Waarom schooltaalwoorden thuishoren in jouw les!
Schooltaalwoorden wat zijn dat?
Vanaf het moment dat een leerling in groep 1 de school binnenstapt, krijgt het woorden te horen die thuis in de dagelijkse setting niet zo vaak voorkomen.
Leerkrachten die een instructie geven, regels van de klas uitleggen of een gesprek voeren in een kring gebruiken nu eenmaal andere woorden dan ouders of familie thuis. Dit zijn schooltaalwoorden.
In verschillende bronnen op het internet wordt ook wel gesproken over DAT woorden en CAT woorden.
DAT staat voor: Dagelijkse algemene taalvaardigheid.
CAT staat voor: Cognitieve academische taalvaardigheid.
DAT woorden noemen we hoogfrequente woorden
Dit zijn de woorden die in de dagelijkse omgang vanaf de geboorte worden aangeleerd en vaak ook in betekenisvolle contexten gebruikt worden.
Deze taal gaat over het hier en nu, over concrete woorden en zinnen met een duidelijke context. Vaak wordt hiervoor de BAK-lijst gebruikt, een basiswoordenlijst met 3000 woorden. In die lijst zie je dat 90% hoogfrequente woorden zijn die vaak aangeboden worden in thema’s, maar die eigenlijk voor veel kinderen al bekend zijn.
CATwoorden noemen we laag frequente woorden oftewel schooltaalwoorden.
Dit zijn de woorden die in kringgesprekken, leesteksten, in boeken en bij vakgebieden zoals aardrijkskunde, maar ook bij rekenen steeds vaker voorkomen. Ook in de BAKlijsten vind je er een aantal, zodra je weet waarop je moet zoeken.
Als kinderen ouder worden en meer taal leren, is het belangrijk dat de stap naar de Cognitieve Academische Taalvaardigheid (CAT) wordt gemaakt. Deze overgang is een geleidelijk proces, waarin er een overgang plaatsvindt van concreet naar abstract taalgebruik. Er worden nu ook complexe verbanden gelegd. En de taal wordt steeds nauwkeuriger en specifieker. Een voorbeeld is: Het wordt warmer (DAT) > De temperatuur stijgt (CAT). Omdat de ontwikkeling van CAT meestal op school plaatsvindt, wordt CAT ook wel schooltaal genoemd.
Bron: https://www.onderwijswereld-po.nl
Schooltaalwoorden in groep 1-3
In groep 1-3 zijn dit veelal woorden die in een kring en bij instructiemomenten gebruikt worden zoals (vinger) opsteken, de beurt krijgen, eerst, daarna.
Maar ook woorden die de leerlingen aanzetten tot denken en doen zoals: doorgeven, bijzetten, direct, voor het eerst, daardoor, zometeen, volgens, eigenlijk, natuurlijk, (echt)waar, zeker, zomaar, vergeten.
Deze woorden worden benoemd als schooltaalwoorden.
Schooltaalwoorden voor de onderbouw zijn dus woorden die niet frequent gebruikt worden in de dagelijkse setting, die dus nieuw zijn en waarbij een leerling niet direct een handeling, fysieke actie of voorwerp kan bedenken.
Schooltaalwoorden in groep 4-8
In groep 4 tot en met groep 8 komen er nog veel meer schooltaalwoorden bij.
Dit is niet zo vreemd, we starten in die groepen immers ook met de zaakvakken en het begrijpend lezen.
Bij schooltaal vanaf groep 4 onderscheiden we drie soorten moeilijke woorden:
1. Algemene schooltaalwoorden, woorden die in allerlei schoolse teksten voorkomen
(zoals mogelijkheid, functie, gevolg etc.).
2. Algemene vaktaalwoorden, woorden die in veel teksten binnen één vak voorkomen
(zoals bij wereldoriëntatie: bevolking, vulkanisch, erosie of landbouw).
3. Specifieke vakwoorden, tekst- en vakgebonden woorden
(zoals zandverstuiving, Februaristaking of kasteelheer).
De beide categorieën algemene schooltaalwoorden blijven in de les vaak onbesproken, terwijl het accent vaak op de specifieke vaktaalwoorden ligt.
Dit is jammer, want juist die algemene schooltaalwoorden zijn voor taalzwakke kinderen en kinderen met een taalontwikkelingsstoornis niet zo makkelijk.
Het zijn namelijk woorden die ze zelf niet zo snel zullen gebruiken, en daardoor minder snel zullen opnemen in hun mentale lexicon, hun interne woordenboek.
Het zijn ook woorden die je slecht kunt visualiseren zonder context, maar die wel degelijk een zin of een tekst kunnen bepalen qua betekenis.
Want hoe leg je eigenlijk het woord “meteen” uit?
Waarom horen schooltaalwoorden in jouw lesaanbod thuis?
Juist die algemene schooltaalwoorden zorgen er dus vaak voor dat een tekst niet goed begrepen wordt.
Het zijn woorden waar je niet direct een afbeelding of associatie bij kan bedenken. Het zijn woorden die om context vragen om ze te begrijpen.
Het is dus van belang om aan deze woorden aandacht te besteden in een betekenisvolle context.
Wist je dat....
Voor het volledig kunnen begrijpen van een tekst heb je kennis nodig van 95% van de gebruikte woorden in die tekst!
Waar vind ik die schooltaalwoorden?
Speciaal voor dit artikel ben op het internet gaan zoeken. Er zijn veel publicaties over schooltaalwoorden, maar heel vaak gericht op het VMBO onderwijs of de bovenbouw van het primair onderwijs.
Ook is er veel geschreven over DAT en CAT woorden bij meertalige kinderen. Hierover meer in een ander blog.
Daarom ben ik zelf aan de slag gegaan.
Download hieronder mijn schooltaalwoordenlijst voor groep 1 -4.
Dit zijn woorden die ik uit de BAK-lijst van groep 1-2 heb gelicht en in een apart document voor jou heb verzameld.
Deze woorden zijn zeker ook bruikbaar en belangrijk voor leerlingen uit groep 3 en 4 met een zwakke woordenschat.
Als bonus heb ik ook de emotiewoorden er aan toegevoegd. Ook deze woorden zijn belangrijk om in hun diverse vormen aan te bieden en te bespreken. Waarom? Dat lees je ook op deze download.
Werk je in groep 5 of hoger, download dan via de knop hieronder de overzichtslijst van het CED. Hier vind je een lange lijst met schooltaalwoorden op alfabetische volgorde.
Hoe bied je deze schooltaalwoorden aan?
Het aanbieden vraagt dezelfde discipline als de overige woordenschat.
- Spreiden en herhalen van het aanbod
- Aanbieden via de viertakt van Verhallen.
- Altijd aanbieden in een betekenisvolle context
- Altijd binnen deze context visualiseren.
Op de website van Weerwoord vind je goede voorbeelden hiervan.
Ga naar de site van Kentalis en zoek bij het tabblad “losse weerwoorden” naar schooltaalwoorden.
Aan de slag met schooltaal of CAT woorden?
Deze woordenlijsten zijn vooral bedoeld als richtlijn en hulpmiddel. Schooltaal leer je het beste door rijke teksten en boeken en andere media te lezen en te bespreken. Hierdoor implementeer je de woorden in een betekenisvolle context.
Voor jezelf als begeleider is het goed om attent te blijven op deze woorden, aan de hand van de lijsten dus.
Zoek je toch een manier om ermee aan de slag te gaan? Ga met je leerling teksten of verhalen lezen die net boven het leesniveau zitten. Deze bevatten sneller rijke taal en de inhoud is vaak wat uitdagender.
Samen lezen van wat moeilijker teksten kan een uitdaging vormen.
Er zijn verschillende manieren om het lezen toch te begeleiden en niet op frustratie te laten uitdraaien.
- Lees voor-koor-door. (Stap 1: je leest een pagina of alinea voor, Stap 2: je leest hardop samen. Stap 3: je laat de leerling hardop de pagina of alinea nog eens lezen)
- Lees in duo (Om en om 2 regels hardop lezen)
- Lees als een papegaai (Lees ieder 2 zinnen waarbij de ander steeds de laatste zin van de voorganger herhaalt en zelf weer een nieuwe zin leest).
Bespreek altijd je gelezen teksten en kies 1 keer per week ervoor om de schooltaalwoorden te arceren.
Bespreek dit ook weer en kies (samen) 1 of 2 woorden voor die week uit. Die woorden schrijf je dan vervolgens ergens op een centrale plek waar je vaak langsloopt zodat het in het oog springt en je zelf en de leerlingen steeds herinnerd worden aan de woorden.
Denk aan een poster op de klassendeur, een lichtbak (action) of een whiteboard en probeer de hele week door in allerlei contexten en activiteiten het woord van de week (of allebei de woorden) te herhalen en te gebruiken in allerlei vormen.
Stimuleer en motiveer de hele groep om actief mee te doen. Complimenteer ook wanneer leerlingen zelf komen met een voorbeeld van het gebruik van dat woord Zo oefen je terloops en vooral veel en regelmatig, wat voor leerlingen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS) erg belangrijk is.
Meer lezen?
Besteed jij expliciet aandacht aan schooltaalwoorden?
Laat in een reactie hieronder weten hoe jij dit soort woorden in jouw (les)aanbod inpast.
Ik ben benieuwd naar jouw input!