Aan de slag met mindmappen

Aan de slag met mindmappen

Mindmappen met Kleuters

Je kunt met kleuters heel goed werken aan mindmappen, bijvoorbeeld in combinatie met prentenboeken.Maar hoe doe je dit precies?
Het maken van een mindmap is een groepsproces. Je werkt met een vast schema met deelvragen rondom het boek die ook telkens weer terugkeren bij ieder volgend prentenboek.
Een verhaalschema  is dan ook heel goed te gebruiken voor een mindmap.

Wat zijn de regels voor mindmappen?

Veel mensen zijn het er al over eens dat Mindmappen handig is om grote hoeveelheden leerstof of informatie snel  overzichtelijk te maken.

Binnen het onderwijs zijn de toepassingen ook legio. Op mijn yurlspagina over mindmappen vind je uitlegfilmpjes over Mindmappen en handige links naar artikelen over Mindmappen met kleuters.

 

Wat zijn eigenlijk de regels voor Mindmappen?

 

Een aantal regels liggen vast en helpen je om een vast format aan te houden.

  1. Werk op zo groot mogelijk (minimaal A3) formaat papier in landscape (= liggend) formaat.
  2. Plaats het onderwerp of de titel van een boek altijd in het midden.
  3. Een mindmap lees je van binnen naar buiten. Het belangrijkste staat dus in het midden, de dikke takken geven de categorieën aan, de takken die daar weer uit voortkomen geven de subcategorie aan.
  4. Takken krijgen altijd een zijtak vanuit het einde van de tak, dus niet vanaf het midden van de tak. Zijtakken kun je ook nog twijgjes geven, ook die komen vanuit het einde van de zijtak.
  5. Woorden plaats je altijd boven een tak. Lidwoorden worden wel toegevoegd maar geen zinnen. Lidwoorden zijn weetwoorden, ze moeten geautomatiseerd worden en vragen om taalgevoel bij het toepassen. Voor veel kinderen is dit daarom lastig, overal waar het kan , is het dus wijs om lidwoorden standaard toe te voegen.
  6. Kleurgebruik is belangrijk. Elke tak met de bijbehorende zijtakken, krijgt een eigen kleur. Hierdoor blijft de verdeling in categorieen visueel goed zichtbaar.
  7. Gebruik plaatjes of tekeningen die duidelijk zijn en plaats ze boven de takken bij de woorden.
  8. De logische volgorde van de takken is die waarin je de leesrichting met de klok laat mee draaien.
  9. Maak een mindmap altijd samen met een groep of een kind, aanpassingen ook altijd samen maken
  10. Print de mindmap uit of kopieer hem. Hang één kopie op in de klas, gebruik de andere kopieën voor spelvormen.

Maar ik kan niet tekenen?

Wat ik altijd terug hoor is de opmerking “maar ik kan niet tekenen”. Mijn antwoord is dan altijd hetzelfde, dat dit niets uitmaakt.
Het belangrijkste is dat je de tekening of het plaatje samen met de kinderen kiest of maakt.  
Thuis alvast mooie plaatjes plakken, of op een later tijdstip zonder de kinderen erbij, dat werkt niet.
Je hebt dan zeker een prachtige mindmap, maar het is dan jouw mindmap. Om er later verwerkingsoefeningen mee te kunnen doen, moet het een mindmap worden van de kinderen. Maak zo’n mindmap dus altijd samen.

En die mooie plaatjes van internet dan?

Je kunt vooraf wel afbeeldingen of foto’s  verzamelen en eventueel alvast uitprinten, maar laat dan een keuzemogelijkheid open zodat je samen het meest passende plaatje kunt kiezen met de kinderen.
Zo wordt het toch iets van hen zelf en kun je die prachtige plaatjes van het internet toch nog gebruiken.

 

Extra tips voor mindmappen

  •  Bedenk vooraf wat je doel is. Wil je brainstormen, maak dan een woordweb. Wil je onderlinge relaties in een netwerk categoriseren, maak dan een mindmap
  • Bedankt dat de kracht van een mindmap het visuele aspect is . Werk daarom met goede kleuren, duidelijke afbeeldingen en korte teksten (lidwoord + zelfstandig naamwoord of een werkwoord)
  • Denk vooraf na over die onderlinge verbindingen. Bedenk dan meteen hoeveel takken je wil gaan maken, houd hier rekening mee met de ruimte op je papier.
  • Kom je ruimte tekort, plak er dan nog een stuk papier aan vast, ga niet rommelen met kleine lettertjes of scheve teksten. Houd het overzichtelijk.
  • Pas je tekstgrootte aan, aan de plaats in de mindmap. Woorden bij de hoofdtakken schrijf je groter of dikker dan woorden in de zijtakken en de twijgjes.
  • Alle woorden moeten steeds linkbaar zijn naar het onderwerp van de mindmap.
  • Plaats de afbeeldingen  boven het woord en de tak, zodat je eventueel nog een uitbreiding eraan vast kunt maken met een twijg.
  • Gebruik een mindmap voor verschillende doelen, zie hiervoor de download inspiratie-reader onderaan dit artikel

 

Waar gebruik je een mindmap nog meer voor?

 

Mindmappen kun je voor heel veel doeleinden inzetten. Op de site van Bazalt heb ik een handig overzicht gevonden wat je onderaan dit artikel kunt downloaden. Het beschrijft nog eens de regels van het mindmappen en geeft meteen ook meerdere toepassingsmogelijkheden.

 

Leuke toepassingen voor taaldoelen zijn:

  • Letters aanbieden en woorden erbij bedenken (*klankherkenning)
  • Woorden zoeken die rijmen en categoriseren op bijvoorbeeld onzinwoorden, namen en echte woorden. (*taalvorm en *taalinhoud))
  • Voorwerpen van een thema in de juiste categorie plaatsen  (*ordenen en logisch redeneren)
  • De belangrijkste gebeurtenissen uit een verhaal visualiseren (*verhaalopbouw)
  • Woorden indelen op categorie (woordsoorten, spellingscategorie) (*taalvorm)

Bij taalzwakke kinderen kun je een eerst starten met de concrete voorwerpen te categoriseren in hoepels. Dit wordt dan later vertaald naar de takken van de mindmap.

Wil je meer lezen over spelvormen bij mindmaps, lees dan verder in mijn blog: Spelen met mindmaps.

 

Wil je meer lezen over het maken van mindmaps met digitale tools, lees dan mijn blog : Mindmaptools, mijn top 5.

 

Ga aan de slag met mindmappen

Ga aan de slag met een Mindmap op papier of digitaal.
Kies de vorm die bij jou het beste past 

Begrijpend luisteren bij kleuters.

Begrijpend luisteren bij kleuters.

Begrijpend luisteren bij kleuters.

Begrijpend luisteren in de onderbouw

 

Bij ons op school stond een tijdje terug het onderwerp begrijpend luisteren op de agenda. Maar wat is dat eigenlijk en hoe oefen je dat bij kleuters?

Op de kwaliteitskaart van begrijpend luisteren van “School aan zet” staat de volgende tekst te lezen.

“Onder begrijpend luisteren bij kleuters verstaan we het luisteren naar een voorgelezen verhaal of andere tekst. Het is het equivalent van begrijpend lezen voor leerlingen in de hogere groepen. Begrijpend luisteren doet immers, net als begrijpend lezen, een integraal beroep op een aantal essentiële taal- en denkvaardigheden. De kern van tekstbegrip is het kunnen leggen van verbanden binnen en buiten de tekst, of die nu wordt gelezen of voorgelezen. “
Onderbouwleerkrachten kunnen kinderen hierbij helpen door aandacht te besteden aan deze vaardigheden.
Het belangrijkste verschil met de hogere groepen is dat kleuters vooral op een speelse manier, passend bij het leren in de onderbouw, kennismaken met luistervaardigheden.

 

De kwaliteitskaart begrijpend luisteren 

Op de kwaliteitskaart wordt een checklist gegeven die je kunt gebruiken tijdens je lesvoorbereiding.

Omdat je hier ook een mooi overzicht kunt lezen van de 5 fasen van een begrijpend luisteractiviteit heb ik deze hieronder voor jullie samengevat.

Wat vind je nog meer op de kwaliteitskaart:

  1. Een goede checklist voor begrijpend luisteren en woordenschat.
  2. Een schema met uitleg van werkwijzen voor het gebruik van Tweepraat bij verhalen en informatieve teksten.
  3. Werkvormen voor differentieren

Een erg handige aanvulling dus, deze kwaliteitskaart.

5 Verschillende fasen van begrijpend luisteren

 

Een goede begrijpend luisteractiviteit bevat  steeds dezelfde onderdelen.

Je kunt een les verdelen in 5 fases.

Een prentenboek wordt meerdere keren herhaald aangeboden en tijdens iedere les komen alle 5 de fases in meer of mindere mate aan bod.
Het is natuurlijk logisch dat het voorspellen bij de eerste aanbieding meer tijd krijgt en dat het samenvatten en het verhaalschema bij de tweede herhaling wat meer aandacht krijgen. 

1. Voorspellen

  • Praat over de kaft en de titel.
  • Vraag waar het verhaal over zou gaan.
  • Leg verband met de kennis en ervaringen van kinderen. Zorg voor interne “kapstokhaakjes”in het mentale lexicon. Hiermee verminder je de cognitieve belasting die kan ontstaan bij kinderen met een zwakkere woordenschat.
  • Niet vergeten: Controleer na het lezen nog eens of de voorspelling klopte. (dit kan ook bij de herhaalde aanbieding van het boek gebeuren)

Voorbeeld uit het boek “Welterusten kleine beer”:

Voorspel met de kinderen of er iemand in slaap zal gaan vallen, zal dat kleine beer zijn of grote beer?

2. Samenvatten

  • Vat het verhaal na het voorlezen met de kinderen samen; verwijs naar de voorspelling.
  • Vraag de volgende keer waar het verhaal ook weer over ging.
  • Gebruik bijvoorbeeld een visualisering in tekst en beeld of een mindmap die het verhaal samenvat, deze kun je daarna gebruiken bij een verteltafel of in een themahoek als taalsteun bij het spel.

Voorbeeld bij het boek “Welterusten kleine beer”: 

Gebruik attributen om het verhaal mee samen te vatten en nog eens visueel te herhalen.

 

3. Verhaalstructuur begrijpen

  • Gebruik wie-wat-waar picto’s om over onderdelen van het verhaal te praten.
  • Bespreek de samenhang tussen de onderdelen. Dit is vooral belangrijk omdat je hier ook aandacht kunt geven aan lastige verwijswoorden in een tekst of bijvoeglijke naamwoorden. 
  • Vul met de kinderen een verhaalschema in. 

 

Wat is een verhaalschema?

Een verhaalschema maak je bijvoorbeeld op een digibord, flapover of een groot papier.

Vaak worden er picto’s voor gebruikt. Op Pinterest vind je heel veel voorbeelden hiervan, maar de inhoud komt eigenlijk altijd op hetzelfde neer.

  1. De hoofdpersoon is …
  2. En die wil graag … 
  3. Maar het probleem is …
  4. Op het eind …

 

Veel verhaalschema’s delen de onderdelen van een verhaal op in wie, wat, waar, enz. Het is belangrijk om met de leerlingen steeds de onderlinge samenhang te blijven bespreken.

Voorbeeld bij het boek “Welterusten kleine beer”: 
Waar speelt het verhaal zich af? In een hol, want beren wonen niet in een huis net als mensen.

 Via deze link vind je ook een download van andere labels die ik op de site sparklebox gevonden heb.

 

4. Woordleersstrategieën 

Woordleerstrategieen zijn een wezenlijk onderdeel van de leesstrategie in een later stadium.
In alle teksten zullen kinderen vroeger of later moeilijke woorden tegenkomen. 

Het bewust leren omgaan met lastige woorden en hiervoor oplossingsstrategieën  te bespreken, te modelen en zelf te oefenen is erg belangrijk.
Het zelfbewustzijn van lerling t.a.v.  de lastige woorden, het woordbewustzijn, creëert een kritische en bewuste leesstrategie.
Voor kinderen waarbij lezen niet vanzelf gaat is dit op latere leeftijd een wezenlijk onderdeel van het voortgezet technisch en begrijpend lezen.

Model daarom regelmatig een strategie bij een onbekend woord, doe het letterlijk voor. 
Stel jezelf hardop de vragen en bespreek ze interactief met de leerlingen.

Bijvoorbeeld:

  • Welk stukje van dit woord ken ik al? (koppelen aan eigen kennis van de wereld)
  • Vooruit- of teruglezen. (Kan je in de zin of in de tekst ervoor lezen wat het woord zou kunnen betekenen?)
  • Kijken naar afbeelding. (Wat zie je op de plaat, wat heeft dit met het woord te maken?)

 

5. Vragen stellen

  • Doe voor hoe je vragen stelt bij de tekst en hoe je het antwoord vindt. Bijvoorbeeld terugkijken in het verhaal naar de prenten.
  • Laat leerlingen vragen bij de tekst beantwoorden.
  • Gebruik platen uit het verhaal om verdiepende vragen te stellen. (Maak kopieën of scan ze in voor op het digibord.) 

Een verhaalschema in prentenboeken

De prentenboeken die met de kinderen worden gelezen kun je selecteren met een verhaalschema in gedachten.
Er moet sprake zijn van een duidelijke hoofdpersoon, een heldere verhaallijn en een probleem dat wordt opgelost.

Binnen ons cluster 2 onderwijs gebruiken wij i.p. v. een verhaalschema een mindmap. Dit naar aanleiding van een inspirerende workshop Van Rianne Hofma bij de Kleuteruniversiteit inspiratiedag. Wij gebruiken daarnaast ook de praatdomino op onze school om kinderen te helpen met symbolen voor het oefenen van verhaalopbouw en begrijpend luisteren en lezen.Hieronder zie je de mindmap met de praatdomino-picto’s erin verwerkt.

 

Een combinatie van de mindmap en de praatdomino.

Binnen het cluster 2 onderwijs hebben wij een combinatie gemaakt met de praatdomino en de mindmap.
Hier kun je een voorbeeld van zo’n mindmap voor groep 2/3. downloaden

Wie, wat, waar

In groep 1 houden we het bij de vragen wie. waar en wat. 
Het is voor jonge kinderen met een TOS al echt superlastig om tijdens een verhaal deze componenten uit het verhaal te filteren. Het bewust luisteren naar een meermaals aangeboden verhaal is echt iets wat moet worden opgebouwd.

Probleem en oplossing

In groep 2 voegen we daaraan  de picto’s probleem en oplossing toe.
Gaandeweg de onderbouw en de middenbouw groepen komen de begrippen wanneer, hoe en waarom erbij.

De praat-domino

Hieronder zie je de volledige praatdomino-kaart , deze is onderdeel van de communicatiekoffer en hangt bij ons in het cluster 2 onderwijs in alle lokalen vanaf groep 4.

Vanaf de middenbouw gebruik je pas de begrippen wanneer, waarom en hoe omdat dit vrij abstracte begrippen zijn die een bepaald niveau van denken en innerlijke taal vragen.
In groep 1 tot en met 3 hangen dus alleen de tot dan toe gebruikte picto’s op als reminder.

TIP: je kunt de praatdomino trouwens ook als losse kaart bestellen op de site van de communicatiekoffer.

 

Handige map

In de map van het CPS “Begrijpend luisteren en woodenschat”‘ vind je trouwens ook veel inspiratie, theorie en ideeen voor in de praktijk.

Deze map kan ik dan ook van harte aanbevelen als naslagwerk in je klas.

Tijdsinvestering voor begrijpend luisteren?

Op de kwaliteitskaart wordt gesproken over 2 a 3 keer 15 minuten in kleine en/of grote kring. 
Deze tijd zou moeten worden besteed aan begrijpend luisteren.

Mijn mening

Aangezien begrijpend luisteren de basis is voor het begrijpend lezen ben ik het hier natuurlijk helemaal mee eens.

Ik denk zelf dat je  makkelijk aan die 45 minuten per week komt wanneer je alle momenten meetelt waarop je in gesprek bent over een prentenboek of je thema.
Het maken van een mindmap is echter een tijdrovender werkje dan een gesprek dus dat zou je minimaal 1 keer per thema rondom het centrale prentenboek kunnen doen.

Het werken rondom een centraal prentenboek en thema is  trouwens aan te bevelen vanuit meerdere taalaspecten, je krijgt er meer betekenisvolle taal mee in de klas, meer betekenisvol spel en gerichte woordenschatuitbreiding. Door ook steeds de nieuwe woorden te koppelen aan de kennis van de wereld die de leerlingen al hebben krijg je verdieping van taal en woordenschat rondom het thema.

 

    Begrijpend luisteren is een belangrijk onderdeel van het taalaanbod.

    Hoe is dit bij jullie ingeroosterd is? laat het me weten in een reactie hieronder.

    Met welk thema start jij na de vakantie?

    Met welk thema start jij na de vakantie?


    Een rustige start

    Op de diverse facebookgroepen voor onderwijsmensen zie je langzaamaan steeds meer vragen voorbij komen over thema’s die na de vakantie uitgewerkt gaan worden.
    Na de drukke decembermaand is het misschien niet zo’n gek idee om rustig van start te gaan. Terugblikken op de vakantie en vooruitblikken op het nieuwe jaar.
    Daar heb je eigenlijk nog niet echt een thema bij nodig.

    Regels en routines

    Laat de groep daarom eerst eens rustig starten, eventuele nieuwe leerlingen kunnen een paar dagen wennen en iedereen komt weer langzaam in het ritme en de vaste regels en routines van de klas, want die zijn vast wel wat weggezakt in die laatste maand. Voor de prikkelgevoelige kinderen is dit heel fijn, en voor jezelf wel zo relaxt.

    De nieuwjaarsreceptie

    Oud en Nieuw is natuurlijk ook een cultuuroverstijgend feest. Overal op aarde vieren ze de komst van een nieuw jaar. Om hier toch aandacht besteden heb ik wel een tip: plan een herhalingsweek MET een nieuwjaarsreceptie!

    Zelf startte ik elk jaar ook met een herhalingsweek. Even de regels weer duidelijk, de routines in de klas weer helder en we verwelkomen eventueel de nieuwe leerlingen, wat altijd al een compleet nieuwe groepsdynamiek geeft.
    Daarna laten we het een beetje van de weersverwachtingen afhangen. Of we gaan voor een winters thema, of we gaan voor het Kleuteruniversiteit project Nippertje en de tijd. 

    Wij starten dus na de vakantie met een gezellige nieuwjaarsreceptie met de kinderen. hiervoor heb ik een fles kinderchampagne bewaard van het kerstdiner.
    Het mag natuurlijk ook gewoon siroop zijn, aangelengd met met sprankelend bronwater  voor de bubbels.

    Deze champagne serveer ik in leuke plastic champagne glazen (Bij het kruitvat nu in de Sale).
    Voor de sfeer serveer ik slagroomsoesjes (makkelijk uit de diepvries) erbij.
    Na het branden van een vuurwerkstokje laat ik een confetti-knaller afgaan in de klas.
    Op het digibord mogen de kinderen tot slot ook  digitaal vuurwerk afsteken.  Alle links hiervoor vind je op mijn yurlspagina: oud en nieuw

    Dit was vorig jaar een groot succes. 20150105_083425  IMG-20150105-WA0010

    Benodigdheden:

    • kinderchampagne of siroop met bronwater
    • champagne glazen (plastic)
    • diepvries slagroomsoesje of andere feestelijke koekjes
    • confettiknaller
    • vuurwerkstokjes

    Natuurlijk bespreken we van tevoren hoe de jaarwisseling thuis is gevierd.

    Enkele gespreksvragen:

    • Hebben jullie thuis ook gefeest? (evt. opgestuurde foto’s bekijken op het digibord)
    • Wat aten jullie op het feest?
    • Wat dronken jullie op het feest?
    • Wat heb je gezien of gehoord?
    • Was je opgebleven tot 12 uur?

    Beschik je over iPads in de klas? Gebruik dan de app Quiver.
    Na de receptie kunnen  je alle kinderen de kleurplaat van de app Quiver met het vuurwerk (Hier gratis downloaden) laten inkleuren. Door de kleurplaat met de app daarna te scannen kunnen ze de vuurpijlen in Augmented Reality afsteken. 

    Later die dag of die week praten we natuurlijk verder over het vuurwerk, de wisseling van de jaargetallen, de klok, het seizoen en filosoferen we over wat in het nieuwe jaar zou kunnen komen. Genoeg punten voor een gesprek!

     

    Gouden momenten

    Een leuk idee is om een pot vol gouden  momenten bij te gaan houden in het nieuwe jaar. Iedere week een leuk moment kiezen en op een briefje kort omschrijven en in de pot stoppen. Deze pot kan in de laatste schoolweek of op de nieuwjaarsreceptie van het volgend jaar worden besproken. Doe dit samen met jouw groep, zodat het echt gedeelde herinneringen worden.

     

    Wat doe je dan zoal in die week?

     

    Uiteraard lees ik die eerste week het boek “Kikker en het nieuwe jaar” voor en maak ik in de werklessen en tijdens de knutselactiviteiten die week gebruik van mijn yurlspagina Oud en nieuw. Hierop staan wat werkbladen, wat woordkaarten en wat knutselideetjes.

    Ik gebruik vaak voor het schrijfatelier de woordkaarten van juf Janneke, de knutselideetjes van Pinterest en tijdens de kringactiviteiten ga ik herhalen.
    Rijmen, begrijpend luisteren met een mindmap, tellen tot 10 en terug, tellen met sprongen, getalsbegrip tot 10, de begrippen letter, woord, cijfer.
    Allemaal dingen die ik in die eerste week weer eens onder de loep wil nemen. 

    Daarna kan ik mijn observaties van deze week goed gebruiken om in mijn komende thema extra  activiteiten te plannen die nog aandacht nodig hebben. 

    In dit artikel geef ik je digitale tools voor een ander leuk thema voor deze weken. “Tijd en klokken”.

    Hoe ga jij starten na de vakantie?

    Programmeren, sites en apps

    Programmeren, sites en apps

    Programmeren

    Op de site van mediawijsheid.nl lees je het volgende

    In de toekomst is het waarschijnlijk net zo belangrijk om te kunnen programmeren als om goed Engels te kunnen spreken. De vaardigheden die daarbij nodig zijn helpen inzicht te krijgen in de ‘achterkant’ van de apparaten die we dagelijks gebruiken.

    Waarom leren programmeren?

    Waarom zou je met programmeren aan de slag gaan in de klas?

    Op de site van Mediawijsheid lees je ook:

    Programmeren leert kinderen creëren in plaats van consumeren. Het is dus niet per definitie bedoeld om kinderen op te leiden tot programmeur, maar om ze vaardigheden te leren waarvan ze in elk beroep profijt hebben.

    Dat klopt. Kinderen zijn creatief bezig met logisch redeneren en creatief denken. Wanneer je aan de slag gaat met programmeren zal er ook ontzettend veel taal gebruikt worden voor overlegmomenten en wat denk je van innerlijke taal. Het programmeren vergt veel denken in stappen en vraagt dus flink wat werkgeheugen en spreekt zeker de executieve functies aan.

    Deze vaardigheden leer je van programmeren:

     

    • Creatief en logisch denken
    • Ruimtelijk inzicht
    • Probleemoplossend vermogen
    • Structureren
    • Samenwerken

    Leren programmeren? Deze apps en sites kun je gebruiken

    Er zijn verschillende initiatieven en lespakketten verkrijgbaar op het gebied van programmeren.

     

    Sites voor het onderwijs

    1. Bomberbot – 16 lessen met 300+ levels om thuis te leren programmeren.
    2. Uit de koker van Kennisnet: Ko de Kraker, een leuke game voor programmeurs in de dop.
    3. Met Scratch kunnen kinderen (8-14 jaar) leren programmeren. Er zijn verschillende sites met uitleg, o.a. van de TU Delft en Scratchweb.nl.
    4. Robomind is een eenvoudige Nederlandstalige programmeeromgeving waarin je zelf een robot laat bewegen
    5. De Fabschoolino van de Waag Society is een doe-het-zelf mini-computer die speciaal ontwikkeld is voor de jonge maker.
    6. Teach2Code biedt gratis lesmateriaal aan voor het primair onderwijs, waaronder materiaal rond Cubetto en Ozobot.
    7. Codevaardig biedt complete lespakketten voor kinderen van 4-12 waarin de robotjes Dash en Dot een grote rol spelen.
    8. Stichting FutureNL biedt meer dan 60 lessen aan op het gebied van coderen, programmeren en computational thinking voor de onderbouw en meer dan 200 lessen voor de bovenbouw.

    Leesvoer rondom programmeren

     

    1. De speciale editie van Donald Duck, de DigiDuck, laat kinderen op een speelse manier kennismaken met programmeren.
    2. Het ABC van programmeren – Poster met een overzicht van belangrijke termen in het programmeren.
    3. Op Eduapp vind je lesideeën van andere docenten.
    4. In de ProgrammeerWijzer staat een overzicht van 38 programma’s, apps en lessenpakketten voor het primair en voorgezet onderwijs.

     

    Apps voor programmeren

    • Met de app Scratch Jr kunnen kinderen van 5 – 7 jaar hun eigen interactieve verhalen of games programmeren.
    • In de app Daisy the Dinosaur laat je de dinosarus Daisyo over het scherm lopen, dansen, springen. Zo leer je de beginselen van volgorde, objecten, loops en acties.
    • Hopscotch – Deze app voor de iPad leert kinderen spelenderwijs programmeren door een script te maken van blokjes met commando’s. Hopscotch is losjes gebaseerd op de programmeertaal Scratch.
    • Met Turtle logic kids kunnen kinderen de schildpad helpen om naar huis te gaan. Met het slepen en plaatsen van pijlen help je de schildpad op de juiste weg.
    • Met de apps voor de Blue-bot en de Bee-bot kun je ook zonder robot een heel eind komen. Breng de kleine kevers naar de juiste plek in het speelveld en kies uit verschillende speelvelden.
    • heb je de software van Gynzy, zoek dan de programmeerbare robot en ga op je digibord aan de slag met de kleine kever.

    programmeren in de klas

    Ga jij er mee aan de slag?

    Tiny tap in de klas

    Tiny tap in de klas

    Passende apps in de klas

    Zoals jullie wellicht al weten ben ik een grote fan van apps die je zelf kunt vullen  met je eigen leerstof. De apps die je passend kunt maken voor jouw groep zie je steeds vaker terug in de klas,  maar vragen soms wel enige uitleg.
    Al eerder schreef ik er blogs en artikelen over en stak ik mijn enthousiasme niet onder stoelen of banken.
    Afgelopen September gaf ik ook weer een workshop over passende apps. Meer weten over deze workshop? Lees dan hier verder.
    Wat is er immers mooier dan een app met jouw eigen content, passend bij jouw aanbod in de klas?

     

    Bijvoorbeeld TinyTap

    Pas geleden was een cursist  bij mij,  tijdens een workshop over passende apps,  helemaal enthousiast geworden van de app TinyTap en wilde deze app dolgraag in de klas gaan gebruiken. Tijdens de workshop hadden we uitgebreid gekeken naar de mogelijkheden en na afloop was de cursist er thuis meteen verder mee aan de slag gegaan. Met als resultaat een prachtig spel, passend bij haar groep.

    Probleem bij het inloggen door de leerling

    Eenmaal in de klas, tijdens het gebruik op de iPad, ontstond er een probleem. Het lukte niet om de kinderen rechtstreeks aan een spel te zetten. De kinderen kwamen na het openen van de app iedere keer in een algemeen menu, raakten daardoor in de war, met als gevolg dat het mooie spel steeds weer opgezocht moest worden of zelfs onvindbaar was. Dit kost natuurlijk tijd en energie, die je met een groep kinderen nu eenmaal niet zo snel over hebt.
    Werken met een iPad moet makkelijk gaan en je prachtige zelfgemaakte spel moet natuurlijk wel makkelijk vindbaar zijn voor jouw leerlingen.

     

    Hulp gezocht

    Via de mail kwam er een noodkreet mijn kant op.

    “Hoe krijg ik de spellen te zien die ik gedownload heb, of die ik in de afspeellijst heb staan? Moet ik die downloads misschien ergens anders ophalen en dat dan de afspeellijst verandert? Ik ben er ondertussen al echt veel uren mee bezig, ook de app helemaal verwijderen, opnieuw beginnen, veelgestelde vragen,
    de vraag googlen  etc.etc, Mij lukt het echt niet, ik word er ondertussen chagrijnig 
    van! Kun jij me svp helpen? Of kun je me verwijzen naar iets wat kan helpen?

    De oplossing in een instructievideo

    Omdat het antwoord op deze vraag redelijk ingewikkeld was, leek het mij lastig om dit via de mail te beantwoorden.  Een instructievideo leek mij daarom handiger.
    En aangezien er vast meer mensen zijn die tegen dit probleem aanlopen, deel ik de video’s daarom nu ook hier met jullie.

    1. In de eerste video leg ik je uit hoe je een klas aanmaakt en daarin spellen klaar zet, met de gratis versie van TinyTap.
    2. In de tweede video laat ik je zien hoe kinderen makkelijk en rechtstreeks bij de spellen kunnen komen die jij hebt klaargezet voor een thema of weektaak.

    Video 1: Maak een taak aan in Tinytap met jouw spellen

    Video 2: Leerling logt in (deze video heeft geen geluid)

    Veel plezier  met passende apps

    Hopelijk brengen bovenstaande video’s nu meer gebruikersgemak voor de app TinyTap in de klas.
    Veel plezier alvast met deze leuke en waardevolle app.

    Heb jij vragen rondom het gebruik van apps of waar je ze kunt vinden?

    Wil jij creatief aan de slag met taal en digitale tools?

    Bekijk dan al mijntrainingen in de Digitaalspeciaal Online Academy!

    Volg vanuit je eigen huiskamer op jouw eigen tempo en tijdstip mijn online trainingen en masterclasses.

    Via deze mailinglijst ontvang je meteen een kortingscode waarmee je kortingen kunt krijgen tot 50%!
    Ook ontvang je als eerste het laatste nieuws over de Digitaalspeciaal Online Academy.

    Bedankt! Je bent succesvol ingeschreven. Ik beloof je dat ik je niet ga spammen, wil je echter toch uitschrijven dan kan dat natuurlijk altijd onderaan elke mail. Bij Gmail en Hotmail komen mijn mails vaak in SPAM terecht. Wil geen enkele mail missen? Voeg mijn mailadres dan toe aan jouw lijst met vertrouwde contacten of bij Gmail aan de mailbox Primair. Groet, Marita

    Pin It on Pinterest