Wat is LOGO3000?
In LOGO3000 zijn alle 3000 bakwoorden van de Basiswoordenlijst Amsterdamse Kleuters uitgewerkt. Dit zijn meteen alle woorden die kinderen moeten kennen wanneer ze de overstap naar groep 3 maken. Onderzoek laat zien dat de kennis van deze woordenlijst in de kleuterleeftijd, een voorspeller is voor het begrijpend lezen in groep 3.
Maar 3000 woorden is wel erg veel!!
Deze methode bied je handvatten om woordenschatuitbreiding als een routine in te zetten in je groep. Het is een soort voorraadkamer waar je uit kunt putten. Dus weg met alle zelf geknutselde woordclusterkaarten en woordwebben. LOGO3000 heeft dit allemaal keurig op stevig papier gezet, met prachtige kleuren en goed uitgewerkt volgens de BAK lijst.
Hoe werkt het?
Het materiaal is misschien nieuw maar de uitwerking kennen de meesten van jullie waarschijnlijk al van Dirkje van der Nulft en Marianne Verhallen. Hun aanpak “Met woorden in de weer” is in LOGO3000 volledig terug te vinden. Niet zo heel gek trouwens, want de dames zijn (mede)auteur van deze methode.
Eigenlijk is het geen methode maar basismateriaal dat leerkrachten en leidsters meteen kunnen inzetten voor dynamisch woordenschatonderwijs.
De methode heeft drie delen:
- Peuters : aanbod van 500 woorden.
- Groep 1: aanbod van 1000.
- Groep 2: aanbod van 1500 woorden.
Voor het overzicht is er gebruik gemaakt van vier tijdvakken (Herfst, winter, lente, zomer). Verder zijn de woorden gegroepeerd in logische clusters. Zo wordt het haalbaar om meerdere woorden in een keer aan te bieden. Dit zorgt voor een goede netwerkopbouw bij het kind.
Er wordt gewerkt volgens de bekende viertakt van Verhallen.
- Uitleggen/uitbeelden (korte uitleg per woord met eventueel materiaal erbij of uitbeelden).
- Voorbewerken en semantiseren (kort stukje waarin jij in een verhaaltje de woorden herhaald aanbiedt, de kinderen mogen een paar minuten niet inbreken).
- Interactieve verwerking (kinderen mogen nu reageren en jij stelt vragen, kinderen mogen aanhaken en het woordconcept wordt uitgebreid met reeds bekende woorden).
- Consolideren en controleren(je gaat in activiteiten, liedjes of andere momenten van die dag proberen om de woorden te verankeren in de woordenschat van de kinderen en je controleert ook af en toe op een speelse manier of woorden nu bekend/gekend zijn).
Het handigste is het cluster steeds als routine in de eerste ochtendkring aan te bieden, zodat je nog de rest van de dag hebt om te consolideren en te controleren.
Achtergrond:
Woordenschat is iets wat vaak logischerwijs en bijna vanzelf gaat. Behalve wanneer er in de thuissituatie een andere taal wordt gesproken dan op school of wanneer er een arm taalaanbod is thuis, of wanneer taal leren gewoon niet vanzelf gaat zoals bij kinderen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS). Dan zul je in het onderwijs explicieter aandacht moeten gaan besteden aan het vergroten van de woordenschat van die kinderen.
Woordenschat is gekoppeld aan kennisopbouw. Een woord is niet alleen een etiket, woorden spelen ook een essentiële rol in het denken, woorden worden woordconcepten. Een pakketje kennis rondom dat woord dus.
Kinderen vergaren in de kleuterleeftijd steeds meer woordconcepten die ook weer in verschillende woordnetwerken samen komen.
woordlabel = Neus
woordlabel+woordconcept= neus+ruiken, snuiten, 2 gaatjes, lichaamsdeel
netwerkstructuur= lichaamsdeel is ook mond en kin. uit de neus komt snot wanneer je snuit maar je kunt er ook mee ademen en ruiken
Als het goed gaat is dit uitgebreide kennisnetwerk een basis voor verder leren. Later worden bijvoorbeeld woorden als geur of kaak sneller aangehaakt bij het al eerder bekende netwerk rondom neus.