pagina in de boeken staat een tekening die de kern van die bladzijde weergeeft.

De complete serie tot nu toe

In 2015 kwam het eerste deel uit , getiteld “Saartje”.

In dit boekje maak je kennis met Saartje en muis.
Saartje is een eekhoorntje, dat altijd samen is met haar knuffel muis. Ze speelt alleen, maar dat vindt ze niet erg . In dit boekje maak je kennis met Saartje. Wanneer Saartje wat kaders en structuur geboden krijgt, kan ze heerlijk spelen.

In 2016 kwamen 3 delen uit.

Saartje speelt met auto’s

Ook dit boekje is weer geschreven vanuit de beleving van een kind met autisme.
Saartje speelt niet zoals de meeste kinderen, maar houdt ervan lange files te maken…… en te verplaatsen, te sorteren en te tellen. Ik denk dat dit boekje een feest der herkenning zal zijn voor (ouders van) kinderen met autisme.

Saartje en de zorgboerderij

Saartje gaat vandaag naar de zorgboerderij. Wat kun je allemaal doen op een zorgboerderij en is het er leuk? Saartje doet er klusjes, zorgt voor de dieren, rijdt mee op de tractor en speelt heerlijk buiten. Het is niet alleen een leuk verhaal, maar kan ook zeker als voorbereiding dienen voor kinderen die zelf ook binnenkort naar de zorgboerderij mogen.

Saartje en het sinterklaasfeest

dit deel gaat over de spannende Sinterklaastijd vanaf de intocht van de goedheiligman tot aan pakjesavond. Saartje maakt net als alle kinderen alles mee: de intocht zien, schoentje zetten, en pakjesavond vieren. Gelukkig heeft de Sint goede afspraken met Saartje gemaakt over hoe ze het feest gaat vieren. Dat is fijn!

In november 2017 kwam het nieuwste deel uit.

Saartje in het bos

Saartje gaat een wandeling door het bos maken, op zoek naar iets lekkers. Onderweg komt ze allerlei bewoners tegen. Lees je mee?

Dit laatste deel bevat ook gebaren

Saartje in het bos is tot stand gekomen in samenwerking met Veerle den Hartogh, de Kindergebarenjuf. Iedere pagina bevat een tekening van een gebaar behorend bij een van de woorden op die bladzijde.

Saartje in het bos bevat ook een extra bijlage met gebarentekeningen. Zo kun je dit boekje voorlezen met taalondersteunende gebaren.

Het boekje bevat ook een link naar een filmpje waarin je alle gebaren kunt bekijken en zelf kunt leren.
In dit fimpje wordt het boekje voorgelezen mét gebaren. De link vind je in het boek bij het voorwoord.

De boeken zijn niet alleen geschikt voor kinderen met Autisme

maar zeker ook voor kinderen met TOS

en andere taalzwakke of prikkelgevoelige kinderen.

Mijn mening

Dit boek is geschreven door een ervaringsdeskundige. De zoon van Esther heeft namelijk klassiek autisme en ik vind het dan ook een prachtig initiatief van haar om deze boeken te maken en te publiceren. Het is nu eens geen boek óver autisme, of TOS, of ADHD, maar juist vóór de kinderen: een voorleesboek dat past bij hun taal- en prikkelverwerking en aansluit bij hun belevingswereld.

Naast boeken biedt Esther ook materialen die als aanvulling kunnen dienen zoals speelgoedkaarten voor binnen en buiten.
Daarnaast geeft ze op haar website goede informatie over ASS, maar ook over TOS en ADHD.

Er is een speciale pagina voor leerkrachten over prikkelverwerking.
Op deze pagina wordt vooral ingegaan op (on)gewenst gedrag in de klas van kinderen met een prikkelverwerkingsstoornis en hoe je daar als leerkracht passend op kunt reageren.

Ook is er een speciale pagina voor ouders met Tips & Tricks voor thuis.

Daarnaast heeft Saartje een  facebookpagina waar je het laatste nieuws kunt volgen.

Zeker even een kijkje nemen dus!

Gebruik jij de boeken van Saartje al?

Wat zijn jouw ervaringen ?
Het Pica onderwijscongres 2017

Het Pica onderwijscongres 2017


Het PICA onderwijscongres 2017

basisonderwijseditie 

Vandaag was ik bij het onderwijscongres van PICA in zwolle.
In de prachtige locatie van de buitensocieteit. Een voormalig theater en dat was goed te zien. Nu is het dus een multifunctioneel centrum.
Jammer dat ik van de stad Zwolle verder niet heb kunnen genieten. Misschien bij een volgend bezoek.

Naast twee inspirerende plenaire lezingen volgde ik 3 workshops.

Plenair hoorde ik Marcel Schmeier over effectief rekenonderwijs en Kees van Overveld over SEL in het onderwijs.

Beide heren hadden een goed en inspirerend verhaal.

Effectief rekenonderwijs:

Vooral het stukje over realistisch rekenen in de lezing van Marcel Schmeier vond ik zelf erg herkenbaar, wat een drama voor leerlingen met een TOS wanneer er zoveel taal om rekentaken heen wordt gebreid.
Marcel vertelde hier erg helder en duidelijk over, wat er fout gaat en wat er tegenwoordig gemist wordt in ons rekenonderwijs.
Het nieuwe boek “effectief rekenonderwijs op de basisschool” kregen we na afloop mee naar huis. In de pauze sprak ik nog even persoonlijk met Marcel en hij verzekerde mij dat er als kleuterleerkracht in het SO zeker wat te halen valt in zijn boek.
Hij vertelde trouwens ook nog dat er een speciale workshop gemaakt is voor het toepassen van EDI in de kleutergroep ( Hierover schrijft hij in zijn andere inspirerende boek: Expliciete directe instructie). Ik schreef al eerder een artikel over mijn worsteling hiermee.
Daar ga ik dus binnenkort ook eens naar op zoek op de website van PICA,  dat snap je wel.
Ik heb ook meteen de van gelegenheid gebruik gemaakt om een handtekening te scoren, doet het altijd leuk in de boekenkast. 😉

SEL in het onderwijs

De lezing van Kees van Overveld ging over SEL. Sociaal emotioneel leren als basis. Met zijn lange ervaring in het onderwijs, waaronder ook cluster 2, benadrukte hij de waarde van aandacht voor het kind als persoon.
In zijn verhaal liet hij indrukwekkende onderzoeksresultaten zien. (Zie de foto hiernaast.)
Sociaal emotioneel welbevinden draagt dus wel degelijk bij aan goed cognitief functioneren. Iets wat wij als leerkrachten altijd al wisten, maar wat nu “evidence based” is aangetoond.
Dit boek kregen we jammergenoeg niet mee, maar ik heb het ingekeken bij de PICA stand in de pauze en zet het zeker op de verlanglijst bij onze orthotheek op school

Het was een lange dag, wat goed te merken was aan de stemming tijdens de laatste workshop. Er was wat meer tussendoorgeklets maar de inhoud was gelukkig goed dus hebben we het goed volgehouden.

Mijn workshops waren achtereenvolgens:

1. Executieve functies in het PO.
2. Kinderen met een TOS, taal in het kwadraat.
3. Kleppen dicht! Effectief leren met ICT.

De eerste ging over executieve functies

Dit was een vernieuwde kennismaking.
Jammer dat we binnen ons Cluster2 onderwijs hier niet vaker studiedagen over kunnen volgen want Executieve functies zijn nu juist bij leerlingen met een TOS zwakker ontwikkeld.
Alle 7 werden ze op een rijtje gezet, hoewel de meningen over het aantal nog verschillen, leek deze lijst volledig.

In combinatie met de praktische kaarten die zijn ontwikkeld door PICA is het goed bruikbaar voor het PO om kinderen deze functies te laten oefenen.
De functies ontwikkelen zich vanaf 6 maanden tot je 25e levensjaar heb ik geleerd vandaag. Dus binnen het PO en ook in de kleutergroepen kan hier een winst mee gemaakt worden.

De tweede workshop over TOS gaf voor mij persoonlijk niet heel veel nieuws maar dat was te verwachten. Ik vond het persoonlijk inspirerend om de spreker en bedenker/schrijfster van de TOSwaaier en Spraaktaalkids te horen spreken over dit laatste produkt.

De workshop sloot naadloos aan op het verhaal over SEL. Zeker voor leerlingen met een TOS, is sociaal emotioneel welbevinden belangrijk, zo niet het allerbelangrijkste om te ontwikkelen en te begeleiden.
Wel jammer dat vooral het werken met jongeren met een TOS in filmpjes als voorbeeld werd gegeven. Het congres was tenslotte bedoeld voor mensen uit het PO.

Effectief leren met ICT

De derde workshop ging over effectief leren met ICT. Er werd vooral benadrukt dat ICT altijd een middel moet zijn en nooit een doel op zich.
Iets waar ik het helemaal mee eens ben overigens.
We hebben dit praktisch geoefend met de tools Padlet, Plickers en Mentimeter. We hebben over de zin en de effecten gesproken van ICT en korte discussies en ervaringen uitgewisseld.
Voor mij waren de tools bekende werkvormen, hoewel ik de bruikbaarheid van de twee laatste tools binnenkort eens ga uitproberen bij kleuters.
Blijf deze website volgen, dan hoor je vanzelf wat mijn bevindingen zijn hiermee.

Alledrie dus inspirerende workshops maar ze maakten alles bij elkaar wel een lange dag.

De afsluitende borrel heb ik geskipt, snel de trein gepakt.
Ik was tenslotte vanaf 6.50 uur al onderweg en kwam nu om 19.41 uur weer terug in Breda.

Voor wie de dag gemist heeft, ik kan hem zeker aanbevelen voor volgend jaar.

Was jij er toevallig ook? Dan hoor ik graag in een reactie wat jouw ervaringen waren op deze dag.

Wil jij creatief aan de slag met taal en digitale tools?

Bekijk dan al mijntrainingen in de Digitaalspeciaal Online Academy!

Volg vanuit je eigen huiskamer op jouw eigen tempo en tijdstip mijn online trainingen en masterclasses.

Via deze mailinglijst ontvang je meteen een kortingscode waarmee je kortingen kunt krijgen tot 50%!
Ook ontvang je als eerste het laatste nieuws over de Digitaalspeciaal Online Academy.

Bedankt! Je bent succesvol ingeschreven. Ik beloof je dat ik je niet ga spammen, wil je echter toch uitschrijven dan kan dat natuurlijk altijd onderaan elke mail. Bij Gmail en Hotmail komen mijn mails vaak in SPAM terecht. Wil geen enkele mail missen? Voeg mijn mailadres dan toe aan jouw lijst met vertrouwde contacten of bij Gmail aan de mailbox Primair. Groet, Marita

Pin It on Pinterest