Laaggeletterdheid, oorzaken en interventies

Laaggeletterdheid, oorzaken en interventies

Laaggeletterdheid.

Heb jij er in jouw praktijk mee te maken? Wat is het? Hoe vaak komt het voor? Wat is het verschil met TOS of een taalachterstand? Wat kun je er aan doen? Voor al deze vragen deel ik hier tips en tops rondom dit onderwerp.

Want…1 op de 10 Nederlanders is laaggeletterd bij het verlaten van de middelbare school. In een land als Nederland is dit natuurlijk niet wenselijk, en eigenlijk ook best bijzonder.

Wat kunnen we er aan doen, hoe vroeg moet je beginnen met bijsturen?

De verschillen op een rijtje.

 

Wat is TOS?

TOS= Taalontwikkelingsstoornis

Taalachterstand= Een achterstand in de taalontwikkeling, opgelopen door interne problemen zoals ziekte, ontstekingen, hoorproblemen of externe problemen zoals gebrekkig of onderbroken onderwijs, andere moedertaal, enz.

 

Wat is laaggeletterdheid

Laaggeletterdheid: Moeite met lezen, schrijven, rekenen en digitale vaardigheden. Moeilijke woorden, officiële brieven, informatieve teksten, formulieren, bijsluiters, wegbewijzering of het gebruik van de computer leveren problemen. Het wordt ook wel functioneel analfabetisme genoemd. Wanneer de persoon vooral moeite heeft met digitale vaardigheden wordt die vaak een functioneel digibeet genoemd.Je kunt ook digibeet zijn, terwijl je wel kunt lezen en schrijven, maar niet kunt werken met een computer, iPad of telefoon.

Essentiële factoren voor het al dan niet ontwikkelen van laaggeletterdheid

De leerling

Leerlingen met een TOS of een taalachterstand hebben 50 % kans om leesproblemen te krijgen en hierdoor laaggeletterd de middelbare school te verlaten.
Laaggeletterden hoeven echter niet perse een TOS of een taalachterstand te hebben.
De leerling zelf, de intelligentie, de leesattitude, de leesmotivatie, dit alles speelt mee in het wel of niet ontwikkelen van laaggeletterheid.
Een taalachterstand kan echter de kans op laaggeletterdheid aanzienlijk vergroten. Vooral in combinatie met de twee andere factoren hieronder.

 

De school

Wanneer  er door onvoorziene omstandigheden hiaten in het onderwijs plaatsvinden, wanneer het onderwijs niet genoeg of onderbroken aandacht heeft besteed aan leesonderwijs, aan leesbeleving, of niet goed inspeelt op de hulpvraag van de leerling kan dit leiden tot het ontstaan van laaggeletterdheid. Regelmatige bijscholing van leerkrachten, het vroeg signaleren van de hulpvraag en het promoten van lezen door bijvoorbeeld een schoolbibliotheek is hierbij cruciaal

 

De thuissituatie

Wanneer ouders ook  laaggeletterd zijn is de kans op het ontwikkelen van laaggeletterdheid bij de kinderen groot. De school is dan de enige plek waar lezen en schrijven wordt aangeboden.
In de thuissituatie wordt er begrijpelijk weinig mee gedaan. Wanneer de ouders (of een van hen) zelf geen Nederlands spreken, of  lezen, schrijven en taal bijvoorbeeld niet belangrijk vinden, wordt de rol van onderwijs en de juiste begeleiding misschien wel doorslaggevend. Ouderbetrokkenheid kan een cruciale rol spelen bij het voorkomen of verminderen van laaggeletterdheid.

Percentages

Hoeveel procent laaggeletterdheid, of andere taalproblemen kom jij in jouw klas of praktijk tegen? Zo ongeveer? Gemiddeld per schooljaar? Doe een gok? Ik ben benieuwd!! Wat zijnde cijfers?

Uit onderzoek is gebleken:
TOS komt voor bij 5-7% van de bevolking
Taalachterstand : de cijfers zijn onduidelijk, omdat ze vaak met laaggeletterdheid worden verward in onderzoeken.
Laaggeletterdheid komt voor bij 1 op de 10 schoolverlaters van 16 jaar.

1 op de 10 schoolverlaters van 16 jaar is laaggeletterd

Laaggeletterdheid betekent problemen met lezen, schrijven , rekenen en digitale vaardigheden. Vanaf 16 jaar geeft het problemen met het verwerken van overheidsinformatie, het lezen van folders, het volgen van ondertiteling en het gebruiken van een computer of sociale media.

Als factoren van essentieel belang bij laaggeletterdheid worden genoemd: het kind zelf, het onderwijs en de thuissituatie. Het kan veroorzaakt worden door een leerprobleem of een negatieve leesattitude, maar de kwaliteit van het onderwijs speelt ook een rol. Vanuit de thuissituatie kan het meespelen of er iets gedaan wordt met lezen, wordt lezen gestimuleerd en is er interactie thuis rondom lezen en schrijven? 

Laaggeletterdheid

Met een aantal interventies vanaf jonge leeftijd is laageletterdheid wellicht te voorkomen.

10 interventies op een rijtje

Interventie 1: VVE

Zorg op jonge leeftijd voor gezinsgerichte educatie zoals een kwalitatief goed VVE programma. Je bent hiermee betekenisvol  gericht op taal, begrijpend luisteren en communicatie in zowel schrift als gebaar, wat een voorloper kan zijn voor goed leesonderwijs. Wek de interesse voor lezen en schrijven op een speelse manier die bij jouw doelgroep past.

 

Interventie 2: leesbevorderingsprojecten

Zorg voor allerlei leesbevorderingsprojecten gedurende het jaar. Werk vanuit allerlei soorten boeken, ga samen naar de bieb. Zorg dat kinderen plezier krijgen en houden in het lezen en bespreken van boeken en verhalen.
Plan met vaste regelmaat leesbevorderingsprojecten zoals voorleesdagen, bibliotheekuitjes, voorstellingen rondom boeken, enz. 
Boekwinkels en bibliotheken hebben vaak jaarplanningen hiervoor, gebruik die in jouw eigen planning en organiseer bijvoorbeeld zelf ook eens zo iets.

 

Interventie 3: gezinsgerichte begeleiding

Zorg zo vroeg mogelijk voor gezinsgerichte begeleiding en educatie met een goed doordacht (VVE) programma en activeer ouderbetrokkenheid via allerlei activiteiten.
Maak gebruik van de Voorlees-Express. Deze organisatie bestaat uit vrijwilligers die gratis aan huis komen voorlezen. Het hele gezin profiteert vaak mee. Ouders krijgen hierdoor een goed voorbeeld, goede tips en adviezen en zusjes of broertjes luisteren meteen mee. Zijn de kinderen al wat ouder, kijk dan eens op de site van de Dyslexie-express voor tips en handige leeshulpmiddelen.

 

Interventie 4: gevarieerd boekenaanbod

Gebruik zoveel mogelijk verschillende soorten boeken in je aanbod. Laat kinderen kennismaken met strips, informatieboeken, verhalen, prentenboeken, kijk- en zoek-boeken, picto-leesboeken, enz. Zelfs kinderkookboeken en reclamefolders zijn inzetbaar om samen te bekijken en te bespreken. Deel alle aangeboden titels ook met het thuisfront, zodat ze wellicht in de bieb ook gehaald kunnen worden, en zo thuis herhaald kunnen worden besproken of bekeken.
Niet te vergeten: Bij sommige kinderen werken een bepaald soort boeken beter dan bij andere kinderen. Gebruik deze voorkeur om de leeshonger optimaal te ontwikkelen. Denk bijvoorbeeld aan informatieboeken, stripboeken, kijkboeken, informatieve tijdschriften of digitale boeken.

 

Interventie 5: inzet van verteltassen

Gebruik verteltassen in de groep, geef een goed gevuld tas met een boek en bijbehorende materialen en spelletjes mee naar huis. Doe er ook een korte informatiefolder bij met wat tips voor de ouders over het gebruik ervan en een inventarislijst, zodat de tas compleet blijft.

Vul een tas (of meerdere) met een leesboek (wat centraal staat of past bij het thema van dat moment) en bijpassende materialen zoals een spelletje, een puzzel, een tijdschrift of een knuffel.
Maak ook een bijpassende  hulpkaart voor thuis waarop je tips , ideeën en adviezen geeft over het gebruik van de tas en de inhoud. Lamineer deze kaart zodat hij netjes blijft en geef de tas mee voor een vastgestelde tijd. (1 week?)
Versier de tas met textielstift zodat hij opvalt en de kinderen nieuwsgierig maakt. Vraag hulp om de verteltassen te maken, betrek ouders hierbij, zorg voor betrokkenheid!

Deel de foto van de tassen met de naam van het kind erbij op het nieuwsbord van jouw klas, zodat iedereen weet waar welke tas is. Handig voor het overzicht en het stimuleert weer  betrokkenheid bij de ouders.
Houd regelmatig gesprekjes met ouders over het gebruik en de inzet van de tassen, bijvoorbeeld op inloopmomenten.

Interventie 6: Vier een boekenfeest

Vier regelmatig boekenfeesten. Denk aan de jaarlijkse kinderboekenweek, de voorleesdagen in januari, maar organiseer ook zelf regelmatig een boekenfeest. Vier bijvoorbeeld steeds het einde van een thema met activiteiten geïnspireerd op alle boeken die je hierin hebt aangeboden.

Plan regelmatig een boekenfeest. Met een boekenfeest werk je direct aan leesplezier, leesbeleving en leeshonger. Vooral dat laatste is erg belangrijk om te ontwikkelen. Door een boekenfeest maak je kinderen nieuwsgierig naar meer en stimuleer je de thuissituatie om zich ook in het boek waar het feest over gaat of in meerdere boeken te verdiepen.

 

Interventie 7: organiseer contact

Bij laaggeletterde ouders is het belangrijk om met elkaar in contact te komen. Probeer een contactgroep te organiseren of vind er eentje in jouw buurt die aanspreekt bij ouders en/of leerlingen. Samen praten over dingen die wat lastiger zijn neemt een heleboel onnodige schaamte weg en kan leiden tot een verbetering en het helpen van elkaar met ieders talenten. Zorg voor koffieochtenden, inloopuurtjes, themavieringen, themavoorbereidingen. Laat ouders merken dat ze steun kunnen vinden bij elkaar. Geen schaamte maar samen werken en samen leren.

 

Interventie 8: een rijke taalomgeving

Zorg voor een rijke taalomgeving, door hoeken/plaatsen in je lokaal te creëren waar gedeeltes uit het boek of het hele verhaal nog eens herhaald kan worden. Een verteltafel om het verhaal na te spelen, een themahoek zoals in het boek om iets na te spelen, een ontdekhoek om het probleem uit het boek nog eens te verwerken, een knutselhoek om creatieve ideeën naar aanleiding van het verhaal een kans te geven.

Een rijk taalaanbod betekent ook dat je veel en vaak voorleest uit verschillende soorten boeken en daarbij gebruik maakt met mooi rijk taalgebruik. Gebruik tijdens de communicatie gebaren, intonatie en gezichtsuitdrukkingen om het verhaal te verlevendigen. Zowel in de klas als thuis is het belangrijk om materialen aan te bieden die uitnodigen tot een dialoog, een gesprekje of een ander taalmoment, graag in combinatie met boeken of verhalen. Dit kan bijvoorbeeld een emmer, een laars of een speelgoedauto zijn, maar het kan ook iets zijn wat je in de supermarkt koopt. Zoek het voorwerp of de vraag die gerezen is tijdens het gesprek, later thuis of in de klas samen op, in boeken, in tijdschriften via Google, op je telefoon, zoek naar bijbehorende afbeeldingen. (TIP: zorg voor een goed leeftijdsfilter.) Praat erover, lees erover en zorg dat het op een leuke manier verwerkt wordt door het talig brein van jouw leerling of kind. Zing er een liedje over, verzin er een rijmpje bij. zorg voor verwerking en consolidering want… Alles is taal!

 

Interventie 9: gebruik levende boeken

Zorg voor zowel papieren boeken als digitale boeken. Maak ook eens gebruik van levende boeken. Dit zijn de geanimeerde digitale boeken van Bereslim. Uit diverse onderzoeken is gebleken dat ze de woordenschat, het fonemisch bewustzijn en het verhaalbegrip bevorderen. De boeken van Bereslim zijn gratis te bekijken in iedere bibliotheek door ouders en kinderen. Voor logopedisten, ambulant behandelaars en scholen zijn speciale abonnementen af te sluiten. Lees er alles over op de site van http://bereslim.nl

 

Interventie 10: geef het goede voorbeeld

De laatste interventie is eigenlijk een open deur, zorg voor goed voorbeeldgedrag. Zien lezen, doet lezen. Plezier in boeken uitdragen zorgt voor een andere leesattitude. Voorlezen, interactief voorlezen en samen bespreken van verhalen werkt in alle gevallen prima voor de taalontwikkeling, en in de meeste gevallen voor leesplezier in de toekomst.

Geef daarom het goede voorbeeld. Zorg in jouw lokaal voor verschillende soorten boeken, ga zelf ook regelmatig in de leeshoek zitten en lees voor of bespreek de boeken. Zorg voor een duidelijke ordening van de boeken.
Maak bijvoorbeeld drie bakken op kleur gesorteerd met themaboeken, dierenboeken en seizoensboeken (of een andere ordening die jij op dat moment hanteert). Wanneer je vervolgens de boeken duidelijk codeert door middel van een kleursymbool (plakfiguur of sticker), kunnen de leerlingen dit prima zelf netjes ordenen.
Geef het goede voorbeeld en zorg voor overzicht.
Mijn tip: Beter goed geordend wat minder boeken en vaak rouleren, dan teveel boeken en een rommeltje.

 

Laaggeletterdheid en speelhoeken

Wat kun je met jouw hoeken in de klas?

 Eigenlijk kun je alle hoeken in jouw groep inzetten voor preventie van laaggeletterdheid.

Vooral de taalhoek, de verteltafel, de themahoek en de knutselhoek lenen zich prima om een aantal interventies zoals hierboven benoemd, te implementeren.

Doe het samen met de kinderen.

De hoeken steeds aanpassen per thema of zelfs per prentenboek is leuk, maar je creëert meer betrokkenheid wanneer je dit samen met leerlingen doet. Het is belangrijk om de kinderen hierbij te betrekken. 

Laat ze de verteltafel zelf inrichten per boek, geef materialen of ga samen op zoek en laat ze met hun eigen fantasie het verhaal uitbeelden. Betrek ouders erbij, maak samen met de klas een wensenlijst en hang die op waar ouders het kunnen zien. Verzamel zo samen de materialen voor de hoeken. Is er een mooi tafereel gebouwd, laat de kinderen dan foto’s nemen met een iPad of tablet, en hang die op of stop ze in een speciale map bij de verteltafel,  ter inspiratie voor de anderen.

In een bouwhoek kun je platen uit het boek of passend bij een verhaal ophangen ter inspiratie. Hang bijvoorbeeld foto’s op die je via Google hebt gevonden en hebt gebruikt op je digibord bij een gesprek over bijvoorbeeld gebouwen of woningen.
Ook hier is een foto van eigen werk, opgeslagen in een bouwhoek-boek super motiverend voor de leerlingen.

Bij de taalhoek of de rekenhoek is ook altijd wel een link te leggen met het centrale prentenboek of het thema van jouw groep.
Worden er in het boek bijvoorbeeld kastanjes verzameld, zet dan een weegschaal weg met een bak kastanjes erbij.

Wordt er in een boek een hol gebouwd door een dier, ga dan buiten samen op zoek naar materiaal en leg dat in de zandtafel. Voeg hierbij wat dieren toe en laat de kinderen ontdekken hoe ze een stevig hol kunnen maken.

 

Maak doelen zichtbaar!

Zorg in alle hoeken voor duidelijke regels, doelen en rijke inhoud. Maak dit duidelijk voor zowel leerlingen als voor ouders.

Voor elke hoek een informatiekaart

Op een Amerikaanse site voor Preschool teachers zag ik een voorbeeld van Centre-signs.
Dit zijn borden voor iedere hoek waarop je de regels van de hoek visualiseert maar ook de leerdoelen.
Dit laatste is dan vooral ook bedoeld voor ouders die in de klas komen en hierdoor meer inzicht krijgen in de activiteiten, de doelen en de achtergronden hiervan.
Ik heb een paar voorbeelden gemaakt met een Nederlandse tekst.

De boekenhoek kaart
de knutselhoek kaart

Ga jij aan de slag met hoeken en doelen?

Laat het weten in een reactie, ik ben benieuwd naar jouw ideeen .  

Wil jij creatief aan de slag met taal en digitale tools?

Bekijk dan al mijntrainingen in de Digitaalspeciaal Online Academy!

Volg vanuit je eigen huiskamer op jouw eigen tempo en tijdstip mijn online trainingen en masterclasses.

Via deze mailinglijst ontvang je meteen een kortingscode waarmee je kortingen kunt krijgen tot 50%!
Ook ontvang je als eerste het laatste nieuws over de Digitaalspeciaal Online Academy.

Bedankt! Je bent succesvol ingeschreven. Ik beloof je dat ik je niet ga spammen, wil je echter toch uitschrijven dan kan dat natuurlijk altijd onderaan elke mail. Bij Gmail en Hotmail komen mijn mails vaak in SPAM terecht. Wil geen enkele mail missen? Voeg mijn mailadres dan toe aan jouw lijst met vertrouwde contacten of bij Gmail aan de mailbox Primair. Groet, Marita

Pin It on Pinterest