Aan de slag met mindmappen

Aan de slag met mindmappen

Mindmappen met Kleuters

Je kunt met kleuters heel goed werken aan mindmappen, bijvoorbeeld in combinatie met prentenboeken.Maar hoe doe je dit precies?
Het maken van een mindmap is een groepsproces. Je werkt met een vast schema met deelvragen rondom het boek die ook telkens weer terugkeren bij ieder volgend prentenboek.
Een verhaalschema  is dan ook heel goed te gebruiken voor een mindmap.

Wat zijn de regels voor mindmappen?

Veel mensen zijn het er al over eens dat Mindmappen handig is om grote hoeveelheden leerstof of informatie snel  overzichtelijk te maken.

Binnen het onderwijs zijn de toepassingen ook legio. Op mijn yurlspagina over mindmappen vind je uitlegfilmpjes over Mindmappen en handige links naar artikelen over Mindmappen met kleuters.

 

Wat zijn eigenlijk de regels voor Mindmappen?

 

Een aantal regels liggen vast en helpen je om een vast format aan te houden.

  1. Werk op zo groot mogelijk (minimaal A3) formaat papier in landscape (= liggend) formaat.
  2. Plaats het onderwerp of de titel van een boek altijd in het midden.
  3. Een mindmap lees je van binnen naar buiten. Het belangrijkste staat dus in het midden, de dikke takken geven de categorieën aan, de takken die daar weer uit voortkomen geven de subcategorie aan.
  4. Takken krijgen altijd een zijtak vanuit het einde van de tak, dus niet vanaf het midden van de tak. Zijtakken kun je ook nog twijgjes geven, ook die komen vanuit het einde van de zijtak.
  5. Woorden plaats je altijd boven een tak. Lidwoorden worden wel toegevoegd maar geen zinnen. Lidwoorden zijn weetwoorden, ze moeten geautomatiseerd worden en vragen om taalgevoel bij het toepassen. Voor veel kinderen is dit daarom lastig, overal waar het kan , is het dus wijs om lidwoorden standaard toe te voegen.
  6. Kleurgebruik is belangrijk. Elke tak met de bijbehorende zijtakken, krijgt een eigen kleur. Hierdoor blijft de verdeling in categorieen visueel goed zichtbaar.
  7. Gebruik plaatjes of tekeningen die duidelijk zijn en plaats ze boven de takken bij de woorden.
  8. De logische volgorde van de takken is die waarin je de leesrichting met de klok laat mee draaien.
  9. Maak een mindmap altijd samen met een groep of een kind, aanpassingen ook altijd samen maken
  10. Print de mindmap uit of kopieer hem. Hang één kopie op in de klas, gebruik de andere kopieën voor spelvormen.

Maar ik kan niet tekenen?

Wat ik altijd terug hoor is de opmerking “maar ik kan niet tekenen”. Mijn antwoord is dan altijd hetzelfde, dat dit niets uitmaakt.
Het belangrijkste is dat je de tekening of het plaatje samen met de kinderen kiest of maakt.  
Thuis alvast mooie plaatjes plakken, of op een later tijdstip zonder de kinderen erbij, dat werkt niet.
Je hebt dan zeker een prachtige mindmap, maar het is dan jouw mindmap. Om er later verwerkingsoefeningen mee te kunnen doen, moet het een mindmap worden van de kinderen. Maak zo’n mindmap dus altijd samen.

En die mooie plaatjes van internet dan?

Je kunt vooraf wel afbeeldingen of foto’s  verzamelen en eventueel alvast uitprinten, maar laat dan een keuzemogelijkheid open zodat je samen het meest passende plaatje kunt kiezen met de kinderen.
Zo wordt het toch iets van hen zelf en kun je die prachtige plaatjes van het internet toch nog gebruiken.

 

Extra tips voor mindmappen

  •  Bedenk vooraf wat je doel is. Wil je brainstormen, maak dan een woordweb. Wil je onderlinge relaties in een netwerk categoriseren, maak dan een mindmap
  • Bedankt dat de kracht van een mindmap het visuele aspect is . Werk daarom met goede kleuren, duidelijke afbeeldingen en korte teksten (lidwoord + zelfstandig naamwoord of een werkwoord)
  • Denk vooraf na over die onderlinge verbindingen. Bedenk dan meteen hoeveel takken je wil gaan maken, houd hier rekening mee met de ruimte op je papier.
  • Kom je ruimte tekort, plak er dan nog een stuk papier aan vast, ga niet rommelen met kleine lettertjes of scheve teksten. Houd het overzichtelijk.
  • Pas je tekstgrootte aan, aan de plaats in de mindmap. Woorden bij de hoofdtakken schrijf je groter of dikker dan woorden in de zijtakken en de twijgjes.
  • Alle woorden moeten steeds linkbaar zijn naar het onderwerp van de mindmap.
  • Plaats de afbeeldingen  boven het woord en de tak, zodat je eventueel nog een uitbreiding eraan vast kunt maken met een twijg.
  • Gebruik een mindmap voor verschillende doelen, zie hiervoor de download inspiratie-reader onderaan dit artikel

 

Waar gebruik je een mindmap nog meer voor?

 

Mindmappen kun je voor heel veel doeleinden inzetten. Op de site van Bazalt heb ik een handig overzicht gevonden wat je onderaan dit artikel kunt downloaden. Het beschrijft nog eens de regels van het mindmappen en geeft meteen ook meerdere toepassingsmogelijkheden.

 

Leuke toepassingen voor taaldoelen zijn:

  • Letters aanbieden en woorden erbij bedenken (*klankherkenning)
  • Woorden zoeken die rijmen en categoriseren op bijvoorbeeld onzinwoorden, namen en echte woorden. (*taalvorm en *taalinhoud))
  • Voorwerpen van een thema in de juiste categorie plaatsen  (*ordenen en logisch redeneren)
  • De belangrijkste gebeurtenissen uit een verhaal visualiseren (*verhaalopbouw)
  • Woorden indelen op categorie (woordsoorten, spellingscategorie) (*taalvorm)

Bij taalzwakke kinderen kun je een eerst starten met de concrete voorwerpen te categoriseren in hoepels. Dit wordt dan later vertaald naar de takken van de mindmap.

Wil je meer lezen over spelvormen bij mindmaps, lees dan verder in mijn blog: Spelen met mindmaps.

 

Wil je meer lezen over het maken van mindmaps met digitale tools, lees dan mijn blog : Mindmaptools, mijn top 5.

 

Ga aan de slag met mindmappen

Ga aan de slag met een Mindmap op papier of digitaal.
Kies de vorm die bij jou het beste past 

Spelen met Mindmaps

Spelen met Mindmaps

Wat zijn de regels voor mindmappen?

Veel mensen zijn het er al over eens dat Mindmappen handig is om grote hoeveelheden leerstof of informatie snel  overzichtelijk te maken.

Binnen het onderwijs zijn de toepassingen ook legio. Op mijn yurlspagina over mindmappen vind je uitlegfilmpjes over Mindmappen en handige links naar artikelen over Mindmappen met kleuters.

Spelen met mindmaps 

Een aantal regels binnen het mindmappen liggen vast en helpen je om een vast format aan te houden.

Je leest hierover in mijn blog Aan de slag met mindmappen.

Wanneer je de mindmap uitorint of kopieert kun je er mee gaan spelen.

Ik benoem dit als spelen, maar in deze spelvormen leren de kinderen natuurlijk een hoop over de content van de mindmap.
Hang één kopie met de complete mindmap op in de klas, gebruik de andere kopieën voor spelvormen.
 

Voorwaarden voor een goede mindmap

  • Bedenk vooraf wat je doel is. Wil je brainstormen, maak dan een woordweb. Wil je onderlinge relaties in een netwerk categoriseren, maak dan een mindmap
  • Bedenk dat de kracht van een mindmap het visuele aspect is . Werk daarom met goede kleuren, duidelijke afbeeldingen en korte teksten (lidwoord + zelfstandig naamwoord of een werkwoord)
  • Denk vooraf na over die onderlinge verbindingen. Bedenk dan meteen hoeveel takken je wil gaan maken, houd hier rekening mee met de ruimte op je papier.
  • Kom je ruimte tekort, plak er dan nog een stuk papier aan vast, ga niet rommelen met kleine lettertjes of scheve teksten. Houd het overzichtelijk.
  • Pas de grootte van je tekst aan naar de plaats in de mindmap. Woorden bij de hoofdtakken schrijf je groter of dikker dan woorden in de zijtakken en de twijgjes.
  • Alle woorden moeten steeds gelinkt zijn aan het onderwerp van de mindmap.
  • Plaats de afbeeldingen  boven het woord en de tak, zodat je eventueel nog een uitbreiding eraan vast kunt maken met een twijg.
  • Gebruik een mindmap voor verschillende doelen, zie hiervoor de download inspiratie-reader onderaan dit artikel

 

Waar gebruik je een mindmap eigenlijk voor?

Mindmappen kun je voor heel veel doeleinden inzetten. Op de site van Bazalt heb ik een handig overzicht gevonden wat je onderaan dit artikel kunt downloaden. Het beschrijft nog eens de regels van het mindmappen en geeft meteen ook meerdere toepassingsmogelijkheden.

Toepassingen voor taaldoelen:

  • Letters aanbieden en woorden erbij bedenken (klankherkenning)
  • Woorden zoeken die rijmen en categoriseren op bijvoorbeeld onzinwoorden, namen en echte woorden. (taalvorm en taalinhoud))
  • Voorwerpen van een thema in de juiste categorie plaatsen  (ordenen en logisch redeneren)
  • De belangrijkste gebeurtenissen uit een verhaal visualiseren (verhaalopbouw)
  • Woorden indelen op categorie (woordsoorten, spellingscategorie) (taalvorm)

Bij taalzwakke kinderen kun je eerst starten met de concrete voorwerpen te categoriseren in hoepels. Dit wordt dan later vertaald naar de takken van de mindmap.

 

Spelen met een mindmap


Het is de bedoeling, dat de kinderen, na het maken van een mindmap, bijvoorbeeld tijdens de werkles, met een  ‘mindmapspel’ aan de slag gaan.

wanneer je het spel ook in volgende jaren wilt gebruiken, dan is het verstandig, om het spel vóór gebruik te lamineren.
Wanneer je beschikt over een digibord kan een spel natuurlijk ook digitaal gespeeld worden.
Heb je de beschikking over een magnetisch whiteboard dan kun je de plaatjes met magnetische tape op de mindmap vastzetten. Handig voor hergebruik.

7 spelvormen voor mindmaps op een rijtje

1. Puzzelen

Kopieer de mindmap. Knip het kopie in stukken en laat hem in elkaar puzzelen door de groep, een tweetal of een individuele leerling. Wanneer je de  mindmap meerdere keren kopieert kun je ook meerdere groepjes aan de slag zetten en er een wedstrijdelement aan koppelen met bijvoorbeeld een afgebakende tijd met een zandloper op je digibord. Dit is afhankelijk van je groep, het mag geen frustratie opleveren.

2. Sorteren en benoemen

Zorg dat je de mindmap-plaatjes kopieert en lamineert en stop  ze in een doosje. Ieder kind mag nu om de beurt een plaatje uit de doos halen, dit benoemen en op de juiste takkenkleur leggen.
Leg hiervoor 4 gekleurde papieren (of hoepels) waarvan de kleuren corresponderen met de kleur van de takken van de mindmap,
Dit spel kan ook in allerlei andere coöperatieve vormen gespeeld worden.
Je creëert dan meer overlegmomenten.
Wanneer je de plaatjes lamineert, kun je ze een volgend jaar hergebruiken.

3. Puzzel je eigen mindmap

Laat de kinderen de mindmap namaken op een A3 tekenvel. Kinderen die een zwakke motoriek of minder tekentalent hebben kun je ook de plaatjes (op een knipvel) geven. Het knippen, sorteren, ordenen en plakken is dan al een prachtige oefening op zichzelf.

4. Teken je eigen mindmap

Geef ze de opdracht om zelf een mindmap te maken bij een zelfgekozen boek of verhaal. Geef eventueel een lege mindmap als startpapier. Teken hiervoor bijvoorbeeld een cirkel in het midden met de eerste aanzet van een tak, alle begin is moeilijk en zo krijgen ze een klein duwtje in de goede richting.

 5. Maak een digitale mindmap

Wanneer je de Gynzy software hebt voor je digibord kun je de plaatjes van de mindmap van tevoren verzamelen onderaan een pagina.  Geef hier dus weer een keuzemogelijkheid of zoek samen naar een meer passende afbeelding in de afbeeldingsbibliotheek.
Erboven schrijf je op het bord een onderwerp in het midden en teken je takken met de digitale pen. Daarna laat je de kinderen de takken met de plaatjes vullen. Eventueel kun je nog meer verdieping aan brengen door de juiste woorden erbij te laten zoeken of zelf te laten intypen.
De favoriete digitale mindmaptools met beschrijving vind je op deze pagina.

6. Lees de mindmap voor aan elkaar

Lamineer je mindmap en laat hem in de leeshoek nog eens “nalezen” door de kinderen.  Dit kan ook in een coöperatieve werkvorm gegoten. Denk bijvoorbeeld eens aan tweepraat, raad mijn plaatje of zoek dezelfde. 

7. Speel de mindmap na

Hang de mindmap bij de verteltafel en maak met de afbeeldingen van de Wie en Waar takken voorwerpen en poppetjes door ze op een wcrol te plakken. De kinderen kunnen nu handelend het verhaal nog eens naspelen.

Dit verhaal kun je vervolgens weer filmen met bijvoorbeeld de app Stopmotion.

 

Digitale aanvullingen voor mindmappen

Er zijn natuurlijk veel apps op de markt waarmee je mindmaps kunt maken.
Bekijk mijn artikel voor een top 5 van mindmaptools , of gebruik simpelweg de whiteboardfunctie van je digibord.
Er zit binnen Gynzy natuurlijk een schoolbord waarin je zelf kunt gaan tekenen, binnen Prowise vind je een speciale mindmaptool.
Sinds kort is er de mogelijkheid om gratis aan de slag te gaan met de site Mindmapmaker.

 

Dit is een voorbeeld van de site Mindmapmaker.org.
Ga vooral eerst thuis aan de slag met deze site, en ontdek de mogelijkheden. 

Heb je een vraag, stel hem hieronder in een reactie of via de Facebookgroep Digitaal met het jonge kind.

Ga jij ook aan de slag met mindmaps?

Gebruik een app of maak een Mindmap op papier. Kies de vorm die bij jou het beste past,

Kies er vervolgens een spelvorm bij !

Taalmuur in de klas? 10 tips op een rij

Taalmuur in de klas? 10 tips op een rij

Taalmuur in de klas? 10 tips op een rij

De taalmuur in de klas

heb jij hem al ?

     

    Taal en Woordenschat 

    Taal  is de basis voor je ontwikkeling, alles in het dagelijkse leven draait om taal, iedereen gebruikt taal. Een taalmuur in de klas levert een grote bijdrage aan de visuele ondersteuning van de taalles voor TOS leerlingen. Taal is het voertuig van het leren. Maar zonder een woordenschat op leeftijdsniveau is taal lastig, goede communicatie wordt vaak onbereikbaar, begrijpend luisteren en lezen gaat moeizaam en communicatieve redzaamheid geeft flinke problemen. Een taalmuur kan hier hulp bieden voor de leerling.

    Dagelijkse sociale interactie en taalonderwijs op school leveren een grote bijdrage aan de ontwikkeling van de woordenschat van een kind.
    Veel lezen draagt ook enorm bij aan het ontwikkelen van een grote leeswoordenschat. Op het einde van de basisschool is de gemiddelde omvang van de leeswoordenschat 15000 woorden volgens Aarnoutse en Verhoeven (2003)

    Waarom een taalmuur in je klas?

    Met een taalmuur geef je de leerlingen een visueel ankerpunt. Een centrale plek waar ze alles rondom de woordenschat, de taalregels en de gevoerde gesprekken of behandelde thema’s kunnen terugvinden.

    Dit geeft taalsteun voor de taalzwakke leerlingen of de leerlingen met een TOS.  Voor jezelf is het meteen een dagelijkse reminder om je consolideeroefeningen te plannen en een handige plek om naar terug te verwijzen bij uitleg of herhaalde instructie.

    Kies voor ruimte en zichtbaarheid

    Kies voor een zichtbare plek, niet achterin de klas maar voorin of aan een zijwand.
    Houdt meteen rekening met lichtinval, op een raam is niet echt een fijne plek dus.
    Kies ook voor ruimte en formaat. Een A4 is niet leesbaar achterin en bijvoorbeeld een rood papier met zwarte letters leest ook lastig op een afstandje.

     

    De taalmuur zorgt voor rust

    Door een centrale plek te creëren houd je ook de broodnodige rust in je lokaal. Niets is zo storend als een lokaal met overal en nergens allerlei reminders, posters, kalenders en meer van dat soort dingen. Bewaar daarom ook een aparte plek voor de taalmuur, baken hem af, dat geeft rust en structuur.
    Je kunt dit bijvoorbeeld doen met gekleurd isolatietape op de muur (makkelijk te verwijderen) of door een groot prikbord of whiteboard op te hangen.

    Voor de volledigheid pleit ik hier meteen ook voor een rekenmuur, er zijn veel begrippen, regels of afkortingen binnen het rekenonderwijs die met een visuele ondersteuning op de rekenmuur voor veel leerlingen een fijne reminder of een extra hulp kunnen bieden.

     

    Bouwen aan een semantisch netwerk

    Woordenschat is vaak een stukje taalonderwijs wat wel als aparte leerlijn wordt gezien , maar waar men soms niet zo goed raad mee weet. Natuurlijk staat er in de taalboeken woordenlijsten en worden er bij thematisch onderwijs trouw per thema woorden gekozen of gezocht, maar dan…hoe ga je daar mee verder?
    Een goede woordenschatopbouw is immers cruciaal voor de algehele taalontwikkeling en het leesproces. Lees hier verder over tips voor TOS in de klas

      Eén keer samen de betekenis opzoeken van een themawoordenlijst, daarna voor een dictee die woordenlijst uit het hoofd leren, dat is spellingonderwijs.
    Hierdoor leer je geen betekenis maar alleen het woordbeeld en de spelling, je leert echter onvoldoende woordbetekenissen en woordgebruik.

    Je kunt heel veel woorden kennen, dat betekent nog niet dat je ze ook kunt gebruiken.
    Binnen woordenschatontwikkeling is naast een goede uitbreiding en een goede verdieping, ook een goede opslag in het brein  erg  belangrijk om woorden weer gemakkelijk terug te vinden in je geheugen, zodat je ze daarna ook adequaat kunt gebruiken.  Woorden moeten verankerd worden in het geheugen en gekoppeld worden aan de eigen kennis van de wereld.

    Binnen het “netwerk” van het brein moet je op de juiste “schijf” het juiste “document” kunnen opslaan en terugvinden!

    Dit “document” in de hersenen moet dan daarnaast goed gevuld zijn met de juiste informatie.
    Woorden moeten dus verankerd en vindbaar zijn in het geheugen. Dit noemt men ook wel een goed “semantisch netwerk”. 
    Om dit te bewerkstelligen zul je  intentioneel woordenschat moeten aanbieden met vaste routines en dit vervolgens visualiseren op een taalmuur. 

    Tips om met grafische modellen aan de slag te gaan

     

    Wil je aan de slag met grafische modellen? Ga dan zeker kijken op de site van Rezulto en klik op het tabblad:  Met woorden in de weer: praktijkmateriaal.

    Hier vind je naast veel informatie over de viertakt van Verhallen en de kwaliteitskaarten voor alle onderdelen van de viertakt , ook een aantal handige downloads waarmee je zelf woordwebben, woordparachutes en woordkasten en woordtrappen op je digibord kunt  maken. Hieronder zie je voorbeelden van de diverse downloads die op de site staan.

    Wanneer moet ik dit doen?

    Vaak hoor ik van leerkrachten dat ze de modellen niet gebruiken, omdat het er gewoonweg niet van komt.
    Mijn tip: kopieer een aantal lege modellen op minimaal A3 formaat en leg die bij de taalmuur klaar.
    Je kunt dan op ieder geschikt moment, tijdens een uitleg, in een leesles of tijdens een instructie een grafisch model invullen, samen met de leerlingen. Op deze manier is het betekenisvol en werkt het als een visuele kapstok voor de auditieve informatie. Ondersteun dit met simpele tekeningen of  afbeeldingen van het internet die je er later bijplakt. Geef eventueel bij oudere leerlingen op een later tijdstip de mogelijkheid om er bijpassende afbeeldingen bij te zoeken op het internet.

    Praktijkmaterialen voor de taalmuur

    Wanneer je op de site van Rezulto bent, bij het tabblad praktijkmaterialen, vind je daar onder meer de volgende gratis downloads:

    • Les voorbereidingsschema’s voor de viertakt (een uitgebreide en een  verkorte versie)
    • Een formulier voor registratie  in de groep (welke woordclusters je hebt behandeld en wanneer)
    • Een woordwebben Powerpoint met uitleg over hoe je de diverse formats kunt gebruiken
    • 16 gratis formats van woordparachutes, woordkasten woordtrappen die je zelf op je digibord kunt vullen.

    Hoe download je deze  voorbeelden?

    1. Ga je op een afbeelding staan met je cursor
    2. Klik je met je linkermuisknop op de afbeelding
    3. Er volgt nu een menu om deze afbeelding te downloaden als powerpoint.
      4. Wanneer je daarna deze powerpoint (van steeds 1 pagina) opent en je klikt op de knop “bewerken inschakelen” , dan kun je hem aanpassen en vullen met jouw woorden en afbeeldingen. 

    TIP: Wanneer je binnen deze powerpoint kiest voor pagina dupliceren, kun je de originele, lege pagina bewaren en de andere steeds vullen.  Zo creëer je in diezelfde powerpoint een serie van dezelfde parachutes.

    Je kunt er ook voor kiezen om de parachute op te slaan (en eventueel af te drukken) als PDF. Je kunt er dan niets meer aan veranderen maar het lege origineel in de powerpoint wordt dan ook bewaard.

    10 tips voor een taalmuur

    1. De plaats in het lokaal

    Bedenk goed welk plekje je kiest in de klas. Het mag een grote plek zijn, maar het moet wel afgebakend zijn en overzichtelijk blijven. Een taalmuur die eindeloos is, kan erg rommelig worden. Trek bijvoorbeeld een omlijning met tape op je muur en werk altijd van links naar rechts.

    2. Vol = vol

    Ververs met regelmaat de inhoud van de taalmuur. Eindeloos dingen laten hangen heeft geen effect.  Wanneer je thematisch onderwijs geeft, houd dan deze periode aan en begin een nieuwe muur bij een nieuw thema.
    Heb je een aantal vaste regels of nieuwe woordsoorten, laat die bijvoorbeeld op een hoek van de muur hangen zolang het nodig is.

    3.  WOordbewustzijn bij de leerlingen

    Het is te allen tijde belangrijk om alle kinderen een houding aan te leren om zich bewust te worden van woorden die ze (nog) niet kennen. Met de taalmuur heb je hier een visuele reminder voor. Zodra je een lastig woord tegenkomt in je les, bij welk vak dan ook, kun je samen beslissen of dit woord op de taalmuur thuishoort. Doe dit hardop denkend voor. Blijf dit herhalen.  Noteer niet alle moeilijke woorden, maak keuzes hierin.

     

    4. Strategieën aanleren

    Om kinderen strategieën aan te leren waarmee ze nieuwe woorden kunnen leren, is een taalmuur een goed middel. Laat ze alert worden en actief meedenken over de inhoud. “Hé, dat is een nieuw woord, kennen we dit woord al? Waar heeft het mee te maken? Kunnen we er iets over opzoeken? Welk deel van het woord kennen we al wel? Met welk woord heeft dit een verband?” (denk aan vergrotende trap, tegenstelling, categorie, enz)
    Leer ze bewust aan wat ze kunnen doen met een taalmuur en hoe ze hem kunnen gebruiken of zelfs aanvullen.

     

    5. Modeling met een taalmuur

    Het is belangrijk om als leerkracht een voorbeeldrol te spelen door woordenschat een belangrijke en (visueel) zichtbare plek te geven in de dagelijkse lessen. Vakoverstijgend woordenschatonderwijs en aandacht voor taal, klanken en letters geef je liefst een aparte plek in de klas, dit kun je doen door het gebruik van een taalmuur.
     

    6. Aandacht voor netwerken

    Er moet aandacht zijn voor semantische netwerken, figuurlijke taal, homoniemen, synoniemen, schooltaalwoorden zoals vaktaal, verwijswoorden, lidwoorden, werkwoorden, begrippen, tegenstellingen, aanwijswoorden, enz.
    Deze geef je het beste een (vaste) plek op een taalmuur. Dit kan al vanaf groep 2.

     

     7. Maak taal zichtbaar met een taalmuur

    In de onderbouw moet er expliciet aandacht zijn voor woordenschat en de klanken van taal. Het fonemisch bewustzijn moet getraind worden, dit maak je zichtbaar op de taalmuur. Laat bijvoorbeeld zien dat woorden rijmen met kleur of laat zien dat woorden het tegenovergestelde betekenen met een woordkast.  Taal is auditief en vervliegt daarom makkelijk, met een taalmuur geef je een visuele plek aan die taal.
    De taalmuur is een visueel handvat voor zowel de leerkracht als de leerling.
    Laat kinderen door de dag heen alert zijn op bepaalde beginklanken, eindklanken of rijmwoorden. Horen ze er weer een, dan wordt die toegevoegd op de taalmuur.
    Door het visualiseren van de rijmwoorden, de beginklanken en de eindklanken, gaan kinderen letterlijk zien wat je bedoelt. Vooral bij taalzwakke kinderen is dat erg belangrijk! 

     

    8. Aandacht voor taalvorm en zinsbouw op de taalmuur

    Gebruik functiewoorden zoals lidwoorden en voegwoorden of verwijswoorden en sta expliciet stil bij de functie van verwijswoorden of voegwoorden in een zin.
    Voor verwijswoorden kun je met een pijl boven de zin werken.  Je kunt lidwoorden en andere woordsoorten bijvoorbeeld een vaste kleur geven. Geef aandacht aan functiewoorden door er een vast gebaar aan te koppelen. Dit wordt bijvoorbeeld ook gedaan in de methode “zien is snappen”. Zij gebruiken bij het lidwoord “de” altijd een vast gebaar ( duim omhoog) , zodat je visueel duidelijk maakt dat dit een los woord is.

     

    9. Maak leerlingen eigenaar van de taalmuur, creëer woordbewustzijn

    Een taalmuur moet iets van de leerlingen worden, zij moeten hem gaan gebruiken, ermee aan de slag te gaan en zo mede eigenaar te worden van hun taalleerproces. Laat ze daarom zelf afbeeldingen zoeken, mindmaps aanvullen of tekeningen maken voor de taalmuur. Zelfgemaakt betekent vaak meer en blijft beter hangen dan een prachtig strak voorbeeld van de leerkracht. 

    10. Vergeet niet te consolideren

    Er moet met vaste regelmaat geconsolideerd worden, de taalmuur is hiervoor een visueel handvat voor zowel de leerkracht als de leerling. Bespreek woorden en kom er gedurende een week een aantal keren op terug. Je kunt er een spelletjes bij bedenken zoals raadsels of omschrijvingen van het woord. Bedenkt hier een vaste routine voor.
    Hang bijvoorbeeld een poster naast de taalmuur op met daarop een dobbelsteen en 6 spelvormen.  Of zet een grabbelpot op je bureau met kaartjes met consolideerspelletjes erop en laat elke middag iemand een spelvorm grabbelen.
    Speel bijvoorbeeld het spel: ‘raad het woord’ (neem een woord in gedachten en laat de leerlingen raden welk woord het is door vragen te stellen waarop je alleen met ja of nee mag antwoorden) 

     

    Een picto voor een op hoofd
    Mindmap voor de taalmuur
    Taalmuur overzicht op een raam
    Vraagpicto voor de taalmuur

    Op zoek naar voorbeelden?

    Kijk op mijn Pinterest pagina:  Een taalmuur in de klas.

    Wil jij creatief aan de slag met taal en digitale tools?

    Bekijk dan al mijntrainingen in de Digitaalspeciaal Online Academy!

    Volg vanuit je eigen huiskamer op jouw eigen tempo en tijdstip mijn online trainingen en masterclasses.

    Via deze mailinglijst ontvang je meteen een kortingscode waarmee je kortingen kunt krijgen tot 50%!
    Ook ontvang je als eerste het laatste nieuws over de Digitaalspeciaal Online Academy.

    Bedankt! Je bent succesvol ingeschreven. Ik beloof je dat ik je niet ga spammen, wil je echter toch uitschrijven dan kan dat natuurlijk altijd onderaan elke mail. Bij Gmail en Hotmail komen mijn mails vaak in SPAM terecht. Wil geen enkele mail missen? Voeg mijn mailadres dan toe aan jouw lijst met vertrouwde contacten of bij Gmail aan de mailbox Primair. Groet, Marita

    Pin It on Pinterest