Filosoferen met praatplaatjes
Filosoferen met kinderen, kan dat?
Filosoferen wordt vaak in combinatie gebruikt met volwassenenen. Praten over diepgaande onderwerpen, moeilijke vragen stellen en doordenken over thema’s.
Met kinderen kun je dit ook doen
Filosoferen is dan bijvoorbeeld praten met kinderen over abstracte thema’s als:
- “Van wat wordt je het meest gelukkig?”
- “Met wie zou je vrienden willen zijn?”
- “Kun je alles kopen?”
Zoals jullie begrijpen doet dit een groot beroep op je taal-denk-vermogen.
Het nadenken over taal, het begrijpen van de vragen en het doordenken naar aanleiding van de antwoorden van anderen, vraagt enorm veel van dit taal-denk-vermogen.
Wat voor taaldomeinen worden aangesproken bij filosoferen?
De spraaktaalontwikkeling wordt opgedeeld in drie taaldomeinen:
- Taalvorm
Dit is de spraakproductie, het produceren en verwerken van klanken, woorden en zinnen. - Taalinhoud
Dit is de woordenschat en en het leggen van verbanden tussen woorden en het begrijpen en vertellen van verhalen. - Taalgebruik
Dit is het voeren van gesprekken, het gebruiken van taal in de juiste situaties, met het juiste doel en de afstemming in de communicatie op de gesprekspartner.
Filosoferen doet een beroep op al deze bovenstaande taaldomeinen.
- Je hebt een goed ontwikkelde taalvorm nodig om alle woorden, zinnen met hun vervoegingen en verbuigingen correct uit te spreken.
- Je hebt bepaalde inhoud nodig, een bepaalde woordenschat om jezelf te verwoorden. Je moet verbanden kunnen leggen tussen woorden en zinnen.
- Je moet een goed ontwikkeld gevoel hebben voor taalgebruik, immers je moet weten hoe je dingen kunt zeggen, rekening houden met je gesprekspartner en de juiste taal op jet juiste moment kunnen gebruiken.
Bij filosoferen voer je allereerst gesprekken!
Wanneer je het zo op een rijtje ziet, denk je niet meteen aan filosoferen met kleuters, en zeker niet met taalzwakke kleuters of kleuters met een TOS?
Toch kan dit heel goed gedaan worden met de praatplaatjes van de Filosofiejuf!
Een gesprek voeren met een TOS?
Leerlingen met een TOS hebben weten niet hoe ze een gesprek met een ander moeten beginnen en voeren. Tijdens een gesprek kunnen ze vaak van de hak op de tak springen, te veel praten, herhalen wat de ander zegt en geen onderscheid maken maken tegen wie ze praten. Het is daarom een logisch gevolg dat ze door slechte ervaringen vaak een gesprek gaan ontwijken.
Maar kinderen met een TOS hebben juist die extra oefening nodig. Juist omdat ze dit van nature niet uit zich zelf ontwikkelen zullen wij als leerkrachten, ondersteuners en logopedisten het vaker met hen moeten inoefenen.
Een gesprek is daarom ook een van de belangrijkste pijlers van het taalonderwijs op een cluster 2 school. Alle thema’s en onderwerpen worden ondersteund met een gesprek en hierbij wordt visuele ondersteuning als cruciaal onderdeel gebruikt.
Lees hierover meer in mijn artikel over visualiseren en gesprekken voeren.
Praatplaatjes om te filosoferen met jonge kinderen
Met deze praatplaatjes, ontworpen door “De filosofiejuf” kun je alle kinderen laten nadenken over allerlei vragen.
Door de visuele ondersteuning van de plaatjes, en de bijbehorende vragen, zul je ook de kinderen met een TOS aanspreken.
Je zult ze meer moeten helpen bij het verwoorden door middel van bijvoorbeeld het visualiseren van het gesprek.
Je zult ze meer denktijd moeten geven door bijvoorbeeld het gebruik van gesprekstechnieken als herhalen en samenvatten of het gebruik van beurtstokjes, maar ook zij kunnen enorm plezier beleven aan dit soort andere gesprekken waarbij fantasie een mooie invalshoek kan zijn.
Denken met jonge kinderen gaat sowieso altijd het makkelijkst wanneer je over concrete voorwerpen en over mensen uit de wereld om hen heen een gesprek begint.
De praatplaatjes zijn uitermate geschikt om nu eens op een andere, diepgaande manier met kinderen in gesprek te gaan.
Hoe zien de praatplaatjes eruit?
De set bestaat uit 50 kaarten met 50 illustraties op de voorkant en 48 daarvan hebben op de achterkant onderzoeksvragen en graafvragen. Deze laatste zijn vragen om door te graven in een onderwerp. 2 kaarten hebben een plus en een min teken op de achterzijde.
De kaarten met de illustraties zijn mooi vormgegeven en rustig van kleur. De vragen zijn duidelijk en prikkelen jou als leerkracht, maar ook de kinderen meteen om in gesprek te gaan.
Hoe werkt de set?
Met de vragen op de 48 vragen op de achterkant van de illustraties kun je met jonge kinderen een gesprek starten.
Bij elke vraag staan 5 graafvragen om het thema verder uit te diepen. De vragen benaderen het thema vanuit een originele invalshoek, want dat zorgt juist voor verrassende antwoorden. De vetgedrukte letters in de vraag geven het thema aan.
Bij de onderzoeksvragen zie je altijd een rijtje met kaarten genoemd ( uit dezelfde set) die je kunt gebruiken bij het gesprek.
Onderaan iedere kaart staat ook altijd een leuk citaat van een kind, om een indruk te krijgen wat je kunt verwachten.
Tenslotte vind je in de handleiding nog een drietal werkvormen waarmee je de praatplaatjes op een andere manier kunt inzetten en op de site van de filosofiejuf kun je vervolgens een gratis lesbrief hoe je de praatplaatjes kunt gebruiken bij creatieve denkoefeningen.
Zijn ze ook voor oudere kinderen geschikt?
Er bestaat tevens een set met 50 filosofische kaarten voor kinderen vanaf 6 jaar. Deze heet “Praatprikkels“. Aansluitend is er een bundel met verhalen en gedichten “Kan niet bestaat niet” .
Deze verhalen en gedichten zijn geschikt om als start voor een filosofisch gesprek te gebruiken. Zo kun je eerst voorlezen en daarna samen nadenken over de bijbehorende themavraag met behulp van de praattips uit het boek.
Op de site van de filosofiejuf vind je trouwens nog meer leuke tips, spellen, prentenboeken en ideeën om te filosoferen en te denken over taal met kinderen.
Praatplaatjes gebruiken bij ondersteuning op afstand
Uiteraard kun je de kaartjes goed gebruiken bij online ondersteuning. Ze zijn super om een gesprek over op gang te brengen.
Voor TOSleerlingen is hier wel een extra uitdaging.
Wanneer je de kaartjes in een groep gebruikt luister je ook naar anderen en krijg je automatisch meer denktijd. Hierdoor word je vaak ook geïnspireerd door elkaar. Voor TOS Leerlingen is het reageren op een directe vraag vaak lastig door woordvindingsproblemen of problemen met taalproductie, zinsbouw of communicatieve redzaamheid. Geef daarom voorafgaand aan het gesprek een kaartje met een denkvraag via de mail of stuur een foto van het kaartje via Whatsapp. Zo kan de leerling er thuis al over praten met anderen en zijn mening vormen..
Conclusie
Filosoferen, gesprekken voeren en praten over allerlei onderwerpen is cruciaal voor de taalontwikkeling van kinderen.
Gesprekken voeren met een kleine of grotere groep zou, volgens mij, bij iedereen dagelijks op het rooster moeten staan.
De gesprekken waarin gefilosofeerd wordt kunnen zeker bij kleuters zeer verrassend verlopen. Vanaf de kleuterleeftijd staan de kinderen er nog onbevangen in en kun je hier dus al perfect mee beginnen.
Een TOS of taalachterstand mag hiervoor geen belemmering zijn. Juist de vele aspecten van taal zoals die in een gesprek geoefend worden, oefen je hier op een betekenisvolle en kindvriendelijke wijze.
Deze kaartenset biedt een fijn houvast en kan op allerlei manier worden ingezet.
Met de verschillende werkvormen biedt deze set ook een paar mooie extra uitdagingen.
Zelf zet ik de kaarten bijvoorbeeld ook in als vervolg op een prentenboek, voor een thema opening of als start voor een kringgesprek wat aansluit op een gebeurtenis.
De praatplaatjes en praatprikkels vormen een aanrader voor iedere klas, wanneer je meer wilt met taal en gesprekken in je groep!