Spelen en spelbegeleiding.
Soms krijg ik wel eens de vraag van collega’s uit de hogere groepen; “Waarom veranderen jullie toch iedere keer die hele klas?”
Ik antwoord dan standaard dat dit onze methode is bij het thematisch onderwijs met kleuters.
Zoals er in de bovenbouw allerlei materialen worden gebruikt bij een les voor biologie of aardrijkskunde, zo gebruiken wij onze hoeken voor ieder thema. In deze hoeken wordt namelijk gewerkt. Hier lokken wij taal uit, zijn wij bezig met coöperatief werken, wordt de fijne en de grove motoriek geoefend, wordt het kritisch nadenken uitgedaagd en wordt de sociaal emotionele ontwikkeling bevorderd. Best een hoop voor hoeken waarin vaak “toch alleen maar gespeeld wordt”.
Het doel van spel.
Spelstimulering is belangrijk bij de ontwikkeling van het jonge kind. Maar wat we nu precies onder spel verstaan en hoe dit spel het beste geïmplementeerd en gestimuleerd kan worden, dat blijft soms de vraag. Belangrijk is in ieder geval dat de leraar spel mogelijk maakt in een kleutergroep, in welke vorm dan ook. Er moeten speelruimten gecreëerd worden en er moet krachtig spelmateriaal beschikbaar worden gesteld,
Dit gebeurt met het realiseren van goede hoeken. Maar wat is een goede hoek?
In een filmpje op de site van Leraar 24 hoorde ik de volgende uitspraak:
Een goede hoek verveelt nooit!
In het filmpje worden de kenmerken van een goede hoek opgenoemd.
- De kinderen weten precies wat ze er kunnen doen.
- De hoek is gevuld met krachtige materialen die tot de verbeelding spreken.
- Er is ruimte en uitdaging voor de kinderen om hun fantasie de vrije loop te laten.
- De hoek is een deel van de klas, staat niet op zichzelf maar vormt een geheel met het actuele thema.
De betrokkenheid in een spelhoek kan afnemen, op dat moment is het aan de leerkracht om via nieuwe impulsen de betrokkenheid weer te verhogen.
De rol van een juf of meester gaat daarom verder dan alleen de inrichting van de hoeken verzorgen.
Spelen gaat namelijk niet altijd vanzelf; kinderen moeten (soms) geholpen worden om hun spel op gang te brengen, om verschillende spelactiviteiten te ondernemen en om het spel op niveau te brengen en te houden.
Wanneer kinderen de ruimte krijgen om te spelen, zullen ze zich ontwikkelen.
Het spelen in hoeken stimuleert en ontwikkelt de volgende gebieden:
-
- De sociale vaardigheden,
- De motorische ontwikkeling.
- Maakt ervaringen met de echte wereld mogelijk.
- Vergemakkelijkt het omgaan met emoties.
- Verbetert de taalontwikkeling.
- Ontwikkelt het probleemoplossend denken.
- Het grip krijgen op de wereld om hen heen.
Het spel wordt in de literatuur onderverdeeld in verschillende niveau’s.
Kleuters hebben op verschillende momenten in hun ontwikkeling behoefte aan verschillende activiteiten. Twee- en driejarigen zijn vooral graag handelend (manipulatief) bezig. In dit spel oefenen ze hun motoriek, leggen contact met anderen en leren ze taal gebruiken. Langzaamaan verandert het van manipulerend spel in rollenspel, waarin kinderen symbolische middelen kiezen voor de werkelijkheid. Ze worden dokter, moeder of groenteboer. In dit rollenspel neemt het onderlinge contact toe, breidt de taal zich uit en worden er relaties gelegd tussen voorwerpen en rollen (“zal ik deze appels in een zakje voor je doen?”).
Rol van de leraar
Alle kinderen starten met bewegen en spelen in manipulerend spel, ook ondernemen alle kinderen na verloop van tijd rolgebonden handelingen, maar het interactieve rollenspel ontstaat niet automatisch. Veel kinderen blijven dan ook op dit punt steken.
En dit terwijl deze laatste fase juist zo belangrijk is voor de ontwikkeling van het kind; hier wordt namelijk een beroep gedaan op de sociale gevoeligheid en vaardigheid.
Bovendien wordt taal in het interactieve rollenspel gebruikt als communicatiemiddel en denkinstrument. Of kinderen klaar zijn voor deze fase, hangt van veel factoren af. Ze zijn daarin bijvoorbeeld vooral afhankelijk van hun sociale omgeving.
- Wordt er thuis dezelfde taal gesproken als op school?
- Wordt er gespeeld in de vrije tijd?
- Stimuleren ook andere volwassenen het spel?
Als kinderen niet tot deze laatste fase van spel komen, is het belangrijk dat de leraar ingrijpt. Misschien is dit soms al nodig bij eerdere vormen van spel.
Twee manieren van spelstimulering
- Meespelen
Eén manier om een kind te helpen is meespelen, waarbij het erg belangrijk is om de leiding van het spel bij het kind te laten liggen. In deze video zie je hoe je door kindvolgend mee te spelen het spontane spel en de taal van kinderen kunt verrijken. Je ziet hoe je kinderen vanuit manipuleren kunt stimuleren tot doen alsof en uiteindelijk tot het spelen van het zo belangrijke rollenspel.
Wanneer kleuters zich voldoende ontwikkelen tijdens hun spel, zal dat bijdragen aan hun verdere ontwikkeling en het leerproces. Kleuters hebben daar wel leerkrachten bij nodig.
In de volgende video wordt gezegd: Het spel waarderen, begeleiden en stimuleren is niet makkelijk. Kinderspel is echt geen kinderspel. Hier wordt het spel bevorderd met het spelstimuleringsprogramma “de Droomvogel”.
2. Demonstratiespel
Een andere manier om kinderen te helpen met de spelontwikkeling is een rollenspel voor te spelen. Dit noemen we demonstratiespel. Kinderen hebben voorbeelden nodig Volwassenen zullen kinderen moeten leren spelen door zelf rollenspel voor te doen.
Rollenspel is de hoogste en de belangrijkste vorm van spel. Kinderen die rollenspel spelen, doen in overleg met anderen de wereld om hen heen na en zetten die naar hun hand. Kinderen die veel rollenspel spelen, leren om zich in te leven in anderen. Ze leren denken over het handelen en redeneren van anderen. Ze ontwikkelen een theory of mind. Ze maken al spelend de wereld om zich heen eigen. In dit filmpje zie je een mooi voorbeeld van demonstratiespel.
Hoe werken wij op onze school aan spelstimulering?
Het meespelen in onze klas.
Al onze kleutergroepen werken via thematisch aanbod. Door ieder thema loopt een rode draad met een verhaallijn voor het spel in de themahoek.
We proberen de doelen van de verhaallijn per week in het thema iets aan te passen of uit te breiden. Een begeleider (leerkracht, onderwijsassistente of stagiaire) speelt liefst iedere dag mee en stimuleert de kinderen om zelf het spel te leiden. De begeleider kan elementen of handelingen toevoegen en de kinderen stimuleren om dit uit te spelen en daarop voort te borduren. Dit meespelen wordt ingeroosterd tijdens het werkmoment. De leerkracht of de assistente heeft een begeleidende rol als medespeler in de hoek.
Het is wel van belang dat je met je interventies aansluit bij het spel van het kind en dat je heel dicht bij de beleving van het kind blijft.
Het demonstratiespel in onze klas.
Bij elk thema proberen we twee of drie situaties voor te spelen met de volwassenen. We plannen die het liefst in op maandag zodat de kinderen er de hele week nog op door kunnen fantaseren. We gebruiken materialen uit de hoek en gebruiken die bij het demonstratiespel in de kring of we zetten de bijvoorbeeld de complete verteltafel of zandtafel in het midden en spelen hiermee een situatie of verhaal voor (dit kan door 1 persoon gedaan worden). Het taal geven aan een verhaal is voor kinderen met TOS vaak nog erg lastig en een goed voorbeeld is dan ook een belangrijk hulpmiddel voor deze leerlingen.
TIP: Zorg dat je bij het demonstratiespel je verhaallijn van tevoren hebt doorgesproken met je eventuele spelpartner. Maak dit ook duidelijk naar de kinderen. Ook dit is iets wat ze kunnen leren. Het overleggen over wie er wat gaat doen en waarmee is natuurlijk ook een belangrijke factor voor het succes van het spelverloop.
Momenteel zijn wij in de groep bezig met het thema Bang Mannetje en de herfst.
Bij ieder thema proberen wij zoals gezegd meerdere hoeken aan te passen, wat bij dit thema heeft geresulteerd in 4 hoeken:
- Heksenhuis in de huishoek (met donkere hoek geïntegreerd).
- Dinosaurusland in de zandtafel.
- Verteltafel met bosgebied, een berenhol en kabouters.
- Kabouterwinkeltje in de rekenhoek.
De Algemene doelen voor deze hoeken zijn:
- Spelstimulering.
- Interactie tussen leerlingen.
- Nieuwe taal toevoegen bij de aanwezige woordenschat.
- Praatprikkels voor thuis creëren.
Tips voor Interactie tussen leerlingen.
Het is goed om 2 hoeken een interactiemogelijkheid te geven. Maak bijvoorbeeld een rekenhoek met een opdracht waarbij ze materiaal moeten gaan lenen, kopen of bestellen in de
huishoek. De kinderen leren dat er verbanden zijn, leren de juiste vragen stellen en mee te denken met anderen in hun rol. Begeleiding of demonstratiespel is hier nog wel vaak een vereiste voor succes.
Hoe creëer je praatprikkels voor thuis?
Door het gebruik van klasbord maken wij dagelijks een paar foto’s van spelmomenten in de groep. Vooral het spelen in de hoeken en de creatieve momenten zijn leuk om te zien voor ouders maar kunnen goed aanleiding vormen voor een gesprek thuis.
- Ouders kunnen hierdoor gerichter vragen stellen..
- Ouders kunnen ideeën krijgen om hierop door te gaan.
- Ouders en kinderen hebben een taalmoment wat waardevol is voor het kind (uitbreiden en consolideren nieuwe taal).
Hoe kun je nieuwe taal toevoegen?
Voorspelen in de grote groep is effectief, alle kinderen worden geïnspireerd. Door spel te demonstreren kunnen er ook nieuwe woorden worden geïntroduceerd.
Je vangt dan twee vliegen in een klap, kinderen gaan beter spelen en gebruiken meer taal.
Bedenk daarom van tevoren goed welke woorden je gaat toevoegen in je demonstratiespel of tijdens het meespelen.
Praktijkvoorbeeld van een uitgewerkte verhaallijn binnen het thema Bang Mannetje en de heksen:
week 1:
Ontdekken van de heksenhoek en maken van soepjes/dranken en meer. Wat doe je erin?
Nieuwe taal: goochelaar, tovenaar, toveren, roeren, mixen, toevoegen, ketel, pan, kakkerlakken, spinnenpoot, eikel, kastanje, noot, paddenstoel, enz.
week 2:
Dieren verzorgen uit het bos die ziek zijn. Hoe maak jij ze weer beter?
Nieuwe taal: angstig, dapper, spuit, wond, drankje, medicijn, griep, rillerig, beter, gezond, koken, bakken.
week 3:
een probleem introduceren door een verdwaald dier aan te laten kloppen bij de heksen, hoe komt het diertje weer thuis?
Nieuwe taal: verdwaald, de weg kwijt, richting, omweg, ronddwalen, zoeken, vinden, bang, ongerust, het pad, de kaart, wandeling, volgen, achterna lopen, weglopen, angstig, dapper
De nieuwe woorden komen ook weer terug in de clusters van LOGO3000, onze woordenschatmethode.
Conclusie:
Spelen is leren en leren is spelen!!
Hoe pak jij het spelen aan in jouw groep?
Laat het me weten in een reactie hieronder
0 reacties