Geen Resultaten Gevonden
De pagina die u zocht kon niet gevonden worden. Probeer uw zoekopdracht te verfijnen of gebruik de bovenstaande navigatie om deze post te vinden.
Marcel van As is onderwijsadviseur bij Edux en geeft als expert regelmatig inspiratiesessies rondom de aanpak: Close Reading.
Marcel heeft daarnaast onder meer als leerkracht gewerkt op een cluster 2 school in Goes.
In deze podcast deelt hij zijn visie op Close Reading en geeft hij antwoord op een aantal van mijn vragen. Want hoe kun je TOSleerlingen optimaal betrekken bij de Close Reading sessies?
“Begrijpend lezen is geen vak!
Het is een integratieve vaardigheid die ook nog eens heel complex is. De wereld kunnen begrijpen is heel erg belangrijk.
Zoals Paulo Freire al zei: “Laten we de kinderen niet leren om het woord te lezen, maar om de wereld te lezen. (vrij vertaald)
En dat is voor mij nog steeds wel een belangrijk motto!”
Sinds januari 2020 werkt Marcel als onderwijsadviseur. Daarvoor was hij directeur op een basisschool in Middelburg.
Zijn kennis en interesse van en voor TOS leerlingen stamt uit zijn tijd daarvoor. Hij heeft bijna 9 jaar als leerkracht en later als teamleider gewerkt binnen het cluster 2 onderwijs bij de koninklijke Aurisgroep in Goes.
In 2012 behaalde hij zijn Master’s degree in ecologische pedagogiek.
Marcel is bereikbaar via zijn Linkedinprofiel
Aan het eind van het gesprek heeft Marcel een aantal prachtige tips. Specifiek voor leerkrachten met taalzwakke leerlingen in de klas deelt hij mooie adviezen. Maar voor de ambulant dienstverleners en begeleiders van leerlingen met een TOS die luisteren heeft hij ook een aantal praktische adviezen.
Close Reading en TOS, gaat dat samen? Hoe hou je leerlingen met een TOS of leerlingen met een taalachterstand of zwakke lezers actief betrokken bij de diverse sessies? Lees er meer over in mijn uitgebreidere artikel Close Reading en TOS.
Seizoen 1, Aflevering 8 | 44 min
De pagina die u zocht kon niet gevonden worden. Probeer uw zoekopdracht te verfijnen of gebruik de bovenstaande navigatie om deze post te vinden.
Stuur mij een mail via info@digitaalspeciaal.nl
Alweer geruime tijd geleden volgde ik een studiedag op het PICA congres over Close Reading. Dit is een aanpak om te werken aan dieper tekstbegrip via begrijpend lezen. Vanaf dat moment was ik erg benieuwd naar ervaringsverhalen in de klas, en dan met name natuurlijk bij leerlingen met een taalontwikkelingsstoornis of leerlingen met een zwakke taalvaardigheid of leesproblemen.
Zelf heb ik Close Reading een aantal keer kunnen toepassen in een kleutergroep binnen het cluster 2 onderwijs, maar liep hier regelmatig tegen obstakels aan zoals een zwakke woordenschat of een gebrek aan metacognitie (nadenken over taal) bij mijn TOS leerlingen. Het werd soms al snel te auditief. Door oplossingen zoals visualiseren met digitale tools als mindmaps en afbeeldingen op het digibord was er vaak wel een oplossing te vinden.
Mijn interesse voor Close Reading is vanuit mijn werk als ambulant dienstverlener opnieuw aangewakkerd.
Vragen als : “Hoe betrek ik de TOSleerling actief bij de Close Readinglessen” hoor ik steeds vaker terug.
In dit artikel vertel ik je nog eens kort wat Close Reading is, wat de kenmerken zijn van deze aanpak en wat de meerwaarde kan zijn van het gebruik van deze aanpak.
Draagt Close Reading echt bij tot dieper tekstbegrip en wordt begrijpend lezen hiermee een feestje? Telt dat ook voor kinderen met een TOS?
In dit hele artikel noem ik trouwens steeds de TOSleerling. Interpreteer dit vooral zo breed mogelijk. Je kunt hiervoor ook steeds een leerling voor ogen nemen met een zwakke leesvaardigheid of een leerling met een taalachterstand. Ook zij hebben vaak problemen met woordenschat of de metacognitieve vaardigheden.
In mijn podcast: TOS en de digitale wereld; seizoen 1, aflevering 8, heb ik een gesprek met Marcel van As.
Hij is onderwijsadviseur bij Edux en specialist op het gebied van Close Reading.
Daarnaast heeft hij onder meer zelf een aantal jaren gewerkt als leerkracht in het cluster 2 onderwijs. Hierdoor kan hij de koppeling tussen TOS en Close Reading maken vanuit eigen praktijkervaring.
In de speciale Podcast aflevering gaat hij dieper in op de mogelijkheden van Close reading en de valkuilen die je kunt tegenkomen als leerkracht wanneer je leerlingen met een TOS actief wilt betrekken bij de Close Reading lessencyclus. In dit blog zal ik ook een aantal inzichten van hem delen.
Close Reading is een specifieke vorm van begrijpend lezen, afkomstig uit de Verenigde Staten, en stamt uit 2012. Het is een vorm van verdiepend lezen. In het kort kun je zeggen dat je drie keer aan de slag gaat met een tekst om dieper begrip te krijgen.
Nederland is in Europa het enige land wat begrijpend lezen als een apart vak op het rooster heeft staan. Nergens in Europa worden leesstrategieën apart geoefend zoals in Nederland.
Toch laat Nederland geen betere resultaten zien op het gebied van begrijpend lezen ten opzichte van de omringende landen. Hoe kan dit?
Begrijpend lezen is eigenlijk de basis voor alle vakken. Vooral zaakvakken drijven op het niveau van begrijpend lezen. Lukt het leerlingen niet om een tekst te begrijpen, te doorgronden, dan vallen de vele zaakvakteksten ook niet op hun plek.
Complexere teksten, verdiepende teksten, zoals die bij zaakvakken vaak te vinden zijn, lenen zich heel goed voor de aanpak van Close Reading. Deze aanpak werkt namelijk het beste bij teksten die complex, uitdagend, aansprekend zijn en meerdere lagen bevatten.
Kees Vernooij noemt begrijpend lezen een cruciale vaardigheid voor het leven. Volgens hem geeft deze aanpak aan scholen de handvatten om leerlingen een vaardigheid voor hun schoolloopbaan en het leven bij te brengen.
Wil je meer lezen over hoe je zaakvakken kunt linken aan taalonderwijs en andersom, lees dan ook mijn blog over het boek Rijke taal. En bekijk ook eens het informatieve boek van Marianne Verhallen en Wim van Beek: Taal, een zaak van alle vakken.
Dit boek is te koop via uitgverij Couthino. Op hun website kun je het volgende lezen:
Taal is de sleutel tot succes op school. Kinderen die sterk zijn in taal behalen op school goede resultaten, niet alleen bij taal, maar ook bij de andere vakken. Minder taalvaardige kinderen presteren over de hele linie meestal minder goed. Dit boek laat zien hoe beter onderwijs ontstaat als leerkrachten taallessen en zaakvaklessen bij elkaar brengen.
Hieronder bespreek ik in het kort de drie fasen van de Close Reading aanpak.
De lessencyclus van Close Reading bestaat steeds uit drie fasen
In de eerste fase van het Close Reading proces wordt de tekst in zijn geheel gelezen of voorgelezen. Bij jonge kinderen wordt vooral voorgelezen, bij oudere kinderen kun je de tekst eerst zelf laten lezen, of mee laten lezen.
Bij leerlingen met een TOS is het belangrijk dat ze de tekst als geheel de eerste keer goed te horen krijgen. Lees hem daarom goed voor, of laat een goede lezer hem voorlezen.
Marcel van As noemt dit in het podcast gesprek “het wegnemen van overbodige ballast.
Maak het opnemen van de tekst als geheel zo toegankelijk mogelijk voor die TOSleerling.
Wanneer je de mogelijkheid hebt van ambulante begeleiding van de leerling, zorg dan voor preteaching van de tekst. Fase 0 noemt Marcel van As dit.
Bespreek de tekst vooraf met de leerling. Blijf de tekst echter wel als geheel zien, ook in die fase 0. Je kunt er de lastige woorden even uit filteren voor die leerling en consolideren via de viertakt, maar blijf de tekst steeds als een geheel benaderen. Deze fase moet bijdragen aan het begrip van de hele tekst.
In de groep, in de eerste fase, gaat het om het doorzien van de tekst in grote lijnen. De leerkracht kan kort een introductie modelen, een context introduceren voorafgaand aan het eerste leesmoment, maar er wordt nu nog niet ingegaan op lastige woorden of de structuur van een tekst. het gaat nu nog even om de kern van de tekst. De tekst als geheel dus.
Zorg er ook voor dat je voorkennis activeert die past bij je leesdoel/lesdoel. Beluister de podcast om te horen hoe Marcel dit uitlegt met enkele voorbeelden.
Tekstgerichte vragen in de onderbouw zijn bijvoorbeeld :
In de tweede fase gaan leerlingen aan de hand van tekstgerichte vragen aan de slag. Ze gaan meer informatie proberen te verkrijgen. De leerkracht modelt een strategie, stuurt het leren, maar er wordt in deze fase gewerkt met specifieke tekstgerichte vragen.
Deze vragen kunnen bij iedere tekst anders zijn.
In het boek: “Close Reading”van Diane Lapp e.a. staan per leeftijdsgroep een aantal ideeën voor tekstgerichte vragen bij verhalende teksten en voor informatieve teksten genoemd in de bijlagen.
Bij leerlingen vanaf groep 3 kun je ze in deze fase met de pen in de hand laten meelezen. De tekst print je uit op een ruim papier, met in de zijlijn ruimte voor aantekeningen. Vervolgens ga je aan de hand van afspraken woorden arceren, of voorzien van bijvoorbeeld uitroeptekens of vraagtekens. Vaak worden hier speciale picto’s voor gebruikt die steeds het zelfde zijn. Ga hier naar mijn pinterestboard: Digitaalspeciaal en begrijpend lezen en kies diegene uit die jou het meest aanspreken.
Bij jonge kinderen kun je in deze fase een mindmap of visualisatie maken waarin je de vragen met kerntekeningen, plaatjes en woorden beantwoord.
Voor de TOSleerling is het belangrijk dat die bij deze fase mee op reis wordt genomen bij de activiteit. Koppel een taalmaatje aan de leerling of zorg voor extra visualisering zoals ondersteunend tekenen of een mindmap.
Marcel van As vertelt in de podcast ook hoe belangrijk het is voor die TOSleerling om zeker in deze fase mee te doen met de hele groep. Het samen praten over een tekst, het ontdekken van details in die tekst en verwerken van die details dragen allemaal bij aan de vergroting van de kennis van de tekst en de wereld eromheen.
Voorbeelden van tekstgerichte vragen in de onderbouw zijn :
In de derde fase ga ja weer met specifieke vragen aan de slag om de diepere betekenis van de tekst te vinden. De kinderen gaan nu “als een detective de tekst lezen.” het gaat om het begrijpen van de tekst, wat de auteur met de tekst wil overbrengen. Wat heb je aan deze tekst? Welk verband zie je in het dagelijks leven terug, en klopt dit volgens jou als lezer?
Ook in deze fase kun je weer met de pen in de hand laten meelezen. Bij jongere kinderen kun je nu op de mindmap of visualisatie van de vorige keer, nieuwe aantekeningen maken of verbanden duidelijk maken.
Voor TOSleerlingen is deze fase het meest lastig. Je moet hier letterlijk in de gedachten van de schrijver(s) gaan graven en bedenken wat de achterliggende gedachte is geweest.
Bij TOSleerlingen is het nadenken over de eigen taal al lastig, laat staan over de taal van een ander. De nuances van taalgebruik, figuurlijke taal en zeker de ongeschreven taal, die voor een goede lezer tussen de regels door te lezen valt, wordt door een TOSleerling lag niet altijd gezien.
Je moet hiervoor veel modelgedrag als leerkracht laten zien. Laat TOSleerlingen hier ook vooral samenwerken met een sterker taalmaatje of voer gesprekken met de groep waarbij je weer veel zorgt voor extra visualisering.
Om de boodschap van de schrijver te verwerken kun je ook denken aan diverse presentatietools zoals presenteren met Padlet, Canva of de app Clips (Apple).
Laat een poster maken met de app Pages (Apple) of via Canva of Word.
In het podcastgesprek noemt Marcel ook nog een paar mooie voorbeelden hiervan.
Voorbeelden van tekstgerichte vragen in de onderbouw zijn :
De aanpak Close Reading is absoluut een aanrader, maar het vervangt niet de bekende leesstrategieën zoals:
Deze strategieën zie je terug in de verschillende fases en blijven belangrijk. Ook het koppelen van de kennis van de wereld aan de verhaalelementen is een belangrijke strategie die steeds gebruikt wordt.
Aandacht voor het vlot leren lezen en de leesmotivatie mag niet vergeten worden.
Wanneer voortaan iedere tekst in drie lessen wordt uitgeplozen, zou dit demotiverend kunnen werken op de leerlingen, zeker op de leerlingen die een zwakker leesniveau hebben. Close reading is dus een aanpak die je mijns inziens zeker niet op iedere tekst moet toepassen.
Voor leerlingen met een zwakker leesniveau of met een TOS kan de methode erg talig zijn. Bij alle fasen wordt een vrij hoog taalniveau, een goede woordenschat en een goed taal-denk-niveau verondersteld.
Bij het samenwerken, het overleggen, wordt uitgegaan van een vlotte taalproductie. Je snapt dat dit voor leerlingen met een TOS niet altijd het geval is. Zij kunnen bij deze methode dan ook flink overvraagd worden wat weer demotiverend kan werken. Houd hier altijd rekening mee en anticipeer hierop door bijvoorbeeld taalmaatjes aan elkaar te koppelen of als leerkracht bij een vaste groep te ondersteunen door modeling.
Preteachen van de tekst, voorafgaand aan les 1, zodat de lastige woorden/zinnen voor de TOS leerling al zijn ontdekt en besproken, kan helpen om beter aan te haken vanaf fase 1. (Marcel van As beschrijft dit als Fase 0)
Het werken op een groot A3 papier heeft ook de voorkeur, zo kan de TOS leerling al voorafgaand zijn aantekeningen maken en meenemen naar de eerste lesfase in de groep.
In Fase 2 en 3 moet zeker aandacht blijven voor het taalbegrip van de TOS Leerling. Begrijpt hij of zij de vragen? Kent de leerling de gebruikte woorden inmiddels wel? Waar kan de leerling terugkijken? Is er een visueel ankerpunt (taalmuur) waar hij of zij nog even kan terugkijken wat er de vorige keer is besproken? Visualiseer!!
Plaats een taalzwakke leerling regelmatig naast een sterker taalmaatje, wat hem of haar af en toe op weg kan helpen. Preteaching en/of een plekje aan de herhaalde instructietafel is ook niet verkeerd. Bekijk dit per tekst en per leerling.
Wanneer je gebruikt kunt maken van een ambulant dienstverlener of onderwijsassistent kun je een vierde fase toevoegen, zoals Marcel die benoemt in de podcast. In die vierde fase ga je met je TOSleerling nog eens in gesprek over de tekst. Geef hier vooral ook de ruimte voor eigen inbreng omdat dit in de grote groep vaak niet altijd lukt. De TOSleerling heeft vaak een vertraagde taalverwerking, waardoor groepsdiscussies en gesprekken snel gaan en lastig zijn In zo’n vierde sessie neem je nog eens extra de tijd voor zijn of haar specifieke inbreng. Geef een podium aan de leerling wanneer die bijvoorbeeld extra geïnteresseerd is in het onderwerp. Laat een poster maken of iets anders voor op de taalmuur.
Vaak kunnen kinderen met een taalprobleem zich onvoldoende een beeld vormen van de tekst die ze lezen. Dit maakt het begrijpen van een tekst en het praten over de inhoud erg lastig.
Leerlingen met een TOS hebben moeite met taaldenken. De innerlijke taal en het vermogen om na te denken over gesproken en geschreven taal (metalinguistiek) zorgt vaak voor problemen.
Momenteel wordt er steeds meer onderzoek gedaan naar de mogelijkheden en onmogelijkheden van Close Reading bij leerlingen met een TOS.
Is dit een goede combinatie of maak je het leerlingen met een TOS juist veel te lastig?
Bij eventuele nieuwe inzichten zal ik die aanvullen hier op de website.
Het boek Close reading is te verkrijgen bij uitgeverij Pica.
Ook kun je hier terecht voor meer informatie rondom scholing.
Vanaf januari 2021 zijn er nu mooie verzamelboeken met lessenseries te koop voor onderbouw tot bovenbouw.
Met de lessenseries doe je volop ideeën op voor hoe je met allerlei teksten in je groep aan de slag kunt gaan. Je krijgt onder meer vele suggesties voor tekstgerichte vragen en werkvormen.
Ook kun je handige posters voor in de klas gratis downloaden op de website van PICA.
Heb jij TOSleerlingen of taalzwakke leerlingen en pas je speciale technieken toe of heb je andere aanvullingen die je gebruikt in de klas? Laat ze hieronder achter in een reactie!
Afgelopen zomer, tijdens een basisschoolbezoek op een warme dag, noemde ik bij een eerste gesprek de TOSwaaier als hulmiddel voor een leerkracht.
Hij keek mij vragend aan en dacht eerst dat ik een grapje maakte. “Is dat een methode of een spel?” vroeg hij. Toen ik de TOSwaaier tevoorschijn haalde moesten we er samen even flink om lachen.
“Oh de hulpwaaier, ja die ken ik wel, maar dan van autisme
Natuurlijk is het een waaier, maar “de officiële naam is natuurlijk: Hulpwaaier TOS uitgegeven door PICA | Kentalis en Jet Isarin.
In de wandelgangen wordt deze echter meestal de TOSwaaier genoemd.
De hulpwaaier TOS is gemaakt om professionals in het onderwijs en in de zorg te informeren over TOS en om tips en strategieën te geven voor het handelen.
In dit blog geef ik je een inkijkje in de inhoud van de hulpwaaier TOS van uitgeverij Pica door 7x enkele tips alvast te delen waardoor jij absoluut nieuwsgierig zal worden naar meer.
In 2016 is deze hulpwaaier TOS op de markt gebracht. Zelf kreeg ik hem een jaar later in mijn bezit via een PICA congres.
De waaier staat vol tips en strategieën over TOS en is ingedeeld in zeven overzichtelijke secties.
Dit is extra duidelijk gemaakt doordat iedere sectie een andere kleur pagina heeft.
Ik zal je hieronder een inkijkje geven in iedere sectie van de hulpwaaier TOS en enkele tips met je delen.
Zoals je misschien al weet is een taalontwikkelingsstoornis (TOS) een stoornis die voorkomt bij 5-7% van de bevolking. Dat betekent grofweg dat er in ieder klas van ongeveer 30 leerlingen minimaal 1 leerling met een TOS aanwezig is.
Een TOS kan zich op heel veel verschillende manieren manifesteren, dat maakt het onderkennen van een TOS juist zo lastig.
Deze waaier helpt je om de kenmerken te herkennen en om tips te vinden voor in de praktijk. Ook vind je in de hulpwaaier TOS onder meer tips voor thuis. voor het onderwijs en voor stage.
De waaier heeft een klein formaat en is daarmee super overzichtelijk. Hij past in iedere burealade, handig om steeds even snel te kunnen inkijken voor tips.
In 7 overzichtelijke secties wordt informatie gegeven over de kenmerken en signalen van TOS, de gevolgen ervan voor de cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling en over diagnostiek, behandeling en prognose. Ook worden tips en strategieën aangereikt voor het stimuleren van de taalontwikkeling en het vergemakkelijken van de communicatie, het leren en het sociaal functioneren.
“Het is lastig om TOS te hebben, maar het is nog lastiger dat niemand weet wat het is!”
Een jongere met TOS. Uit SpraakSaam, 2010
Jet Isarin is filosoof en onderzoeker bij de Kentalis Academie. Ze promoveerde in 2001 op onderzoek naar de ervaringskennis van ouders met een gehandicapt kind. Sinds 2005 doet Jet onderzoek naar de ervaringen en de ervaringskennis van kinderen en jongeren met een auditieve of communicatieve beperking.
“Ik vind dat de mensen die worden onderzocht, zelf zeggenschap moeten hebben over wat er wordt onderzocht en hoe dat gebeurt”.
Samen met jongeren met TOS deed Jet onderzoek naar communicatie, identiteit en lotgenotencontact, wat resulteerde in de website www.spraaksaam.com,
het boek Spraaktaal, gids voor jongeren met een taalstoornis en de Vereniging SpraakSaam.
Ook is zij de schrijfster van de methode voor psychoducatie voor jongeren met TOS van 4-14 jaar: Spraaktaalkids.
Zoals ik al vertelde is de hulpwaaier TOS verdeeld in 7 secties.
Ik deel hieronder per sectie een tip om direct in te zetten voor jouw praktijk.
De kortste definitie van TOS is afkomstig van een jonge met TOS: “Taal gaat moeilijk in je op”.
Niet iedere leerling met een taalachterstand heeft een TOS, maar alle kinderen met een TOS hebben wel een taalachterstand.
Kenmerken, meertaligheid, diagnostiek en behandeling en prognose komen vervolgens aan bod in deze eerste uitgebreide sectie.
Invloed van taalfuncties op sociaal emotionele ontwikkeling.
Kinderen met een TOS hebben het gevoel er niet helemaal bij te horen binnen het gezin of de familie. Ze beheersen de taal van hun naasten onvoldoende om te kunnen deelnemen aan de gesprekken tijdens het eten of bijvoorbeeld bij verjaardagen.
Met tips voor meertaligheid, identiteit en communicatieve redzaamheid.
Los problemen niet op, maar help kinderen bij het zelf oplossen van de problemen waar ze tegenaan lopen.
Zoek samen met kinderen naar trucjes of hulpmiddelen die het makkelijker maken zich communicatief te redden.
Met do’s en don`ts, VAT principes, mentaliseren en discussiëren.
De angst van ouders en kinderen, dat er in de communcatie en het sociale verkeer iets mis al gaan, vormt een belemmering voor het met vallen en opstaan zelfstandig worden.
Maak samen een stappenplan of zoek hulpmiddelen waarmee de zelfstandigheid wordt uitgebreid.
Zowel voor het didactische, als voor het pedagogische klimaat worden tips genoemd. Een groot aantal van die tips kun je ook op mij site in andere blogs teruglezen.
Zorg voor visualisatie en extra verwerkingstijd.
Gebruik functiewoorden zoals lidwoorden en voegwoorden.
Besteed met vaste routines aandacht aan woordenschat.
Werk met verhaalschema’s.
In deze sectie vind je algemene tips voor stagebegeleiders, werkgevers en collega’s
Blijf in het begin in de buurt. Geeft de tijd om in te oefenen. Laat handelingen nadoen en verwoorden zodat je kunt zien of de opdracht goed begrepen is.
In deze laatste sectie vind je veel informatie over diverse websites en verenigingen voor TOS. Voor contact met lotgenoten, hulp bij onderwijs en begeleiding in het dagelijks leven.
Ken jij de COM-pas al? De COM-pas is een hulpmiddel voor kinderen en jongeren met TOS.
De COM-pas is altijd bij de hand, als app op je telefoon of als kaartje in je broekzak of portemonnee. Ga naar www.com-pas.nl voor meer informatie.
Bovenstaande tips zijn een greep uit de vele tips en strageieën die benoemd worden in de hulpwaaier TOS.
Zelf werk ik al meer dan 30 jaar binnen het cluster 2 onderwijs voor leerlingen met een TOS en ik vind deze hulpwaaier TOS nog steeds handig om in de buurt te hebben. Even iets opzoeken of even een tip gericht op woordenschat of verhaalopbouw duidelijk maken naar een leerkracht of ouder? het gaat eenvoudig en snel met deze waaier. Ik kan hem dan ook van harte aanbevelen als naslagwerk.
Hij is handzaam, klein en overzichtelijk en past makkelijk in je tas of bureaulade.
Denk jij dat deze hulpwaaier TOS een aanwinst kan zijn voor jouw klas of voor jullie teamkamer?
Laat het me weten.
Deel dit artikel gerust onder andere collega’s die hier belangstelling voor zouden kunnen hebben. Laat hen ook meedoen aan deze actie.
Met dank aan uitgeverij PICA
De zoektocht van Noïta
In deze podcast ga ik in gesprek met Jolijn Thijssen. Zij is 12 jaar en heeft een broertje met een taalontwikkelingsstoornis, een TOS.
Jolijn heeft veel ervaring opgedaan met TOS doordat ze zich altijd een beetje verantwoordelijk heeft gevoeld voor haar broertje, vertelt ze in ons gesprek.
Deze ervaringen zorgden voor een verhaal, wat deze creatieve dame op een dag uit haar pen zag komen.
Tijdens een gezinsevenement op WereldTOSdag werd dit verhaal opgemerkt door niemand minder dan Jet Isarin. Jet is de schrijfster van onder meer de TOSwaaier en de methode Spraaktaalkids.
Vanuit een gesprek over het verhaal kwamen ze samen al heel snel bij uitgeverij Pica terecht en toen ging de bal rollen.
Het boek “Pluis heeft TOS, de zoektocht van Noïta” zit doordacht in elkaar en vertelt een spannend verhaal. Er is ook een mooie educatieve ondertoon in verwerkt. De subtitel zegt het eigenlijk al.
In het verhaal zit een spannende zoektocht die onderweg heel wat informatie oplevert over TOS.
Door specifieke vragen na afloop van ieder hoofdstuk kan de lezer hierop reflecteren.
Het boek geeft zo mooi ruimte voor reflectie. Wat gebeurt er in het verhaal en waarom gebeurt dit?
Dit boek is hierdoor ook zeker geschikt om TOS bespreekbaar te maken bij kinderen in de klas of thuis.
Maar het is daarnaast ook een spannend verhaal voor kinderen tussen 6 en 10 jaar.
Op dit moment is het boek in de verkoop bij uitgeverij Pica.
Via onderstaande knop kun je het boek bestellen.
Als extra is er ook een gratis bijlage die je via Pica kunt downloaden. Deze bijlage staat vol met tips en spelletjes voor kinderen met een TOS.
Jolijn schrijft er het volgende over:
In mijn boek Pluis heeft TOS. De zoektocht van Noïta heb je gelezen hoe iemand met TOS
(een taalontwikkelingsstoornis) reageert en praat. Maar er zijn veel verschillende kinderen met TOS en iedereen uit zich op zijn eigen manier.
In dit extra materiaal bij mijn boek
vertel ik wat ik heb geleerd over TOS bij mijn broertje Gijs. Ook laat ik zien hoe ik, mijn
ouders, opa’s en oma’s en zelfs school Gijs kunnen helpen. Misschien kun jij ook wat met
deze tips en spelletjes!
Wil je een exemplaar winnen? Lees dan hieronder door.
De pagina die u zocht kon niet gevonden worden. Probeer uw zoekopdracht te verfijnen of gebruik de bovenstaande navigatie om deze post te vinden.
Stuur mij een mail via info@digitaalspeciaal.nl
Afgelopen maand las ik het boek Rijke taal van Erna van Koeven en Anneke Smits.
Het is best een dikke pil (432 pagina’s) maar gek genoeg ging dit op geen enkel moment tegenstaan terwijl ik het boek las.
Integendeel, hoe verder ik kwam in het boek, hoe meer ik erin werd getrokken door de vele herkenbare voorbeelden, de kijkjes in de klas en natuurlijk door de strekking van het verhaal.
het boek Rijke taal is bedoeld voor iedereen die inzicht wil krijgen in wat goed taal- en leesonderwijs is en daarmee aan de slag wil gaan.
De titel zegt het al; Rijke taal, krachtige taal en leesdidactiek voor de basisschool.
helemaal aansluitend bij mijn interesses dus.
Ik las dit boek met mijn “speciaal-onderwijs-bril”. Dus continu met de leerling met een taalontwikkelingsstoornis in het achterhoofd.
Tijdens het lezen van het boek maakte ik aantekeningen.
Voor mij persoonlijk altijd een teken dat er veel interessante informatie in staat, die het waard is om samen te vatten.
In dit blog wil ik geen samenvatting geven, het boek is te interessant en te veelomvattend hiervoor.
Eigenlijk is dit boek een pleidooi voor rijk taalonderwijs. Vanuit die visie pleit ik ervoor dat ieder leerkracht in het basisonderwijs dit boek leest, en vervolgens er naar gaat proberen te handelen.
Want dit boek lezen is 1 ding, handelen in de praktijk is iets anders en die praktijk is vaak weerbarstig.
Daarom meteen een gouden tip van mij aan alle leerkrachten die dit lezen;
Zet het onderwerp “Rijke taal, hoe doen wij dit? “ op de agenda van een studiedag of een terugkerend vergadermoment.
Ga samen wat vaker in overleg, laat “good practice” voorbeelden zien en/of horen aan elkaar, deel je ervaringen, inspireer elkaar en durf de methode soms los te laten.
Een mooi voorbeeld van rijke taal en verdiepende gesprekken is de methode Grej of the day.
Lees hier meer over in mijn artikel Grej of the day, kennis is cool.
Het bieden van rijke taal, door alle vakken heen, moet een essentieel onderdeel worden voor het basisonderwijs.
Taal is immers de manier om het lezen en de kennis van de wereld van alle leerlingen op een hoger plan te tillen en hiermee kun je effectief laaggeletterdheid tegen gaan.
En willen we dat niet allemaal?
Leerlingen die daardoor wèl actief deelnemen aan onze talige maatschappij? Die brieven van de overheid kunnen lezen, maar ook kunnen praten over krantenartikelen of actualiteiten uit de media?
Uiteindelijk worden leerlingen die zich mondeling en schriftelijk competent genoeg voelen om mee te doen uiteindelijk werknemers. Op die werkvloer moeten ze vervolgens mee kunnen denken en van daaruit durven te overleggen, durven samen te werken en te handelen.
De schrijvers gaan per hoofdstuk in op onder meer de volgende vragen.
Een mooie aanvulling is het gedeelte in het boek over Scaffolding.
Taalzwakke leerlingen en NT 2 leerlingen hebben hier vaak behoefte aan en dit wordt in het boek uitgebreid beschreven.
Scaffolding is het ondersteunen van het onderwijs met denkbeeldige steigers (scaffolds) in de vorm van hulpmiddelen voor beter begrip van de leerstof.
Dit kan bij begrijpend lezen bijvoorbeeld een verklarende woordenlijst zijn met de belangrijkste contextbegrippen uit de tekst. (Eventueel ook in de moedertaal uitgelegd)
In hoofdstuk 2 wordt bijvoorbeeld digitale scaffolding omschreven.
De schrijvers noemden dit ondersteunen, verrijken en vieren met ICT.
Hieronder en voorbeeld van een groepsgesprek via een Padlet. De onderzoeksvraag wordt geformuleerd door alle leerlingen voor optimale betrokkenheid. Samen komen we tot een overeenstemming.
Het boek is onderverdeeld in 8 hoofdstukken. In al die hoofdstukken komen een aantal begrippen en opvattingen steeds weer terug. Ook worden steeds inzichten gedeeld die in veel gevallen een eyeopener zijn.
Enkele zet ik hieronder:
Het zijn wellicht voor een aantal van jullie open deuren, maar toch denk ik dat ze aandacht verdienen in de curriculumdiscussie van dit moment.
Het boek staat vol met tips voor de leerkrachten en tips voor de praktijk.
De schrijvers onderbouwen hun beweringen steeds met wetenschappelijke bronnen.
Het is een makkelijk leesbaar boek. De vele praktijkvoorbeelden en handzame tips geven inspiratie om meteen mee aan de slag te gaan.
“De leesvaardigheid van leerlingen in Nederland komt als goed uit de onderzoeken, maar het leesbegrip en het leesplezier neemt af.
Hoe kom je tot duurzaam leren waarbij rijke verbindingen in de hersenen tot stand worden gebracht die leiden tot duurzame veranderingen in het lange termijn geheugen?”
En hiermee heb je meteen de rode draad in het boek te pakken. Want hoe krijg je leerlingen weer betrokken bij taal/leesonderwijs?
Het boek is bedoeld voor iedereen die inzicht wil krijgen in wat goed taal- en leesonderwijs is en daarmee aan de slag wil gaan. Dat kan iedereen zijn die op het gebied van educatie of logopedie het taalonderwijs een warm hart toedraagt.
Dit boek biedt echt waardevolle informatie wanneer je als professional of als team aan de slag wilt met het taalonderwijs in je klas op op jullie school.
De inhoud van dit boek slaat een brug tussen theorie en praktijk. Het laat je zien hoe je duurzaam, betekenisvol taal- en leesonderwijs geeft.
De schrijvers laten je zien hoe je actief kunt gaan nadenken over teksten en hoe je dit kunt vormgeven in de klas. Je krijgt praktische voorbeelden op ieder niveau over hoe je hiermee jouw leerlingen een goede taalbasis (mee)geeft.
Hoe bied jij dit aan?
Op woensdag 10 juni 2020 ging ik in gesprek met Heleen Gorter voor mijn podcastserie: Experts over TOS en de digitale wereld.
Zij is ervaringsdeskundige in het omgaan met een taalontwikkelingsstoornis en de schrijfster van het boek “Vechten voor mijn kind met een TOS”.
In deze podcast praten we over het verhaal van haar zoon Matthijs en het gevecht in de wereld van onderwijs en zorginstanties.
Deze aflevering van de podcastserie is geïnspireerd op dit prachtige boek wat Heleen onlangs heeft gepubliceerd.
In de meivakantie van dit jaar heb ik het boek “Vechten voor mijn kind met een TOS ” van Heleen Gorter in een adem uitgelezen.
Zodra ik begon met lezen kon ik eigenlijk niet meer stoppen. Het verhaal gaat over de zoon van Heleen, Matthijs (pseudoniem), en zijn ontwikkeling vanaf de geboorte tot eind groep 8. Matthijs heeft een taalontwikkelingsstoornis (TOS).
Het gevecht wat het hele gezin al die jaren moet leveren om de juiste begeleiding te krijgen voor Matthijs en zijn TOS is indrukwekkend.
De prachtige voorbeelden van goede en passende begeleiding zijn inspirerend om te lezen.
De vervelende ervaringen met zorginstanties die verantwoordelijkheden doorschuiven zijn confronterend om te lezen.
Het resultaat, wat zich uit in onderwijsuitval en thuiszitten in de laatste 3 maanden van zijn lagere schoolloopbaan, is schokkend om te lezen.
Als ambulant begeleider in het cluster 2 en TOS-professional was ik zelf heel erg benieuwd naar dit boek.
Nadat het boek nog een weekje bij mij op de leesstapel lag, ben ik gestart en eigenlijk daarna niet meer gestopt. Wauw wat een verhaal!!
Het verhaal vond ik zelf van A tot Z tegelijkertijd inspirerend en confronterend.
Het is vooral inspirerend om te lezen hoe Heleen vecht voor haar kind. Dat ze keer op keer nieuwe energie vindt om haar kind te helpen. Het is mooi hoe ze ook haar twijfels en donkere gedachten durft te delen. De manier hoe ze tot inzichten komt gaven ook mij weer inzichten tijdens het lezen van dit boek. Heleen ging steeds weer op zoek naar de juiste mensen om haar zoon en haar hele gezin te helpen.
Het is confronterend om te lezen hoeveel fouten er worden gemaakt bij de signalering en diagnose van TOS. Hoe er door scholen, maar ook door commissies van leerlingenzorg, enkel wordt gekeken naar cijfers en uitslagen van onderzoeken en niet naar het kind achter die cijfers.
De impact van de zorg om een kind met een TOS en zijn begeleidingsvragen op het complete gezin is groot.
Het is voor mij op sommige punten herkenbaar.
Meer dan 30 jaar heb ik als leerkracht in het cluster 2 onderwijs gewerkt. Nu werk ik sinds 2 jaar als ambulant begeleider. In al die jaren heb ik natuurlijk veel contactmomenten gehad met ouders van leerlingen met een TOS.
Hierdoor zag ik bij iedere nieuwe wending in het verhaal van Heleen weer een ander kind in mijn herinneringen waarop dit beeld van toepassing was.
Ook was het verhaal voor mij herkenbaar omdat ik tijdens het lezen ontelbare gesprekken in mijn herinnering voorbij zag komen die een soortgelijke ervaring brachten voor andere ouders.
Vooral het vechten voor een TOSdiagnose en het onbegrip van sommige mensen uit de naaste omgeving van het kind waren pijnlijk herkenbaar.
In mijn werk als ambulant begeleider kom ik nog dagelijks tegen dat een leerling met een TOS niet voldoende gezien of begrepen wordt.
Gedragskemerken van leerlingen met een TOS worden dan verward met gedragskenmerken van leerlingen met ASS of ADHD.
Tijdens het Simea congres van afgelopen april 2020 was het mijn intentie om de lezing van Heleen Gorter bij te wonen.
Helaas is dit congres door de Coronacrisis niet doorgegaan.
Ik hoop dat er in de toekomst een nieuwe kans komt want dit verhaal moet namelijk gehoord en gelezen worden.
Door iedereen die werkt met leerlingen met een TOS.
Maar eigenlijk door iedereen die werkt in het onderwijs.
Want TOS is nog steeds bij veel professionals onbekend, terwijl TOS voorkomt bij 5-7% van de bevolking.
In 2015 tot 2018 is er een uitgebreid onderzoek gedaan naar de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen met een Taalontwikkelingsstoornis door de Universiteit van Leiden in samenwerking met Kentalis.
Doctor Neeltje van Bedem heeft hier in maart 2020 een presentatie over gegeven op het Taalstaal Congres in Utrecht.
Dit congres heb ik zelf bijgewoond en ik was toen al erg onder de indruk van de resultaten.
Het onderzoek en de bijbehorende website is gepubliceerd naar aanleiding van een uitgebreid Emo-TOS-onderzoek.
Alle informatie is terug te vinden via de speciale website van het EmoTOS projectJe vindt hier naast de wetenschappelijke verantwoording en de download naar een uitgebreide samenvatting. TOS en gedrag zijn nauw verbonden, alle gedrag is verbonden met innerlijke taal. Wanneer je geen woorden hebt voor emoties, kun je er ook niet over nadenken en dus ook niet met anderen over praten.
Heleen omschrijft het in de podcast als volgt:
Elk gedrag is een hulpvraag, ook het gedrag van ouders!
Haar boek : vechten voor mijn kind met een TOS is niet alleen een meeslepend verhaal, maar staat ook vol met belangrijke overdenkingen die we uit dit prachtige boek kunnen en moeten halen.
Een van die overdenkingen mag ik hier als afsluiting citeren.
Het begon tot ons door te dringen dat Matthijs door zijn TOS al vroeg in zijn sociaal-emotionele ontwikkeling een zijspoor had genomen. Doordat hij geen woorden had voor emoties kon hij zich sociaal-emotioneel niet ontwikkelen in de periode die daarvoor de meest optimale was.
Pas veel later werden hem de woorden voor de emoties aangereikt en werd hem de sociaal-emotionele ontwikkeling aangeleerd. Een aangeleerde ontwikkeling wordt echter nooit zo eigen als een spontaan opgedane ontwikkeling.
Hij ontwikkelde zich anders dan andere kinderen. Het zijspoor had hem vertraagd, waardoor hij achterliep.
Langzamerhand kwamen wij ook tot de conclusie dat er geen wissel terug was naar het normale spoor.
Wellicht zou zijn taalontwikkeling nog in snelheid toenemen en zo op een leeftijdsadequaat niveau uitkomen, maar het zou nooit een normale sociaal-emotionele ontwikkeling worden.
Deze tweede aflevering is iets langer geworden dan de bedoeling was.
Hopelijk weerhoudt het jou als luisteraar niet om het verhaal van Heleen te beluisteren.
Het was een inspirerend en en tegelijk indrukwekkend gesprek, en een must om te luisteren voor iedereen die als professional werkt met kinderen of jongeren met een TOS. Maar ook voor ouders die op zoek zijn naar handvatten in hun zoektocht voor hun eigen kind met een taalontwikkelingsstoornis.
De pagina die u zocht kon niet gevonden worden. Probeer uw zoekopdracht te verfijnen of gebruik de bovenstaande navigatie om deze post te vinden.
Volg vanuit je eigen huiskamer op jouw eigen tempo en tijdstip mijn online trainingen en masterclasses.
Via deze mailinglijst ontvang je meteen een kortingscode waarmee je kortingen kunt krijgen tot 50%!
Ook ontvang je als eerste het laatste nieuws over de Digitaalspeciaal Online Academy.