Taalmuur in de klas? 10 tips op een rij
Taalmuur in de klas? 10 tips op een rij
De taalmuur in de klas
heb jij hem al ?
Taal en Woordenschat
Taal is de basis voor je ontwikkeling, alles in het dagelijkse leven draait om taal, iedereen gebruikt taal. Een taalmuur in de klas levert een grote bijdrage aan de visuele ondersteuning van de taalles voor TOS leerlingen. Taal is het voertuig van het leren. Maar zonder een woordenschat op leeftijdsniveau is taal lastig, goede communicatie wordt vaak onbereikbaar, begrijpend luisteren en lezen gaat moeizaam en communicatieve redzaamheid geeft flinke problemen. Een taalmuur kan hier hulp bieden voor de leerling.
Dagelijkse sociale interactie en taalonderwijs op school leveren een grote bijdrage aan de ontwikkeling van de woordenschat van een kind.
Veel lezen draagt ook enorm bij aan het ontwikkelen van een grote leeswoordenschat. Op het einde van de basisschool is de gemiddelde omvang van de leeswoordenschat 15000 woorden volgens Aarnoutse en Verhoeven (2003)
Waarom een taalmuur in je klas?
Met een taalmuur geef je de leerlingen een visueel ankerpunt. Een centrale plek waar ze alles rondom de woordenschat, de taalregels en de gevoerde gesprekken of behandelde thema’s kunnen terugvinden.
Dit geeft taalsteun voor de taalzwakke leerlingen of de leerlingen met een TOS. Voor jezelf is het meteen een dagelijkse reminder om je consolideeroefeningen te plannen en een handige plek om naar terug te verwijzen bij uitleg of herhaalde instructie.
Kies voor ruimte en zichtbaarheid
Kies voor een zichtbare plek, niet achterin de klas maar voorin of aan een zijwand.
Houdt meteen rekening met lichtinval, op een raam is niet echt een fijne plek dus.
Kies ook voor ruimte en formaat. Een A4 is niet leesbaar achterin en bijvoorbeeld een rood papier met zwarte letters leest ook lastig op een afstandje.
De taalmuur zorgt voor rust
Door een centrale plek te creëren houd je ook de broodnodige rust in je lokaal. Niets is zo storend als een lokaal met overal en nergens allerlei reminders, posters, kalenders en meer van dat soort dingen. Bewaar daarom ook een aparte plek voor de taalmuur, baken hem af, dat geeft rust en structuur.
Je kunt dit bijvoorbeeld doen met gekleurd isolatietape op de muur (makkelijk te verwijderen) of door een groot prikbord of whiteboard op te hangen.
Voor de volledigheid pleit ik hier meteen ook voor een rekenmuur, er zijn veel begrippen, regels of afkortingen binnen het rekenonderwijs die met een visuele ondersteuning op de rekenmuur voor veel leerlingen een fijne reminder of een extra hulp kunnen bieden.
Bouwen aan een semantisch netwerk
Woordenschat is vaak een stukje taalonderwijs wat wel als aparte leerlijn wordt gezien , maar waar men soms niet zo goed raad mee weet. Natuurlijk staat er in de taalboeken woordenlijsten en worden er bij thematisch onderwijs trouw per thema woorden gekozen of gezocht, maar dan…hoe ga je daar mee verder?
Een goede woordenschatopbouw is immers cruciaal voor de algehele taalontwikkeling en het leesproces. Lees hier verder over tips voor TOS in de klas
Eén keer samen de betekenis opzoeken van een themawoordenlijst, daarna voor een dictee die woordenlijst uit het hoofd leren, dat is spellingonderwijs.
Hierdoor leer je geen betekenis maar alleen het woordbeeld en de spelling, je leert echter onvoldoende woordbetekenissen en woordgebruik.
Je kunt heel veel woorden kennen, dat betekent nog niet dat je ze ook kunt gebruiken.
Binnen woordenschatontwikkeling is naast een goede uitbreiding en een goede verdieping, ook een goede opslag in het brein erg belangrijk om woorden weer gemakkelijk terug te vinden in je geheugen, zodat je ze daarna ook adequaat kunt gebruiken. Woorden moeten verankerd worden in het geheugen en gekoppeld worden aan de eigen kennis van de wereld.
Binnen het “netwerk” van het brein moet je op de juiste “schijf” het juiste “document” kunnen opslaan en terugvinden!
Dit “document” in de hersenen moet dan daarnaast goed gevuld zijn met de juiste informatie.
Woorden moeten dus verankerd en vindbaar zijn in het geheugen. Dit noemt men ook wel een goed “semantisch netwerk”.
Om dit te bewerkstelligen zul je intentioneel woordenschat moeten aanbieden met vaste routines en dit vervolgens visualiseren op een taalmuur.
Tips om met grafische modellen aan de slag te gaan
Wil je aan de slag met grafische modellen? Ga dan zeker kijken op de site van Rezulto en klik op het tabblad: Met woorden in de weer: praktijkmateriaal.
Hier vind je naast veel informatie over de viertakt van Verhallen en de kwaliteitskaarten voor alle onderdelen van de viertakt , ook een aantal handige downloads waarmee je zelf woordwebben, woordparachutes en woordkasten en woordtrappen op je digibord kunt maken. Hieronder zie je voorbeelden van de diverse downloads die op de site staan.
Wanneer moet ik dit doen?
Vaak hoor ik van leerkrachten dat ze de modellen niet gebruiken, omdat het er gewoonweg niet van komt.
Mijn tip: kopieer een aantal lege modellen op minimaal A3 formaat en leg die bij de taalmuur klaar.
Je kunt dan op ieder geschikt moment, tijdens een uitleg, in een leesles of tijdens een instructie een grafisch model invullen, samen met de leerlingen. Op deze manier is het betekenisvol en werkt het als een visuele kapstok voor de auditieve informatie. Ondersteun dit met simpele tekeningen of afbeeldingen van het internet die je er later bijplakt. Geef eventueel bij oudere leerlingen op een later tijdstip de mogelijkheid om er bijpassende afbeeldingen bij te zoeken op het internet.
Praktijkmaterialen voor de taalmuur
Wanneer je op de site van Rezulto bent, bij het tabblad praktijkmaterialen, vind je daar onder meer de volgende gratis downloads:
- Les voorbereidingsschema’s voor de viertakt (een uitgebreide en een verkorte versie)
- Een formulier voor registratie in de groep (welke woordclusters je hebt behandeld en wanneer)
- Een woordwebben Powerpoint met uitleg over hoe je de diverse formats kunt gebruiken
- 16 gratis formats van woordparachutes, woordkasten woordtrappen die je zelf op je digibord kunt vullen.
Hoe download je deze voorbeelden?
- Ga je op een afbeelding staan met je cursor
- Klik je met je linkermuisknop op de afbeelding
- Er volgt nu een menu om deze afbeelding te downloaden als powerpoint.
4. Wanneer je daarna deze powerpoint (van steeds 1 pagina) opent en je klikt op de knop “bewerken inschakelen” , dan kun je hem aanpassen en vullen met jouw woorden en afbeeldingen.
TIP: Wanneer je binnen deze powerpoint kiest voor pagina dupliceren, kun je de originele, lege pagina bewaren en de andere steeds vullen. Zo creëer je in diezelfde powerpoint een serie van dezelfde parachutes.
Je kunt er ook voor kiezen om de parachute op te slaan (en eventueel af te drukken) als PDF. Je kunt er dan niets meer aan veranderen maar het lege origineel in de powerpoint wordt dan ook bewaard.
10 tips voor een taalmuur
1. De plaats in het lokaal
Bedenk goed welk plekje je kiest in de klas. Het mag een grote plek zijn, maar het moet wel afgebakend zijn en overzichtelijk blijven. Een taalmuur die eindeloos is, kan erg rommelig worden. Trek bijvoorbeeld een omlijning met tape op je muur en werk altijd van links naar rechts.
2. Vol = vol
Ververs met regelmaat de inhoud van de taalmuur. Eindeloos dingen laten hangen heeft geen effect. Wanneer je thematisch onderwijs geeft, houd dan deze periode aan en begin een nieuwe muur bij een nieuw thema.
Heb je een aantal vaste regels of nieuwe woordsoorten, laat die bijvoorbeeld op een hoek van de muur hangen zolang het nodig is.
3. WOordbewustzijn bij de leerlingen
Het is te allen tijde belangrijk om alle kinderen een houding aan te leren om zich bewust te worden van woorden die ze (nog) niet kennen. Met de taalmuur heb je hier een visuele reminder voor. Zodra je een lastig woord tegenkomt in je les, bij welk vak dan ook, kun je samen beslissen of dit woord op de taalmuur thuishoort. Doe dit hardop denkend voor. Blijf dit herhalen. Noteer niet alle moeilijke woorden, maak keuzes hierin.
4. Strategieën aanleren
Om kinderen strategieën aan te leren waarmee ze nieuwe woorden kunnen leren, is een taalmuur een goed middel. Laat ze alert worden en actief meedenken over de inhoud. “Hé, dat is een nieuw woord, kennen we dit woord al? Waar heeft het mee te maken? Kunnen we er iets over opzoeken? Welk deel van het woord kennen we al wel? Met welk woord heeft dit een verband?” (denk aan vergrotende trap, tegenstelling, categorie, enz)
Leer ze bewust aan wat ze kunnen doen met een taalmuur en hoe ze hem kunnen gebruiken of zelfs aanvullen.
5. Modeling met een taalmuur
Het is belangrijk om als leerkracht een voorbeeldrol te spelen door woordenschat een belangrijke en (visueel) zichtbare plek te geven in de dagelijkse lessen. Vakoverstijgend woordenschatonderwijs en aandacht voor taal, klanken en letters geef je liefst een aparte plek in de klas, dit kun je doen door het gebruik van een taalmuur.
6. Aandacht voor netwerken
Er moet aandacht zijn voor semantische netwerken, figuurlijke taal, homoniemen, synoniemen, schooltaalwoorden zoals vaktaal, verwijswoorden, lidwoorden, werkwoorden, begrippen, tegenstellingen, aanwijswoorden, enz.
Deze geef je het beste een (vaste) plek op een taalmuur. Dit kan al vanaf groep 2.
7. Maak taal zichtbaar met een taalmuur
In de onderbouw moet er expliciet aandacht zijn voor woordenschat en de klanken van taal. Het fonemisch bewustzijn moet getraind worden, dit maak je zichtbaar op de taalmuur. Laat bijvoorbeeld zien dat woorden rijmen met kleur of laat zien dat woorden het tegenovergestelde betekenen met een woordkast. Taal is auditief en vervliegt daarom makkelijk, met een taalmuur geef je een visuele plek aan die taal.
De taalmuur is een visueel handvat voor zowel de leerkracht als de leerling.
Laat kinderen door de dag heen alert zijn op bepaalde beginklanken, eindklanken of rijmwoorden. Horen ze er weer een, dan wordt die toegevoegd op de taalmuur.
Door het visualiseren van de rijmwoorden, de beginklanken en de eindklanken, gaan kinderen letterlijk zien wat je bedoelt. Vooral bij taalzwakke kinderen is dat erg belangrijk!
8. Aandacht voor taalvorm en zinsbouw op de taalmuur
Gebruik functiewoorden zoals lidwoorden en voegwoorden of verwijswoorden en sta expliciet stil bij de functie van verwijswoorden of voegwoorden in een zin.
Voor verwijswoorden kun je met een pijl boven de zin werken. Je kunt lidwoorden en andere woordsoorten bijvoorbeeld een vaste kleur geven. Geef aandacht aan functiewoorden door er een vast gebaar aan te koppelen. Dit wordt bijvoorbeeld ook gedaan in de methode “zien is snappen”. Zij gebruiken bij het lidwoord “de” altijd een vast gebaar ( duim omhoog) , zodat je visueel duidelijk maakt dat dit een los woord is.
9. Maak leerlingen eigenaar van de taalmuur, creëer woordbewustzijn
Een taalmuur moet iets van de leerlingen worden, zij moeten hem gaan gebruiken, ermee aan de slag te gaan en zo mede eigenaar te worden van hun taalleerproces. Laat ze daarom zelf afbeeldingen zoeken, mindmaps aanvullen of tekeningen maken voor de taalmuur. Zelfgemaakt betekent vaak meer en blijft beter hangen dan een prachtig strak voorbeeld van de leerkracht.
10. Vergeet niet te consolideren
Er moet met vaste regelmaat geconsolideerd worden, de taalmuur is hiervoor een visueel handvat voor zowel de leerkracht als de leerling. Bespreek woorden en kom er gedurende een week een aantal keren op terug. Je kunt er een spelletjes bij bedenken zoals raadsels of omschrijvingen van het woord. Bedenkt hier een vaste routine voor.
Hang bijvoorbeeld een poster naast de taalmuur op met daarop een dobbelsteen en 6 spelvormen. Of zet een grabbelpot op je bureau met kaartjes met consolideerspelletjes erop en laat elke middag iemand een spelvorm grabbelen.
Speel bijvoorbeeld het spel: ‘raad het woord’ (neem een woord in gedachten en laat de leerlingen raden welk woord het is door vragen te stellen waarop je alleen met ja of nee mag antwoorden)
Op zoek naar voorbeelden?
Kijk op mijn Pinterest pagina: Een taalmuur in de klas.