10 tips voor slechthorende leerlingen in de klas

10 tips voor slechthorende leerlingen in de klas

10 tips voor slechthorende leerlingen in de klas

Je hebt het vast wel eens meegemaakt. Je krijgt een leerling in de klas met een gehoorapparaat of je kent een kind met slechthorendheid op jouw school. Wat zijn dan eigenlijk de beste tips en regels?

Slechthorende en dove kinderen hebben moeite met de gesproken taal. Ze kunnen die taal niet of niet goed genoeg horen. Zij leren de gesproken taal niet door veel met anderen te praten. Dit heeft gevolgen voor hun taalontwikkeling, voor hun sociaal-emotionele ontwikkeling en voor het leren. Vooral het leren lezen is voor dove en slechthorende leerlingen lastig. (Bron: Auris.nl )

Buiten het voor de hand liggende zoals duidelijk praten (dit betekent dus niet veel te hard praten) en het kind aankijken wanneer je spreekt, blijken er toch vaak misverstanden te zijn in de benadering van deze kinderen in een klassensituatie. Wat moet je wel doen en wat moet je zeker niet doen?
In dit artikel vertel ik je in het kort over de verschillende soorten van slechthorendheid en geef ik je tips voor in de klas.

Wil je uitgebreid doorlezen over slechthorendheid, lees dan zeker door op de website: www.hoorzaken.nl  of op de website van Auris https://auris.nl/Voor-wie/4-12-jaar  

De oorzaken van slechthorendheid

De oorzaken van gehoorproblemen kunnen zich op verschillende plekken in het oor of de hersenen voordoen. 

Ik zet ze hier even voor je op een rijtje: 

1. De geleiding van het geluid richting het trommelvlies, de doorgifte van het geluid door het trommelvlies zelf of via de daaraan gekoppelde gehoorbeentjes (hamer, aambeeld, stijgbeugel) kan problemen veroorzaken. 

2. Ook bij de omzetting van geluid in het slakkenhuis in zenuwsignalen kan het misgaan. 

3. Het doorsturen van de informatie richting de hersenen via de gehoorzenuw kan het probleem zijn. 

4. Is het in zenuwimpulsen omgezette geluid eenmaal in de hersenen aangekomen dan moet het daar ook natuurlijk goed verwerkt worden. Gaat de verwerking hier niet goed dan zal de persoon ook problemen ervaren met horen.

Conductief verlies of perceptief verlies?

Bij slechthorende leerlingen wordt er in de literatuur of audiologische verslagen verschil gemaakt tussen verschillende soorten slechthorendheid.

Wanneer er sprake is van een probleem in de geleiding van het geluid richting het slakkenhuis dan wordt er gesproken van een geleidingsverlies of conductief verlies. Dit wordt ook wel geleidingsslechthorendheid genoemd.
Het geluid kan het trommelvlies dan niet goed bereiken, het trommelvlies werkt zelf niet goed en ook kan het zijn dat de gehoorbeentjes niet meer goed kunnen bewegen.

Gaat er wat mis bij de omzetting van geluid in het slakkenhuis naar een zenuwsignaal, bij het doorsturen van informatie richting de hersenen of bij de verwerking in de hersenen zelf dan is er sprake van een perceptief gehoorverlies. 

Een gehoorstoornis kan ook optreden door een syndroom. Er zijn er ondertussen meer dan 450 syndromen beschreven waardoor slechthorendheid of doofheid ontstaat. Een van de meest voorkomende syndromen is het Syndroom van Usher. 

Afhankelijk van het soort en de ernst van het gehoorverlies en de eventuele schade aan het middenoor of de gehoorzenuw wordt per persoon uitgebreid onderzocht wat de beste oplossing is. Dit kan een hoortoestel zijn of een CI. 

Een cochleair implantaat (CI) is een klein elektronisch toestel dat doven en zeer ernstig slechthorenden in staat stelt geluiden toch waar te nemen.
Een chirurg implanteert het cochleair implantaat (CI) onder de huid.
Door de aangedane delen van het oor (de defecte haarcellen in het slakkenhuis) met een cochleair implantaat te omzeilen en via stroompulsjes de gehoorzenuwen te stimuleren zijn (zeer) ernstig slechthorenden en doven weer in staat geluiden op te vangen en spraak te verstaan. 

Waar hou je rekening mee in je klaslokaal?

Wanneer je een leerling in de klas krijgt met een hoortoestel of een CI zijn er een aantal belangrijke zaken waar je rekening mee moet houden. In een klaslokaal ontstaat namelijk altijd omgevingsruis. Wanneer het gehoor in orde is kan een leerling het geluid prima filteren en zich focussen op bijvoorbeeld de leerkracht als spreker, ondanks de schuivende stoelen, de vallende potloden of het gefluister van zijn klasgenoten. Voor een slechthorende leerling is dit erg lastig, omdat een hoortoestel alle geluiden versterkt, dus ook de omgevingsruis. De meest moderne hoortoestellen worden hier wel steeds beter in maar het blijft voor slechthorende leerlingen lastig.
Het klaslokaal moet daarom allereerst kritisch bekeken worden.
Hoe is de akoestiek? Hangen er gordijnen? Ligt er vloerbedekking?
Niets is zo vervelend voor de leerling om in een lokaal te zitten waar de hele dag het geluidsniveau te snel overprikkelend werkt.
Wat kun je doen? Luister eens kritisch naar het geluid in het lokaal.
Maak zelf eens een audio-opname (met de gratis app Dictafoon) van een doodgewone werkles of een andere veel voorkomende groepsactiviteit. Je zult verbaasd staan over het geluidsniveau en de omgevingsruis.
Vraag advies bij een audiologisch centrum, zij kunnen langskomen voor advies en eventuele metingen.
Pas je lokaal zo mogelijk dus aan.
TIP: Ga samen met je collega’s ook eens na of er misschien 1 lokaal op school aangepast kan worden, zodat er voor deze leerling niet ieder jaar opnieuw van alles hoeft te worden veranderd.

 

Gehoorapparaten met een kleurtje

Een hoorapparaat is voor iedereen, en zeker voor een kind, niet altijd leuk.
Daarom zijn er vaak allerlei leuke kleurtjes of hangertjes te krijgen om een oorhanger persoonlijk  te maken. Vooral jonge kinderen zijn vaak erg trots op hun eigen apparaten wanneer ze de kleurtjes zelf hebben uitgekozen.

Workshops en professionalisering

Wanneer je een slechthorende leerling in de klas krijgt zijn er veel dingen om rekening mee te houden.
Belangrijk is altijd om met het kind zelf en de ouders in gesprek te gaan.
Wat vindt het kind fijn, wat stoort qua geluid. Misschien kan het kind een spreekbeurt geven over zijn of haar slechthorendheid, of antwoorden geven tijdens een groepsgesprek, om hiermee begrip te kweken bij de klasgenootjes. Anderen kunnen immers pas rekening met je houden wanneer ze weten wat er speelt.

Tot slot raad ik iedereen aan om de workshop “Onderdompeling SH” bij Auris te volgen.
In deze zeer praktische workshop ervaar je zelf ongeveer hoe het is om slechthorend te zijn door het maken van opdrachten met oordoppen in en oorkappen op je hoofd.
Tussendoor vertellen de workshopdocenten alles over slechthorendheid en geven ze nog veel meer tips voor in de klas.
Kijk onderaan de pagina voor meer informatie over dit aanbod.

 

10 tips voor een slechthorende leerling in de klas

  1.  Spreek rustig en duidelijk. Verlaag je spreektempo door tussendoor te visualiseren met tekeningen, gebaren of door de boodschap te noteren op het digibord.
    2. Maak zoveel mogelijk gebruik van natuurlijke expressie gebaren en mimiek. Lees ook mijn artikel over gebaren bij jouw taalaanbod.
    3. Zorg dat de leerling een frontaal zicht heeft op het mondbeeld van de spreker. Praat bijvoorbeeld altijd gericht naar de klas. Draai je hoofd niet weg tijdens het spreken en praat niet met je rug naar de klas terwijl je iets op het bord noteert.
    4. Laat de leerling niet tegen het licht inkijken, die kan dan het mondbeeld niet goed zien. Ga bijvoorbeeld zelf niet voor een raam staan terwijl je spreekt en denk goed na over de plaats van de leerling in de klas.
    5. Controleer altijd of de opdracht goed gehoord en begrepen is. Vraag dit na, laat de opdracht indien mogelijk herhalen in eigen woorden. Wanneer een leerling niet graag op de voorgrond staat, spreek dan bijvoorbeeld samen met je leerling af om een nonverbaal teken te gebruiken wanneer hij of zij extra uitleg wil of het niet begrepen heeft.
    6. Geef één opdracht tegelijk. Visualiseer zoveel mogelijk bij meer informatie. Gebruik ondersteunend tekenen als hulpmiddel bij jouw talige boodschap zodat de taal niet te snel “wegvliegt”. 
    7. Aandacht voor een goede signaal-ruisverhouding. Wees je bewust van het effect van achtergrondgeluid. Schuivende stoelen, vallende potloden, een grasmaaier naast de school of een open raam kunnen veel ruis veroorzaken.
    8. Probeer geen fluisterspraak gebruiken, dit is erg lastig te volgen voor de leerling en geeft vaak onzekerheid en een onveilig gevoel.
    9. Wanneer de leerling gehoorapparatuur gebruikt of een CI, zorg dat de accu altijd opgeladen is aan het begin van de dag. Zorg voor reserve batterijen voor de hoortoestellen in de klas.   Vanaf kleuterleeftijd kan gewerkt worden aan zelfstandigheid t.a.v. de hoortoestellen, het gebruik en het verwisselen van batterijen.
    10. Controleer regelmatig of de batterij is opgeladen van de leerkrachtmicrofoon. Leg een korte handleiding met een reminder klaar voor eventuele invallers.

Heb ik al je vragen kunnen beantwoorden?

Stel anders gerust je vragen hieronder in een reactie. Ik probeer ze zo snel mogelijk te beantwoorden.

20 TOStips voor in de klas op een rijtje

20 TOStips voor in de klas op een rijtje

Oktober is TOS maand

Ieder jaar op 20 oktober is het wereld TOS dag. Deze dag is wereldwijd erkend en is bedoeld om meer bekendheid te geven aan de diagnose Taalontwikkelingsstoornis.

Sinds 1987 werk in in het cluster 2 onderwijs, dit is het speciaal onderwijs wat gericht is op leerlingen met een taalontwikkelingsstoornis en slechthorendheid.
Ik ben hier als beginnend leerkracht begonnen via een stageplek tijdens  mijn opleiding, na wat omzwervingen in het regulier onderwijs kreeg ik een parttime baan  aangeboden op de Spreekhoorn in Breda.
Vanaf dat moment is mijn liefde voor de TOS leerling en het cluster 2 onderwijs alleen maar gegroeid.

Na 31 jaar voor de groep te hebben gestaan vond ik het in 2018  jaar geleden tijd voor een nieuwe uitdaging.
Inmiddels werk ik als ambulant dienstverlener voor Auris AD Breda en ga  ik naar reguliere basisscholen om leerlingen met een cluster 2 arrangement en hun leerkrachten te begeleiden in de praktijk. 
Hier blijkt iedere dag weer dat de diagnose TOS en de begeleiding hiervan nog vaak te weinig bekend is.

 

Handvatten voor in de klas

Via mijn Facebookpagina, mijn Instagram account en Twitter deel ik daarom veel handvatten, tips en tops voor in de klas om in te zetten bij het begeleiden van een TOS leerling.

Omdat het er best veel zijn, en jij natuurlijk niet iedere dag jouw Social Media minutieus volgt, heb ik de tips van deze maand hieronder op een rijtje gezet.
Handig om zo bij elkaar te hebben dacht ik zo.

Heb je toevallig een leerling met een TOS in de klas, of heb je leerlingen met een taalachterstand?
Voor beide groepen zijn deze tips bruikbaar.

 

20 TOS-tips op een rijtje

 

1. Weet wat TOS betekent.
TOS is een relatief onbekende diagnose, maar wist je dat 5 tot 7% van de bevolking een taalontwikkelingsstoornis heeft?
TOS is een aangeboren stoornis en het is per persoon afhankelijk hoeveel invloed de TOS heeft op het leervermogen en algeheel functioneren.

2. Verwar woordvindingsproblemen niet met iets anders.
Woordvindingsproblemen worden vaak verward met de aanname dat een leerling het antwoord niet weet.
Geef denktijd, kondig je vraag aan en kom er later op terug. Een TOS leerling heeft die extra tijd hard nodig.

3. Beperk de onzekerheid zoveel mogelijk.
Leerlingen met een TOS zijn vaak onzeker. Woordvindingsproblemen leiden tot onzekerheid, niet meer deelnemen aan een gesprek, een zwakke communicatieve redzaamheid en frustratie. Leg geen druk op een antwoord, ga eerst naar een andere leerling en kom later bij die TOS-leerling terug.

4. Download de Spiekkaart van Auris.
Vertel eens , Wat is dat? TOS?


Deze kaart geeft korte informatie over mogelijke oorzaken, aantallen, signalen, aanpak en invloed.
Download hem gratis en leg er een aantal in jullie teamkamer.

 

5. Straal rust en vertrouwen uit.
Wanneer je ziet dat een leerling een vraag verwerkt, laat dan door je houding en gezichtsuitdrukking zien dat je de leerling tijd geeft.

6. Kies voor een taalmuur.
Het is te allen tijde belangrijk om alle kinderen een houding aan te leren om zich bewust te worden van woorden die ze (nog) niet kennen. Met de taalmuur heb je hier een visuele reminder voor. Zodra je een lastig woord tegenkomt in je les, bij welk vak dan ook, kun je samen beslissen of dit woord op de taalmuur thuishoort. Doe dit hardop denkend voor.
Blijf dit herhalen.  Noteer niet alle moeilijke woorden, maak keuzes hierin.

 

7. Werk met de viertakt van Verhallen.
Wist je al dat de viertakt van Verhallen (Met woorden in de weer) een hele goede manier is om woordenschat aan te bieden. De methode LOGO 3000 werkt ook via dit principe. Maar je kunt deze viertakt natuurlijk toepassen op alle woordenschatlessen. 

8. Maak een persoonlijk  woordenboek.
Probeer eens een persoonlijk woordenboek te maken voor alle lastige woorden voor een leerling. Laat de leerling er zelf tekeningen bij maken of laat er foto’s bij zoeken. Maak het woordenboek persoonlijk.

9. Zorg voor Pre-teaching bij zaakvakken.
Pre-teaching en voorbespreken van teksten bij zaakvakken helpt om tijdens de les beter aan te haken. Bespreek samen de moeilijke woorden, kies er een paar uit om te visualiseren, doe dit samen tijdens een les of kleine kringmoment.

10. Houd Formats voor visuele taalpresentaties bij de hand.
Zorg dat je altijd lege visualisatieschema’s zoals woordwebben, woordkasten, enz. bij de hand hebt, die je ter plekke, waar de kinderen bij zitten, kunt invullen en op je taalmuur kunt toevoegen. Het kost tijd, maar levert des te meer op!

11. Gebruik zoveel mogelijk visuele taalpresentaties.
Semantische netwerken worden versterkt, woordenschat wordt vastgelegd in het geheugen wanneer er een visuele taalpresentatie wordt gemaakt waar de leerling kan zien hoe dit nieuwe woord zich verhoudt tot de andere woorden die hij of zij al kent.

12. Download gratis.
Wist je dat je gratis formats  voor woordwebben, woordkasten en dergelijke kunt downloaden op de site van Rezulto?
Handig om kant en klaar in je lokaal te leggen zodat je ze ter plekke, samen met de leerlingen, kunt vullen en op je taalmuur kunt toevoegen. Kijk op
https://www.rezulto.nl/praktijkmateriaal/

13. Neem spreekpauzes.
Heel veel leerkrachten praten op een hoog tempo tijdens de instructie. Er moet van alles gebeuren, de dag is zo om, je bent lekker bezig, je ziet dat de meeste kinderen het kunnen volgen, maar………… wat doet de leerling met een TOS? Die haakt af. Wist je dat je heel gemakkelijk denktijd aan een leerling kunt geven door gebruik te maken van bewuste
#adempauzes tijdens jouw instructies? 
Besef dat je door een hoog spreektempo weinig verwerkingstijd geeft aan leerlingen. Neem dus regelmatig een adempauze, teken of schrijf even iets op het digibord. Neem spreekpauzes!

14. Verlaag je spreektempo.
Laat tijdens instructies iets zien, teken iets op het digibord of laat gewoon even een stilte vallen? Neem een slokje koffie of thee. Geef verwerkingstijd, beurtstokjes worden hiervoor vaak gebruikt bij het controleren, maar begin eens met je eigen instructie, verlaag je spreektempo.

15. Model jouw denkstrategieen.
Het is belangrijk om tijdens het voorlezen af en toe uit je rol als voorlezer te stappen en voor te doen (modelen) hoe je denkt over een bepaalde zin of een woord uit de tekst. Laat zien en horen hoe je nadenkt, wat je gedachten zijn bij de tekst en wat jouw vragen zijn die je krijgt tijdens het lezen. Visualiseer dit kort met een steekwoord, een tekening of een aanwijsgebaar naar een herkenningspunt in de klas of op de taalmuur.

16. Maak gebruik van de sterke kant van een TOS-leerling.
Leerlingen met een TOS zijn visueel sterker dan auditief, maak hier gebruik van.
Ga bijvoorbeeld bij een themaopening ergens kijken, regel een bezoek of zorg voor materialen die kunnen worden bekeken, gevoeld, ervaren. Zo wordt (nieuwe) taal betekenisvol.

17. Consolideer de nieuwe woorden.
Wist je dat je leerlingen met een TOS nieuwe woorden zelf actief moeten gebruiken in spel, oefeningen of coöperatieve werkvormen voordat ze echt geconsolideerd worden?

Ga dus met vaste regelmaat aan de slag met consolideerspelletjes rondom de nieuwe, lastige woorden. 

18. Besteed extra aandacht aan abstracte taal.
Wist je dat het aanleren en bespreken van taalgrapjes en spreekwoorden heel belangrijk is bij leerlingen met een TOS?
Je kunt dit doen door middel van gesprek/spel en ondersteunend tekenen.
Boekentip: Gooi het maar in mijn pet van Annelies Karelse (uitdrukkingen en zegswijzen getekend en uitgelegd)

19. Visualiseer zoveel mogelijk.
Wist je dat visualiseren echt heel goed helpt voor leerlingen met een TOS om beter deel te nemen aan een gesprek?
Het zorgt voor denktijd en door betekenisvolle ervaringen eraan te koppelen maak je de taal meer zichtbaar en herkenbaar.

20. Gebruik gebarentaal.
Gebarentaal komt niet alleen van pas in de communicatie met dove of slechthorende cliënten.
‘Gebaren’, zoals Crasborn het spreken van de taal noemt, heeft meer praktische voordelen. Je kunt er beter mee communiceren in lawaaiige ruimtes, je kunt er op afstand mee communiceren of door een raam heen. Bovendien is er in de multiculturele samenleving een grote kans dat je leerlingen hebt die niet goed Nederlands spreken. Ook in gesprekken met hen zal ondersteuning met gebaren het begrip van de gesproken taal vergroten.

Review TOS in basisonderwijs en speciaal basisonderwijs

Taalontwikkelingsstoornissen in het basisonderwijs en speciaal basisonderwijs Er is een nieuw boek van Bernadette Sanders op de markt gekomen. TOS in het basisonderwijs en speciaal basisonderwijs.In haar reeks: TOS in de klas, TOS en het jonge kind, TOS in het VO en...

Fonologische problemen en lezen

Je hebt het vast wel eens meegemaakt. Je krijgt een leerling in de klas die moeilijk verstaanbaar is.De leerling vervangt veel klanken of spreekt ze anders uit. Vaak is deze leerling al wel in contact gekomen met een logopedist die een compleet behandeltraject met het...

Schooltas inpakken met een app

TOStips.nl heeft een een superhandige tool uitgebracht.De Schooltas inpakken web-app voor kinderen met (en zonder) een taalontwikkelingsstoornis (TOS). Je staat er niet altijd bij stil, maar ogenschijnlijk simpele opdrachten (denk aan: ga naar je bed of pak je...

Review taal in het kwadraat

Taal in het kwadraat  In deze review het boek van prof. dr. Constance Vissers e.a. over TOS, innerlijke taal en executieve functies.TOS ofwel taalontwikkelingsstoornis blijft een van de meest onbekende diagnoses, maar gelukkig wordt er steeds meer onderzoek gedaan...

Een stappenplan voor Close Reading en TOS

Een stappenplan voor Close Reading en TOS   Hoi, mijn naam is Monique en in dit gastblog neem ik je mee in mijn werk als leerlingbegeleider van leerlingen met een TOS.Vanuit mijn werk als leerlingbegeleider bij Auris ambulante dienstverlening werk ik vaak met...

Bouke bouwt, een app voor zinsbouw bij TOS

[][/]Een review van de app Bouke Bouwt Dit keer gaat deze review over een serious game die speciaal voor en door logopedisten is ontwikkeld om kinderen van 7-10 jaar te laten oefenen met zinsstructuren.In het voorjaar van 2022  volgt ook een app release. In Bouke...

TOS en het jonge kind

Taalontwikkelingsstoornissen bij het jonge kind Dit is de titel van het nieuwste boek van Bernadette Sanders. Ik zei het al in een eerdere review, er zijn meer boeken geschreven over TOS, maar de boeken van Bernadette Sanders  lezen steeds weer als een trein en...

Het grote TOS mysterie, TOS verstript!

  Het grote TOS Mysterie, TOS verstript !   Wanneer je mij al langer volgt weet je dat ik altijd op zoek ben naar nieuwe boeken of materialen die je kunt inzetten bij de begeleiding van leerlingen met een taalontwikkelingsstoornis, een TOS.Toen ik de...

Technisch lezen in een doorlopende lijn

Technisch lezen, hoe doe je dat? In deze review vertel ik jullie meer over het onderwijsboek van het jaar 2020 van Marita Eskes; Technisch lezen in een doorlopende lijn.Het boek heeft met recht de subtitel: Een praktisch handboek voor de basisschool.Want dat is het...

Rocketbook, jouw ideale digitale notitieboek!

Rocketbook, mijn ideale hulp bij ondersteunend tekenen  Een tijdje terug had ik een gesprek met een leerkracht over de hulpvraag van de leerling en gebruikte hierbij ondersteunend tekenen. De leerkracht was enthousiast en we maakten een kopie van de schets om op een...
TOS als onderwijskwestie

TOS als onderwijskwestie

Vakantie inspiratie

In juni van dit jaar was ik een weekend in Londen met mijn dochter en bewonderde ik WestMinster Abbey.
Wat een prachtig paleis en wat een imposante restauratie was daar tegelijkertijd aan de gang. Het paleis en de Big Ben stonden in de steigers voor restauratie.
Ondanks de vele toeristen die speciaal kwamen, moest de restauratie natuurlijk gewoon doorgaan. 

 

Onderwijsland onder constructie

De vergelijking met het onderwijs vond ik later toepasselijk. Sinds de invoering van de wet op passend onderwijs in 2012 is ons onderwijsland ook onder constructie.
Alle professionals hebben sindsdien de zeilen bij moeten zetten om voor iedere leerling een passend onderwijsaanbod te bieden. Dit verloopt niet altijd vlot en de professionalisering van onderwijspersoneel binnen het reguliere onderwijs laat helaas nog steeds te wensen over.
Leerkrachten voelen zich handelingsverlegen en overspoeld door werkdruk. In de tussentijd gaat de dagelijkse praktijk gewoon door en worden leerlingen met allerlei zorgplannen en dikke zorgdossiers zo goed en ze kwaad mogelijk begeleid binnen het reguliere PO in plaats van op het speciaal onderwijs.
Passend onderwijs, een krachtig concept maar zonder stevig fundament gedoemd te mislukken. De leerkracht moet professionaliseren, maar wanneer? Een dag heeft toch echt maar 24 uur.

Tijdens mijn zomervakantie kwam ik op het spoor van Simone Sarphatie.
Ik kwam haar tegen via Social Media en raakte geïnteresseerd in haar website. Ze schrijft op haar website Sarpathie onderwijs en onderzoek  over haar missie om in samenwerking met onderwijsprofessionals,   schoolorganisaties te begeleiden bij het ontwikkelen van passend onderwijs en bijbehorende arrangementen.

Daarnaast heeft ze een speciale ontmoetingsplaats gecreëerd. Het Paleis voor onderwijs. Dit schrijft ze erover op haar website.

Het Paleis voor Onderwijs

Mijn symbolische plek voor alles wat met onderwijs te maken heeft.

Het staat voor mijn missie om het onderwijs weer het aanzien te geven dat het verdient: belangrijk en indrukwekkend.

“Simone Sarphatie”

Lees hier meer op de speciale website.

Dit maakte mij nog nieuwsgieriger natuurlijk. Ik ontdekte haar podcastserie “De onderwijskwesties”.
Zij heeft met deze serie  podcasts in heel veel verschillende gesprekken, vanuit verschillende invalshoeken, naar het onderwijs in Nederland gekeken en professionals geïnterviewd.

Podcasts over onderwijskwesties

Via haar website kon je jezelf deze zomer inschrijven om een aantal keer per week zo’n podcast-link in je inbox te ontvangen.
Dit vond ik handig, want je kunt dan zelf je tijdstip en dag uitkiezen om de informatie te beluisteren.
Ik heb dit gedaan en een paar podcasts zijn mij bijgebleven. De podcasts ove TOS en over selectief Mutisme.
Deze wil ik graag hier met jullie delen.

Klik op de links hieronder om deze podcast te beluisteren.

Podcast #81 - TOS op de basisschool

Een taalontwikkelingsstoornis (TOS) is een van de meest voorkomende stoornissen bij kinderen. Dat betekent dat iedere leraar ermee te maken krijgt en dat gemiddeld in elke klas van dertig kinderen twee kinderen een TOS hebben. Het komt hiermee vaker voor dan ADHD en veel vaker dan autisme.
Een inhoudelijk gesprek met Bernadette Sanders, auteur van ‘Taalontwikkelingsstoornissen in de klas – Praktische handelingsadviezen en tips’.

Meer informatie overhet boek van Bernadette Sanders, lees dan hier verder.

Zomerpodcast 13 - Over selectief mutisme

Een heldere uitleg over selectief mutisme van Eustache Sollman.

Hij is ambulant begeleider en een expert op het gebied van selectief mutisme. In deze podcast vertelt hij over deze angststoornis en over het boek wat hij daarover aan het schrijven is.

 

Zijn boek Breek de stilte (uitgeverij Pica) wordt verwacht in november 2018.

 

Heb je liever een boek in handen?

Alle Podcasts zijn verschenen in dit handzame boek, te bestellen via de website van Simone Sarphatie.
Het boek geeft een positief en realistisch beeld van het onderwijs. Ook met kritische geluiden, maar steeds met een constructieve intentie, kijkend naar oplossingen en kansen.

Mijn mening

Door het beluisteren van de podcasts  van Simone krijg je meer inzichten en gaat de diagnose TOS of Selectief Mutisme ineens meer leven voor jezelf. Je krijgt tips, adviezen en handige handvatten op een rijtje.

twee waardevolle audiodocumenten dus voor je eigen professionalisering.
Handig is ook dat je ze  simpel kunt beluisteren tijdens bijvoorbeeld een wandeling of sportactiviteit.

 

Beluister jij wel eens een podcast?

 

Rekentaal en rekenknobbeltassen

Rekentaal en rekenknobbeltassen

Rekentaal

 

In een vorig blog schreef ik al over tellen en getallen in een kleutergroep, en gaf ik tips voor taalzwakke kleuters..

 

In dit blog ga ik dieper in op rekentaal. En dan vooral in combinatie met taalzwakke kleuters en prentenboeken.

Rekenen met prentenboeken is een bekend fenomeen. Je neemt een geschikt prentenboek en gaat er de wiskundige activiteiten aan koppelen.
Zelf werk ik het liefst in een combinatievorm van de rekenactiviteiten uit de kleuteruniversiteit-projecten (die ook een prentenboek als uitgangspunt hebben), of met voorbeelden en opdrachten uit het boek “met rekenogen gelezen”.
Dit combineer ik daarnaast graag met activiteiten uit de methode “speel je mee in Li La Land. In deze methode ga je uit van een handpop die een probleem aandraagt wat je vervolgens samen met de kinderen gaat onderzoeken. Lees hier meer over deze methode.

Standaard ga ik uit van een betekenisvolle context, een probleem of situatie vanuit een verhaal. Dit kan ook een zelf bedacht probleem zijn, wat ik met een visualiserend gesprek en een handpop of ander attribuut aan de kinderen voorleg.

Voorbeelden:

  • Ik breng een fles mee die niet in de koelkast past maar waarvan de inhoud wel gekoeld moet worden. Hoe gaan we dit oplossen.
  • Een handpop vind zichzelf te klein en is daar verdrietig over, “hoe lang zijn jullie eigenlijk” vraagt de handpop zich hardop af.
  • Ik kom te laat binnen omdat ik te lang onder de douche heb gestaan, hierop volgend begin ik een gesprek en koppel hieraan een activiteit vast waarin we tijd gaan meten. Wat duurt er allemaal kort en wat duurt lang? Hoe meet je dat?

 

Leestip: Met rekenogen gelezen

Rekentaal en een TOS

In mijn kleutergroep op het cluster 2 onderwijs zitten kinderen waarbij meestal een flinke stoornis aanwezig is op de taaldomeinen : taalgebruik en taalinhoud.

Taalgebruik is de toepassing van taal in verschillende situaties. Met een stoornis binnen dit domein heb je ontzettend veel problemen met het doorgronden van een verhaal, een context of met informatie halen uit een tekst. Wat bedoelen ze precies, over wie of wat gaat het en wat is precies het probleem. wat wordt er gevraagd?

Daarnaast hebben leerlingen met een TOS heel vaak problemen met de taalinhoud, dit is onder meer de woordenschat.
De woordenschat is klein of oppervlakkig . Ze kennen van een woord wel het label maar niet het concept eronder. In rekentaal zitten vaak veel abstracte woorden zoals bijvoorbeeld centimeter, lengte, dikte, afmeting of afstand. Wanneer je deze woorden moet leren, heb je kennis nodig van het concept eronder. Kennis van het woordcluster meten kan je dan een flink eind  op weg helpen.

Je gebruikt bij rekentaal ook vaak woorden die belangrijk zijn voor het begrip, verwijswoorden of bepaalde aanwijzende voornaamwoorden zoals eerste, laatste, volgende, vooraan, daarachter, daarna, ervoor.
Allemaal woorden die zonder een betekenisvolle context niet te volgen zijn voor kleuters, en zeker niet voor kleuters met een TOS.
Het is soms voor de hand liggend om dan het taalaanbod te versimpelen, maar wanneer je die specifieke rekentaal niet aanbiedt, zal het nooit eigen worden. Juist taalzwakke kinderen moeten extra aanbod krijgen, ook in die lastigere taalcategorie.

Belangrijk is het om al je rekentaal te visualiseren met gebaren, picto’s of materiaal.
Gebruik bijvoorbeeld voor de vaste rekendomeinen vaste handpoppen zoals de meetmol (meten), de langzame slak (tijd), de fotovogel (ruimtelijk inzicht), stip het lievenheersbeest (tellen en getallen), enz.

Leestip: spelend rekenen

 

Wanneer je gebaren gebruikt, zorg dan dat daar consistentie in zit. Gebruik de vaste , bijbehorende gebaren vanuit de NmG.
Gebruik ook vaste picto’s voor die vervelende aanwijswoorden die zo lastig zijn om te onthouden. Op de site van sclera.be kun je hiervoor heel makkelijk picto’s vinden.

 

Onderzoek

Uit onderzoek van de NRO rondom prentenboeken en rekenen-wiskunde bij kleuters blijkt dat kinderen die een voorleesprogramma volgden maar liefst 22% meer vooruitgang boekten dan de controlegroepen die het standaardprogramma volgden voor rekenen-wiskunde.

In het onderzoek was het uitgangspunt ‘Laat het boek zijn werk doen’. Ga uit van de kracht van het prentenboek. De kleuteronderwijzer neemt enkel een onderzoekende houding en overlaadt het kind niet met vragen ter controle om na te gaan of het kind alles begrepen heeft. Op een informele manier laat het prentenboek de kinderen nadenken over reken-wiskundige inhouden en plaatst het leerinhouden in een betekenisvolle context.

Leestip: Rekenen met prentenboeken

 

Rekenknobbeltassen

Op de site van Kleutergewijsvond ik een interessant artikel van Lotte Rommelaere. Zij maakte een eindwerk over wiskunde dat erg positief ontvangen werd door studenten en collega’s.
De rekenknobbeltas: Een creatieve werkvorm om op een speelse manier aan wiskundige tussendoortjes te werken.

 

Zij schrijft:

Een rekenknobbeltas is vergelijkbaar met een verteltas maar de focus ligt hier meer op de wiskundige denkontwikkeling i.p.v. op de taalontwikkeling. Net zoals bij de verteltas vertrekt de rekenknobbeltas vanuit een goed prentenboek dat aan de kleuters wordt voorgelezen. Dit prentenboek sluit aan bij een bepaald thema.

In het artikel op de site Kleutergewijs vind je een gratis download naar een voorbeeld van de inhoud van een van deze tassen.

Zelf lijken deze tassen mij een welkome aanvulling om mee naar huis te geven. Zo kunnen ouders thuis ook eens anders aan de slag met een prentenboek.
De tijd ontbreekt mij echter om hiermee actief aan de slag te gaan helaas.

 

Conclusie

Rekentaal is dus echt iets om rekening mee te houden in een kleutergroep. Het stopt immers niet bij tellen en getallen.

Het werken met verhalen en boeken, in combinatie met materialen en visuele ondersteuning kan flinke voorsprong geven aan kinderen waarbij de taal niet het sterkste punt is.
Daarom hieronder nog eens in het kort alle tips op een rijtje.

 

5 tips voor rekentaal met taalzwakke kinderen

  1. Start je wiskundige activiteit altijd vanuit een betekenisvolle situatie of een prentenboek, zodat er vanuit de kinderen een natuurlijke nieuwsgierigheid en ontdekkingstocht ontstaat.
  2. Gebruik rijke rekentaal en visualiseer hierbij  altijd met materiaal.
  3. Ondersteun de rekentaal met vaste gebaren vanuit de NmG.
  4. Gebruik  picto’s voor aanwijswoorden en abstracte rekenwoorden die zo lastig zijn om te onthouden.
  5. Zorg altijd dat de nieuwsgierigheid en het onderzoekende karakter van kleuters wordt geprikkeld.

Wat doe jij met rekentaal in jouw klas?

 

[/et_pb_column]

Wil jij creatief aan de slag met taal en digitale tools?

Bekijk dan al mijntrainingen in de Digitaalspeciaal Online Academy!

Volg vanuit je eigen huiskamer op jouw eigen tempo en tijdstip mijn online trainingen en masterclasses.

Via deze mailinglijst ontvang je meteen een kortingscode waarmee je kortingen kunt krijgen tot 50%!
Ook ontvang je als eerste het laatste nieuws over de Digitaalspeciaal Online Academy.

Bedankt! Je bent succesvol ingeschreven. Ik beloof je dat ik je niet ga spammen, wil je echter toch uitschrijven dan kan dat natuurlijk altijd onderaan elke mail. Bij Gmail en Hotmail komen mijn mails vaak in SPAM terecht. Wil geen enkele mail missen? Voeg mijn mailadres dan toe aan jouw lijst met vertrouwde contacten of bij Gmail aan de mailbox Primair. Groet, Marita

Pin It on Pinterest