Het stille kind

Het stille kind

Het is weer examentijd en deze week werd ik ook getest. Niet door middel van een examen maar door middel van een nieuwe leerling.

In onze groep 2, met leerlingen met TOS, kwam er een nieuwe leerling bij en dat maakte een totaal in de groep van 15 leerlingen.
En geloof me, bij ons is dat veel voor een kleutergroep! Alle leerlingen zitten met een intensief arrangement bij ons op school en dat is uiteraard terug te zien in de groepsdynamiek. Wanneer er dan na de vakantie weer een nieuwe leerling bij komt is dat altijd weer even kijken, aftasten en ontdekken van elkaar en de regels. Daarnaast is dan het feit dat je binnenkomt in een volledig gevormde groep ook al lastig als kind natuurlijk. Geen wonder dat je dan zoekende bent naar regels en duidelijkheid.
Gelukkig is onze groep zo sociaal dat deze leerling zich waarschijnlijk binnen no-time op zijn plek zal gaan voelen.Toch besefte ik aan het eind van mijn werkweek dat ik niet iedereen echt gezien had door alle drukte.

Dit heeft mij weer aan het denken gezet over het stille kind. Want naast de altijd aanwezige of de nieuwe kinderen zitten ook de stille kinderen in die volle groep. Gewoon dat rustige kind, wat je in de volle groepen met passend onderwijs gerust kunt vergeten op een hectische dag!
Je zult het vast herkennen, dat je aan het eind van de dag jezelf ervan bewust wordt dat je dat stille kind eigenlijk weinig hebt kunnen “zien”. In mijn groep van 15 leerlingen is het al vol, maar wat bij een groep van 30 of 35 leerlingen? Zie jij dan alle kinderen iedere dag? En hoe voel je jezelf daarbij?

Ik ben van mening dat het nadenken over dit probleem op zich al veel helpt. Je bent jezelf bewust van die kinderen en je doet je best om ook deze leerlingen te zien en te helpen. Daarnaast zitten er maar zoveel uren in een dag en ben je jammer genoeg geen Superjuf of Supermeester. En dan zijn er ook nog stille kinderen bij die het eigenlijk wel prima vinden om een beetje in de luwte van een groep te functioneren. We moeten tenslotte, in deze tijd van stempels en diagnoses, opletten dat we niet gaan overdrijven met vraagtekens zetten,  handelingsplannen en dergelijke.

Even voor de duidelijkheid, ik heb het hier over kinderen die gewoon van nature wat stiller zijn, zonder dat daar meteen een stempel van een stoornis aan kan worden verbonden.
Wat meer op zichzelf, rustiger, bedachtzamer.  Jazeker die zijn er ook nog 🙂
Natuurlijk kun je ook stille kinderen ontdekken waar meer aan de hand blijkt te zijn. Daar mag dan uiteraard een plan voor bedacht worden, maar ik pleit hier even voor die andere stille groep. De groep die er een beetje tussendoor glipt en die daardoor kans maakt op gebrek aan positieve aandacht.

Wat kun je doen?
Maak voor jezelf aantekeningen. Schrijf eens op welk kind je NIET is opgevallen en noteer waarop je de volgende keer wel wil letten bij dat stille kind. Misschien gaat alles goed en is het gewoon een bescheiden persoontje. Zit het vaak stil te staren maar neemt het wel gewoon alles in zich op. Loopt het gewoon niet graag vooraan in de “fanfare”. Dan is het zeker fijn wanneer juist die kinderen een keer openlijk gewaardeerd worden voor hun werk of hun aandeel in de groep. Want je hoeft niet altijd vooraan te lopen om een goed aandeel te leveren.
Een stille leerling in mijn groep ging bijvoorbeeld afgelopen dinsdag alvast de Lego opruimen, waar ze zelf niet mee had gespeeld,  omdat ik druk was met de nieuwe leerling, het Lego groepje en de uitleg van de speel- en opruimregels van de klas. Zonder wat te zeggen, gewoon uit zichzelf,  ging ze aan de slag.
Ik heb haar daarna een groot compliment gemaakt en benoemd wat ik zo fijn vond aan haar hulp. Later op de dag,  tijdens een individueel gesprek buiten,  benoemde ik het nog een keer, zittend op een bankje op de speelplaats. Dat ik het fijn vond en zo even goed de tijd had voor iemand anders maar dat ik het echt wel gezien had en dat ik zo blij was met haar. Ze groeide van trots en voelde zich duidelijk gewaardeerd.

Eigen ervaring
Ik heb toevallig twee bescheiden rustige leerlingen thuis, mijn eigen pubers. Waarvan een op dit moment stilletjes blokt voor zijn eindexamen HAVO en de ander rustig studeert voor haar Bachelor tentamens. Ik heb gemerkt dat zij in de loop der jaren (op de basisschool en daarna ) vaak verkeerd gezien werden. Er werd zelfs in groep 6 gezegd dat mijn zoon geen vrienden zou hebben (“hij voetbalt nooit mee met de groep”) en dat mijn dochter altijd een slecht humeur had in de klas (“ze kijkt altijd zo boos”). Dat heet gewoon concentratie hoor en moet elke jongen persé een voetbalfan zijn? Het heeft wel indruk op mij gemaakt in de zin van, kijk eens verder, kijk eens ECHT naar deze kinderen!
Wat had ik graag gewild dat ze echt het gesprek waren aangegaan, deze docenten en leerkrachten. Dan hadden ze kunnen ontdekken dat hun oordeel echt HELEMAAL niet klopte
Dit viel mij opnieuw op tijdens de diploma uitreiking vorig jaar bij mijn dochter. Ze had de gymnasiumexamens glansrijk doorstaan met mooie punten, geen kleine opgave, zeker omdat we vlak voor de examens helaas afscheid hadden moeten nemen van Opa en er tijdens de tweede examenweek dus ook een begrafenis stond gepland. Bij de diploma uitreiking werden een paar namen extra genoemd, met de mededeling dat die het persoonlijk zo zwaar hadden gehad dit schooljaar. Niets ten nadele van die specifieke leerlingen maar dit waren dus wel de leerlingen die altijd vaak voorop liepen in die “fanfare” en dus altijd wel in beeld kwamen. Mijn stille kind zat te wachten op een compliment en het kwam niet. Wat voor boodschap geef je dan? Stille kinderen tellen niet mee?

Gelukkig kwamen er,  tijdens de afgelopen schoolloopbaan van mijn kinderen, ook hele goede ervaringen voorbij in de lange rij leerkrachten en docenten. Een kleuterjuf die feilloos doorhad hoe het zat (sociaal-emotioneel) bij mijn dochter na amper 3 maanden in haar groep, een HAVO1 Mentor die precies benoemde wat de sterke sociale punten waren van mijn zoon. Je snapt het, ik blijf door deze eigen ervaringen een voorvechter van het stille kind.

Daarom:
Zet dat stille kind eens in het zonnetje door een compliment, een extra aai over de bol of een persoonlijk gesprek. Ga er eens naast zitten in een pauze of een vrij moment en begin een ECHT gesprek. Je zult misschien versteld staan van het persoontje wat tevoorschijn komt. Het kind moet zich in een groep gewaardeerd voelen als persoon zoals hij of zij is. Dus neem die tijd, ga zitten en geniet!

 

 

TOS, wat is dat eigenlijk?

TOS, wat is dat eigenlijk?

Bron afbeelding: Smart onderwijs , Bernadette Sanders

TOS een onzichtbare handicap!

De afgelopen week kwam het blog in de publiciteit van Smartonderwijs.nl van Bernadette Sanders met het hierboven staande schema ter illustratie.
Het gaat over Tos, een onzichtbare handicap. Lees het blog van Bernadette Sanders hier terug.

Ik wil dit blog graag hier delen omdat het erg belangrijk is dat er meer aandacht komt voor TOS. Ik werk nu 29 jaar  in het Cluster 2 onderwijs. Dat dit soort onderwijs nog steeds onbekend is bij velen, verbaast mij nog elke dag.
Veel mensen, soms ook collega’s, reageren vaak met : “oh, dat is toch onderwijs voor dove en slechthorende kinderen?”
Wanneer je dan uitlegt dat dove of zwaar slechthorende kinderen vaak naar een speciaal doveninstituut gaan of in het basisonderwijs blijven, mits geholpen met goede apparatuur of een CI (Cochleair Implantaat) wordt de blik vaak al vragend.

Wanneer je vervolgens uitlegt dat wij vooral kinderen met ernstige taalontwikkelingsstoornissen  (TOS) begeleiden, is de volgende vraag vaak: “Zijn dat kinderen met taalachterstanden? Zijn dit vaak kinderen met een andere thuistaal?”

Een taalachterstand is echter niet hetzelfde als een taalstoornis.
Zie ook een eerder artikel op deze site over het verschil tussen een stoornis of een achterstand.
Nee! Een taalontwikkelingsstoornis (TOS)  is een stoornis in de ontwikkeling van de taalverwerking en/of de taalproductie. en NEE, je hoort het niet meteen aan alle kinderen die op cluster 2 zitten of kinderen met een (vermoeden van) TOS.
Sommige kinderen hebben inderdaad een flinke articulatiestoornis bij binnenkomst die op latere leeftijd overgaat in een taalverwerkingsprobleem waardoor het dan vaak “over” lijkt te zijn. De TOS die hieraan ten grondslag ligt,  is dan allerminst “over”.

Ook in onze kleutergroepen zitten vaak al kinderen waarvan je op het eerste gehoor denkt “die praat toch best goed?”
De communicatieve redzaamheidsproblematiek en de taalverwerkingsproblematiek is dan vaak zo ernstig dat functioneren in het regulier onderwijs niet haalbaar is. Wanneer je gericht met deze kinderen aan de slag gaat komt het probleem duidelijk naar voren. Ze kunnen zich slecht concentreren doordat de auditieve verwerking traag is en dus de taal in de omgeving (lees ” uitleg in de klas”) vaak te snel gaat.
Helaas wordt dit nog steeds vaak verward met ADHD of ADD, waardoor de begeleiding soms niet passend is voor een leerling.
Deze diagnoses
 zijn vaak wel bekend in onderwijsland.  Hiervoor wordt soms ook medicatie voorgeschreven. Maar een medicijn zoals ritalin werkt niet bij een TOS!! 
Daarbij moet vermeld worden dat er ook leerlingen zijn met comorbide stoornissen. Bijvoorbeeld TOS en ADHD. 
Een uitgebreid onderzoek en een goede diagnose is daarom ook altijd cruciaal voor een passende begeleiding.

TOS is geen nieuwe diagnose!

Vraag je nu eens af, hoeveel kinderen worden er dus eigenlijk niet goed gezien en daardoor misschien zelfs geholpen met medicatie die niet nodig zou zijn wanneer er ook een goede logopedische test uitgevoerd zou worden?
TOS is een officiële stoornis en geen nieuw iets. Ik werk tenslotte al bijna 30 jaar met deze leerlingen. 🙂
Wanneer kinderen met een TOS een diagnose krijgen is dit altijd pas na intensief logopedisch onderzoek en eventuele handelingsplannen die hieraan vooraf zijn gegaan op het regulier onderwijs.

Een TOS is eigenlijk ook een uitsluitingsdiagnose . Andere oorzaken zoals gehoorproblemen, intelligentievermindering of achterstand door andere oorzaken moeten eerst uitgesloten worden voordat er een TOS of een vermoeden van een TOS mag worden vastgesteld.
De  aanmeldpunten voor het cluster 2 onderwijs bekijken daarna zeer grondig of een kind een licht, medium of intensief arrangement krijgt. (Waarbij alleen de intensieve arrangementen een plaatsing krijgen op het SO.)

Klik hier voor een aanmeldpunt in jouw buurt.

Waarom gaat een kind naar cluster 2 onderwijs?

  • Ze kunnen zich moeilijk uiten omdat ze vaak niet de juiste woorden snel genoeg kunnen vinden (woordvindingsproblemen) waardoor communicatie lastiger wordt.
  • Ze worden stiller of juist sneller boos omdat ze zich niet begrepen voelen en omdat ze zichzelf niet goed durven uiten (sociaal emotioneel welbevinden).
  • Soms zijn er meerdere problemen die samen een ernstig taalverwerkingsprobleem vormen. (zie schema van smartonderwijs.nl bij Co-morbide stoornissen). De logopedische tests zijn dan doorslaggevend voor een arrangement.
  • Doordat de groepen kleiner zijn kan er meer aandacht besteed worden per leerling aan specifieke hulp in de groep in samenwerking met logopedie op school.
  • De kinderen kunnen flinke motorische planningsproblemen hebben die zich niet alleen uiten in de articulatie maar in hun hele handelen en denken. Dit kan zover gaan dat een verbale Dyspraxie of zelfs een Ontwikkelingsdyspraxie of DCD gediagnosticeerd wordt. (Executieve functies)
  • De prikkelverwerking is bij deze kinderen vaak niet genoeg gefilterd waardoor ze snel overprikkeld zijn. Dit zie je ook weer vaak terug bij kinderen met ADHD of Autisme.

Hoe herken je leerlingen met een TOS?

Hiervoor citeer ik een klein stukje uit de blog van smartonderwijs.

“TOS is een onzichtbare handicap en vaak maken wij de fout om bepaalde kenmerken die wij in de klas signaleren te benoemen als ongewenst gedrag:

  • ongemotiveerd
  • ongeconcentreerd
  • agressief, kort lontje
  • luistert niet, let niet op, weet nooit waar wij zijn in het boek
  • is een chaoot
  • kan het niveau niet aan
  • emotioneel jong
  • verlegen en teruggetrokken etc. “

 In dit blog van smartonderwijs worden ook percentages genoemd.
In elke klas van 30 leerlingen zitten volgens onderzoek gemiddeld 2 leerlingen met een TOS.
Of die allemaal naar het speciaal onderwijs moeten is natuurlijk de vraag.
Bekijk daarom dit filmpje van de Koninklijke Auris hieronder, met handige tips voor herkenning van een TOS. Heb je vragen, stel die dan bij een aanmeldpunt in uw buurt. Zij kunnen al snel verder helpen of informatie geven die van belang is voor uw specifieke vragen.

 

Deel dit blog graag zoveel mogelijk. Laten we voor alle kinderen onderwijs echt passend maken, dus ook voor kinderen met een TOS!

Autisme, wat doe ik ermee in mijn klas?

Autisme, wat doe ik ermee in mijn klas?

De week voor Autisme

Deze week is het de week voor Autisme, ook vaak  ASS (Autisme Spectrum Stoornis) genoemd. Heel Nederland en alle Social Media platformen geven meer  bekendheid aan Autisme.
Maar nu hoor ik je denken,  dit is toch al bekend bij de meeste mensen?
Waarom is zo’n week dan nog steeds erg belangrijk om te doen?

Autisme is een bekende diagnose maar wat voor impact heeft dit eigenlijk voor de persoon zelf, voor de directe omgeving thuis en voor de omgeving binnen het onderwijs?  Hieronder een aantal vragen op een rijtje, vanuit het perspectief van een leerkracht. Ik heb regelmatig een leerling met ASS in mijn groep gehad en ben dus alleen ervaringsdeskundige op school, niet in een thuissituatie.

Wat is autisme?

Op de site van de Nederlandse vereniging van Autisme (NVA)   staat de  volgende duidelijke omschrijving:

Bij mensen met autisme werkt de informatieverwerking in de hersenen op een andere manier. Met autisme word je geboren, en blijft gedurende je hele leven een rol spelen. Het wordt niet veroorzaakt door de opvoeding.

Alles wat mensen met autisme zien, horen, ruiken etc. wordt op een andere manier verwerkt. En dat brengt een andere mix van sterke en zwakke kanten met zich mee. Zo hebben mensen met autisme vaak een goed oog voor detail, zijn ze eerlijk, recht door zee, analytisch en hardwerkend, maar hebben ze moeite met overzicht houden (centrale coherentie) en sociale contacten en hebben ze een opvallend beperkt aantal interesses of activiteiten.

Autisme zie je niet aan de buitenkant, maar het heeft grote invloed op iemands leven. Hoe groot en op welke manier precies verschilt per persoon, en ook per levensfase. 

Dit is een heldere omschrijving maar kun jij jezelf er nu een voorstelling van maken? Dit onderstaande filmpje geeft een beeld van een Sensory Overload , een teveel aan prikkels dus, en hoe dat bij je binnen kan komen.

 

De verschillende vormen van autisme.

Op de site van NVA lees je verder dat er een onderscheid gemaakt wordt tussen een aantal vormen.
Je hebt de verzamelnaam ASS:
“Autisme Spectrum Stoornis (ASS) is de verzamelnaam voor de verschillende vormen van autisme.  De term spectrum wordt gebruikt in de zin van een veelkleurige waaier, waarmee aangegeven wordt dat er een grote diversiteit is in de manier waarop autisme zich uit. In de nieuwe versie van het handboek voor psychiaters (DSM-5) zal ASS de officiële benaming worden voor alle vormen van autisme.”

Op de site worden daarna de verschillende vormen genoemd. Je kunt  daar verder lezen over de kenmerken van:

  • Klassiek Autisme
  • Syndroom van Asperger
  • PDD Nos

Wat voor impact heeft Autisme voor de persoon zelf?

Je begrijpt dat een leerling in jouw klas of groep met Autisme snel overprikkeld kan raken door een grote groep leerlingen en alle geluiden en activiteiten die daarbij horen.  |
Per persoon is het dan echter nog verschillend hoe die reageert.  Net zoals bij leerlingen zonder ASS heb je verschillende reacties op verschillende situaties. Met het verschil dat de reacties van een leerling met ASS vaak erg dwingend of heftig kunnen zijn.
Soms kunnen de reacties zelfs agressief zijn of met een paniekaanval gepaard gaan. Daarnaast heb je ook leerlingen die juist
terugtrekken in hun eigen “bubbel” en stil gaan zitten of repeterende bewegingen maken (fladderen/schommelen) en/of geluidjes maken (zoemen, woorden herhalen/enz). Het is dus nooit vanuit een dossier te zeggen wat je met deze leerling in de klas kunt doen. Vooral observeren en open staan voor elkaar geeft vaak een goede eerste verbinding om verder te bouwen aan een manier van samenwerking met jou als juf of met de leerlingen als groep. Kijk maar naar de serveerster in het bovenstaande  filmpje. Je ziet daar meteen dat begrip beter werkt dan wat dan ook.

De prevalentie cijfers

We weten uit cijfers dat ruim 1-2 % van de mensen in Nederland Autisme heeft. Met de invoering van Passend Onderwijs komen er nu veel meer leerlingen met Autisme op een reguliere basisschool terecht. Zeker de groep met de PDD-NOS diagnose vallen vaak een beetje tussen wal en schip. Dat betekent op een school van 300 leerlingen ongeveer 6 ASS diagnoses? Ik denk zelf dat dit er meer zullen zijn in de praktijk.

Binnen het Cluster 2 onderwijs (onderwijs voor taalontwikkelingsstoornissen) zitten ook veel kinderen met ASS. 

De taalontwikkelingsproblematiek moet voorliggend zijn op de ASS problematiek.
ASS leerlingen hebben uiteraard een probleem in de communicatie en de taalverwerking maar dit hoeft niet altijd een taalontwikkelingsstoornis te zijn.

Een leerling met een TOS en een leerling met een ASS hebben veel overeenkomsten, maar verschillen ook fundamenteel. 
Leerlingen met een ASS hebben, net zoals TOSleerlingen, problemen met innerlijke taal en verwoorden van emoties, gevoelens en gedachten.
Bij TOS leerlingen komt dit echter meestal voort uit een woordenschattekort, woordvindingsproblemen en taalbegrip- en/of taalproductieproblemen.
Bij leerlingen met ASS komt dit voort uit een gebrek aan centrale coherentie (het zien van verbanden) en het slecht kunnen interpreteren van anderen en hun taal (Theory of Mind).

In de praktijk van je klas.

Veel leerlingen vinden dus hun weg naar de reguliere basisscholen. Niet alleen het gedrag van leerlingen met ASS kan daar een obstakel vormen maar ook de manier van informatie verwerken.  Bekijk het filmpje van schoolTV op mijn Yurls maar eens.

Een leerling met ASS in je groep is altijd maatwerk. Iedere keer heb ik zelf ook weer eerst geobserveerd, contact gemaakt via interesse of spel en van daaruit een band opgebouwd. In een groep is het belangrijk dat het open en duidelijk wordt besproken dat deze leerling soms wat anders kan reageren maar dat dit geen probleem hoeft te zijn zolang we allemaal een beetje rekening houden met elkaar. Natuurlijk zijn er ook leerlingen die lastig te handhaven zijn in een groep maar ga dan eens goed na bij jezelf wat het probleem zou kunnen zijn.

Mogelijke problemen in de klas:

  • De groep is te groot.
  • De groep is te druk.
  • Er is veel omgevingsruis in de groep.
  • De opdracht is te moeilijk.
  • De opdracht onduidelijk.
  • De situatie te onverwacht.

Mogelijke oplossingen in de klas:

  • Probeer bij groepswerk of bij een grote groep een kleiner groepje te maken met de leerling met ASS daarin. Liefst een groepje met leerlingen die zelfstandig en rustig kunnen werken.
  • Zet een leerling met ASS niet naast leerlingen die druk en of chaotisch zijn. Het continu vallen van bijvoorbeeld een potlood, het maken van veel geluid of het stellen van veel vragen kan voor een ASS leerling erg storend zijn.
  • Maak een werkplek. Het is wenselijk om een werkplek te creëren  die de leerling naar eigen inzicht op kan zoeken zonder dat dit een gevoel geeft van straf. Benoem het als een fijne werkplek en houd deze ook echt speciaal voor die leerling. Bij meerdere kinderen met ASS zou je ervoor kunnen kiezen om een werkplek te maken voor dit hele groepje. Dit ligt enorm aan de leerlingen zelf, of dit een succes zal worden. Laat dit echter geen vaste plaats zijn, de leerling moet de keuze kunnen maken tussen samen of alleen. Zo voorkom je uitsluiting in de groep.
  • Ga per opdracht na of groepswerk een noodzaak is, zelfstandig werken op een rustige eigen werkplek is vaak voor fijner voor de leerling maar ook voor de groep en dus ook voor jou als leerkracht.
  • Vraag of de leerlingen de opdracht aan jou na kunnen vertellen of uit kunnen leggen. Door het controleren van het begrip, voorkom je in je hele groep een vragenvuur en onrust.
  • Maak met picto’s duidelijk wat er tijdens het werken van de leerling verwacht wordt. Bekend bij velen zijn hiervoor de beertjes van Meichenbaum.
  • Gebruik rustige picto’s in je groep voor de dagindeling en de klassenroutines. natuurlijk zijn al die gezellige picto’s met leuke stripfiguren of andere prenten heel leuk om te zien maar ze kunnen een leerling met ASS enorm afleiden van de kern. De Picto;s van Sclera zijjn een goed voorbeeld van een rustige en duidelijke vormgeving.
  • Wil je nog meer lezen over ASS en tips over literatuur, kijk dan verder op mijn yurlspagina over Zorg>Autisme, ASS en PDDNOS. Hier vind je nog een aantal filmpjes en veel links en tips.

 

Heb jij nog meer tips?

Laat ze hieronder achter in een reactie

Twee vliegen in één klap: denkgesprekken voeren met kleuters met een lage taalvaardigheid

Twee vliegen in één klap: denkgesprekken voeren met kleuters met een lage taalvaardigheid

Aanrader: Op de site van www.Kleutergewijs.nl stond een paar dagen geleden dit artikel over denkgesprekken bij kleuters.

Twee vliegen in één klap: denkgesprekken voeren met kleuters met een lage taalvaardigheid.

Het sluit volledig aan bij de manier waarop wij in cluster 2 met taal en gesprekken werken met leerlingen. Ik denk echter ook dat dit zeker een aanrader is om te lezen wanneer je met kleuters werkt met een lage taalvaardigheid in het regulier basisonderwijs of in de kinderopvang.
Lezen dus 🙂 !

Oudergesprekken, de tweede ronde!

Oudergesprekken, de tweede ronde!

Wij hebben deze week onze tweede reeks oudergesprekken gevoerd. Ik vind het altijd ontzettend goed en leuk om te horen hoe kinderen dingen van school in de thuissituatie laten zien of horen. Deze tweede reeks oudergesprekken staan altijd in het teken van de CITO uitslagen. Die zijn bij ons helaas vaak aan de lage kant. Maar wij hameren er altijd op dat CITO een momentopname is. Wij vertellen de ouders daarnaast ook wat wij zelf zien en observeren in de werkhouding, de taakaanpak en het algemeen welbevinden van het kind.
Bij ons in groep 2 komt natuurlijk ook de ontluikende geletterdheid en gecijferdheid altijd als onderwerp terug. Het was erg leuk om deze week van alle ouders te horen dat de kinderen uit onze groep er thuis ook veel mee bezig zijn. Maar vooral was het leuk om te horen dat ze het allemaal jammer vinden wanneer het een studiedag is . “Mogen we echt niet naar school mama?” Heerlijk toch!!
Wil je eens een kijkje in de keuken van de oudergesprekken in het speciaal onderwijs, lees dan hier verder. Heb jij al oudergesprekken gevoerd?  Succes en veel plezier voor diegene die nog gaan beginnen!

Wil jij creatief aan de slag met taal en digitale tools?

Bekijk dan al mijntrainingen in de Digitaalspeciaal Online Academy!

Volg vanuit je eigen huiskamer op jouw eigen tempo en tijdstip mijn online trainingen en masterclasses.

Via deze mailinglijst ontvang je meteen een kortingscode waarmee je kortingen kunt krijgen tot 50%!
Ook ontvang je als eerste het laatste nieuws over de Digitaalspeciaal Online Academy.

Bedankt! Je bent succesvol ingeschreven. Ik beloof je dat ik je niet ga spammen, wil je echter toch uitschrijven dan kan dat natuurlijk altijd onderaan elke mail. Bij Gmail en Hotmail komen mijn mails vaak in SPAM terecht. Wil geen enkele mail missen? Voeg mijn mailadres dan toe aan jouw lijst met vertrouwde contacten of bij Gmail aan de mailbox Primair. Groet, Marita

Pin It on Pinterest