Review: Elk woord telt

Review: Elk woord telt


Elk woord telt, zeker bij TOS!

 

Deze review gaat tover het boek: Elk woord telt – Omgaan met een taalontwikkelingsstoornis/TOS.
Tijdens het lezen van dit  boek vroeg ik mij meteen af, waarom heb ik dit nu pas ontdekt? Het is namelijk een boek vol met “oh ja’, en ‘aha’ gedachten voor de professional die werkt met leerlingen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS).

Maar ik kan mij meteen voorstellen dat ook ouders deze gewaarwording hebben bij het doorlezen van deze toch best dikke pil van Annemiek Deij.

 

In Elk woord telt neemt de schrijfster je mee in het land van TOS en alle disciplines daar omheen. Niet verwonderlijk. Annemiek werkt zelf op dit moment als behandel coördinator in zorg en behandeltrajecten bij kentalis Zorg.

 

In mijn Podcastaflevering 16: TOS in de zorg vertelt Annemiek uitgebreid over haar werk en vooral ook over de gedachten achter de verschillende behandeltrajecten. Het is haar missie oma alle kennis rondom TOS op een rijtje te krijgen en toegankelijk te maken voor iedereen.
En dat is zeker gelukt mag ik wel zeggen.

 

Handige en overzichtelijke indeling

Ik zei al eerder dat het best een dikke pil is (349 bladzijdes).
Sla je het boek echter open dan zie je direct de heldere opbouw waardoor je als lezer meteen de tips kunt vinden die passend zijn bij jouw interesse of doelgroep.

Annemiek heeft het boek ingedeeld in overzichtelijke hoofdstukken.
Ze start met een hoofdstuk over Taal en TOS in het algemeen. Hiermee heb je snel weer even de verschillende facetteen van TOS voor jezelf op een rijtje.

Daarna beschrijft ze per leeftijdscategorie achtereenvolgens:

  • de verschillende fasen in de ontwikkeling
  • de problemen die in spraak en taal kunnen ontstaan
  • de aspecten die te maken hebben met opvang, school, stage of werk
  • ook geeft ze steeds een handig overzicht van mogelijke begeleiding en behandelingstrajecten.
  • tot slot geeft ze steeds tips om de spraaktaalontwikkeling te stimuleren of uit te breiden.

De verschillende doelgroepen

In het boek gaat de schrijfster bij 7 verschillende doelgroepen in op bovenstaande aspecten.
Deze doelgroepen zijn achtereenvolgens baby’s, peuters, kleuters, de basisschoolleeftijd (6-12 jaar), de pubertijd, de adolescentie en volwassenen.

Vanuit haar eigen ervaringen en vanuit vele gesprekken die Annemiek had met professionals , ouders en ervaringsdeskundigen en collega’s dit praktische en overzichtelijk naslagwerk tot stand gekomen.

 

Over de schrijver

Annemiek Deij werkte de afgelopen vijfentwintig jaar respectievelijk als logopedist, psycholoog, behandelcoördinator en tevens als projectleider en unitmanager, met en voor kinderen en volwassenen die spraak- en taalproblemen hebben. Ook schreef zij het boek: Gehoord worden – Omgaan met slechthorendheid.

Annemiek heeft ook een speciale Facebookpagina waar ze regelmatig nieuws en updates deelt.  

 

Elk kind met een TOS verdient het om gezien en gehoord te worden in alle facetten van de ontwikkeling. Zowel de taal die gesproken wordt als de innerlijke taal is cruciaal voor een complete ontwikkeling.
Want elk woord telt.

 

 

Waarom je dit boek moet lezen

Met dit boek krijg je een prachtig overzicht en naslagwerk over TOS en alle aspecten die daarbij horen.

Zoals Annemiek het in ons Podcastgesprek al benoemt, het is geen boek om van A tot Z uit te lezen. (Dat mag natuurlijk wel.)
Het boek is vooral bedoeld als naslagwerk voor ouders, begeleiders, leerkrachten, pedagogen, logopedisten die steeds de leeftijdscategorie van hun doelgroep kunnen lezen.

Het is bedoeld om orde in de grote ondoordringbare brij van informatie over TOS te brengen.
Het staat ook vol  met tips naar websites en andere organisaties om je zoektocht  naar meer informatie te vervolgen.

Als leerkracht kies je dus bijvoorbeeld de hoofdstukken over de basisschoolleeftijd, of de pubers. Ben je de ouder van een jong kind dan kies je de hoofdstukken over de baby’s en peuters. Werk je als begeleider van (jong)volwassnen dan kies je de hoofdstukken over adolescentie en volwassenen.

 

Naast heel veel tips vind je ook heel veel ervaringsverhalen en quotes van kinderen en volwassenen met een TOS. Dit maakt het boek fijn leesbaar en geeft het een prachtige inkijk in de wereld van TOS, want…. Elk woord telt! 

 

Elk woord telt

Omgaan met een taalontwikkelingsstoornis/TOS
Doelgroep: PO/VO/MBO
Uitvoering: paperback
Formaat:17 x 24
Omvang: 349 pagina’s
ISBN  978-90-826507-2-3
Druk: 3e druk
Prijs: €29,95
Auteur(s): Annemiek Deij

Ken jij ook zo'n boek ?

Zo’n boek wat dingen inzichtelijk en helder maakt en je van harte kunt aanbevelen?

Laat het mij weten in een reactie hieronder en lees ook vooral mijn andere reviews van boeken over TOS in de klas.

Of deel dit blog zodat meer mensen geïnspireerd kunnen raken om hierin verder te lezen. 

Selectief Mutisme, een muur van stilte!

Selectief Mutisme, een muur van stilte!

Selectief mutisme, een muur van stilte

 

Wat is selectief Mutisme precies en hoe pak je het aan wanneer er een extreem verlegen leerling of een leerling die niet praat jouw groep binnenwandelt?

Met het boek: ‘selectief mutisme, breek de stilte’ heeft Eustache Sollman een prachtig naslagwerk geleverd wat niet voor niets inmiddels aan zijn derde druk bezig is.
Eustache legt je precies uit wat selectief mutisme precies inhoudt, wat het betekent voor de persoon en , niet onbelangrijk, welke stappen je kunt nemen als begeleider of leerkracht.

 

Een review over: Breek de stilte

Dit keer gaat deze review over dit prachtige en belangrijke boek van Eustache Sollman.

Selectief mutisme of gewoon verlegen?

In dit boek beschrijft Eustache Sollman op een toegankelijke manier wat selectief mutisme inhoudt. Ook laat hij zien hoe selectief mutisme en extreme verlegenheid met elkaar te vergelijken zijn . Kinderen met selectief mutisme praten thuis wel, maar in andere sociale situaties, zoals op school, niet of zeer weinig. Angst is de belangrijkste oorzaak; in situaties waarin ze niet hoeven te praten, treden ze soms gewoon op de voorgrond.

Het boek bevat veel praktijkvoorbeelden en concrete handreikingen voor leraren in het primair en voortgezet onderwijs. Voor zowel kinderen met selectief mutisme als voor extreem verlegen kinderen geldt, dat hun mond letterlijk ‘op slot’ lijkt te zitten. Met dit boek krijgen leraren de juiste sleutel.

Over de schrijver

Eustache Sollman werkt als ambulant begeleider bij de Stichting Speciaal Onderwijs Twente en Oost Gelderland (SOTOG) en ben gespecialiseerd in selectief mutisme.

Ik begeleid leerlingen volgens het protocol ‘Praten op school een kwestie van doen’ en geef ondersteuning aan leerkrachten en schoolteams. 

Er is een website met meer informatie over selectief mutisme en de schrijver. Hier vind je ook nieuws over webinars of lezingen die hij verzorgt.

En dan de vraag die ik zelf vaak krijg?

 

Is selectief mutisme ook een vorm van een taalontwikkelingsstoornis?

Onderzoek toont….

Selectief mutisme is een angststoornis en dit is belangrijk om te weten als leraar.
Het is geen taalspraakstoornis. Deze kinderen kúnnen heel goed praten, maar doen dit alleen in situaties waarin ze zich veilig en vertrouwd voelen. In andere situaties slaat de angst toe en blokkeren ze, letterlijk zit dan hun mond op slot. Ze willen wel, maar het lukt echt niet. Ze zijn vaak de hele dag op hun hoede en lijken het aan te voelen wanneer er om hen heen druk wordt uitgeoefend om te praten. Ook al is deze goedbedoeld, op het moment dat het kind druk ervaart zal het zeker niet gaan praten maar waarschijnlijk nog meer volharden in het zwijgen. Hoewel het voor het kind het lastigst is, is het ook moeizaam voor de omgeving niet eenvoudig ermee om te gaan.

Waarom je dit boek moet lezen!

je leest in het boek wat er allemaal komt kijken bij selectief mutisme.  Wat kun je als leraar doen? Welke behandeling past het best bij deze kinderen? Gaat het over?
Met dit boek legt de schrijver in duidelijke bewoordingen en met mooie voorbeelden uit wat selectief mutisme precies inhoudt.
Vooral de duidelijke stappenplannen voor de leerkracht of begeleider zijn inspirerend en kunnen direct worden toegepast.

Breek de stilte
Doelgroep:po/vo
Uitvoering: paperback
Formaat:17 x 24
Omvang:152 pagina’s
ISBN9789492525345
Druk:3e
Auteur(s): Eustache Sollman

Heb jij ervaring met selectief mutisme?

 

Heb jij misschien meer tips weten of ervaringen uit de praktijk?

Laat het hieronder in een reactie weten.

 

Dyslexie en meertaligheid

Dyslexie en meertaligheid

Dyslexie en meertaligheid

Signalering van dyslexie bij meertaligheid met een
migratieachtergrond

 

Dit keer een samenvatting van een artikel.

In dit blog geef ik een korte samenvatting van de handreiking voor het onderwijs  over signalering bij dyslexie en meertaligheid.
Een mustread voor iedereen die werkt met meertalige kinderen en kinderen met een extra taalbehoefte.

Bron

Deze handreiking is officieel uitgegeven door het Nederlands Kwaliteitsinstituut Dyslexie (NKD) en het Rudolf Berlin Center. (Expertisecentrum voor leerproblemen)
De complete handreiking met extra informatie en details van de onderzoeken kun je hier gratis downloaden.

Wat is dyslexie?

Dyslexie is een specifieke leerstoornis waarbij er hardnekkige problemen zijn in het leren lezen en spellen (APA, 2014). De meest typerende kenmerken bij dyslexie zijn problemen met het vlot lezen van losse woorden en spellingproblemen.
Kinderen met dyslexie hebben namelijk moeite met het koppelen van klanken aan letters en omgekeerd. Hierdoor is het voor hen lastig klanken en letters om te zetten in een geschreven woord (Braams, 2019).

Om vlot te kunnen lezen en spellen moeten deze letter-klankkoppelingen en klankletterkoppelingen snel en onbewust worden gemaakt.
Bij kinderen met dyslexie verloopt dit proces moeizaam waardoor zij niet accuraat en/of traag (hardop) lezen en meer spellingfouten maken. Het lezen en spellen zal blijvend inspanning en aandacht vragen.

Kinderen die moeite hebben met lezen en/of spellen, krijgen op school extra ondersteuning. Als een leerling ondanks intensieve begeleiding, waarbij een specifieke op de leerling afgestemde interventie wordt uitgevoerd, onvoldoende vooruitgang boekt, kan het kind worden doorverwezen naar de specialistische dyslexiezorg (Dyslexie Centraal, 2019).
Ongeveer 5% van de kinderen tussen 7 en 11 jaar oud heeft dyslexie (CBS, 2016). Opvallend is dat de diagnose dyslexie fors minder wordt gesteld bij meertalige leerlingen met een migratieachtergrond in vergelijking met leerlingen zonder migratieachtergrond (CBS, 2016; Inspectie van Onderwijs, 2019).
De vraag is hoe dit komt en wat hier aan gedaan kan worden. Toegang tot en ontvangen van passende zorg is immers ook bij deze groep van belang voor de ontwikkeling van het kind!

Door handvatten te bieden aan leerkrachten over dyslexie en meertaligheid die gericht zijn op de omgang met lees- en spellingproblemen bij kinderen met een migratieachtergrond, kan er eerder en gerichter hulp worden aangeboden.

TOS en dyslexie

Zowel de kinderen met een taalstoornis, als de kinderen met een genetisch risico voor dyslexie hebben moeite met fonologische verwerking en het fonologisch werkgeheugen.
Het Masterplan Dyslexie geeft aan dat er een in de literatuur gesproken wordt van een percentage van 40% tot 50% van kinderen met TOS en dyslexie. Ook bij TOS kom je dyslexie en meertaligheid dus tegen.
Er is dan spraken van co-morbiditeit. Hierover meer in een ander artikel op deze site. 

De belangrijkste factor is de doorverwijzing vanuit de school

Verwijzing naar specialistische dyslexiezorg Problemen op het gebied van technisch lezen van woorden zijn typerend voor dyslexie.  Hoe ziet dat bij dyslexie en meertaligheid?
Als een leerling met een migratieachtergrond uitvalt op vlot woordlezen en na gerichte ondersteuning (volgens richtlijnen op ondersteuningsniveau 2 en 3) nog steeds tot de zwakste 10% behoort, is de kans groot dat hij of zij niet achterloopt vanwege meertaligheid. Bij meertalige leerlingen verwacht je immers geen problemen met technisch lezen op woordniveau (Geva, et al., 2019). Het lijkt op dat moment logischer om te denken aan een hardnekkig leesprobleem. Na een periode van gerichte ondersteuning zonder of met beperkte vooruitgang, dienen scholen door te verwijzen naar de specialistische dyslexiezorg (Dyslexie Centraal, 2019). Belangrijk is om ook bij leerlingen met een migratieachtergrond de beschikbare richtlijnen te volgen.

Verwijzing naar specialistische dyslexiezorg Problemen op het gebied van technisch lezen van woorden zijn typerend voor dyslexie. Als een leerling met een migratieachtergrond uitvalt op vlot woordlezen en na gerichte ondersteuning (volgens richtlijnen op ondersteuningsniveau 2 en 3) nog steeds tot de zwakste 10% behoort, is de kans groot dat hij of zij niet achterloopt vanwege meertaligheid. Bij meertalige leerlingen verwacht je immers geen problemen met technisch lezen op woordniveau (Geva, et al., 2019). Het lijkt op dat moment logischer om te denken aan een hardnekkig leesprobleem.
Na een periode van gerichte ondersteuning zonder of met beperkte vooruitgang, dienen scholen door te verwijzen naar de specialistische dyslexiezorg (Dyslexie Centraal, 2019). Belangrijk is om ook bij leerlingen met een migratieachtergrond de beschikbare richtlijnen te volgen.

Meertalige kinderen ervaren geen problemen in klankverwerking, woordherkenning en technisch lezen.
Kinderen met dyslexie juist wel.

 

Handvatten om te signaleren

Signaleren bij de DMT

Bij het volgen van de leesontwikkeling bij meertalige kinderen kan het nuttig zijn om niet alleen naar de totaalscore te kijken, maar ook naar de score op de losse DMT-kaarten. Wanneer de totaalscore laag is, maar kaart 1 goed gelezen wordt, zou een beperkte taalbeheersing van het Nederlands namelijk een rol kunnen spelen. Bij twijfel kan dan een pseudowoordleestest, zoals de Klepel, worden ingezet. Kinderen met dyslexie hebben moeite met het lezen van niet-bestaande woorden (Braams, 2019). Als een meertalig kind hier moeite mee heeft, is dit een aanwijzing voor dyslexie.

Signaleren bij spelling

Bij meertalige kinderen met een migratieachtergrond blijkt het opschrijven van uitgesproken woorden (spelling) lastiger dan het oplezen van geschreven woorden (technisch lezen) (Verhoeven, 2000). Hoewel spellingproblemen bij een meertalig kind een gevolg kunnen zijn van een taalachterstand, dienen scholen alert te zijn, zeker wanneer spellingproblemen in combinatie met leesproblemen voorkomen. Spellingproblemen in combinatie met hardnekkige leesproblemen kunnen een aanwijzing zijn voor dyslexie. Na gerichte ondersteuning zonder voldoende vooruitgang, dienen scholen het kind door te verwijzen naar de specialistische dyslexiezorg.

Signaleren bij begrijpend lezen

Bij dyslexie wordt naast het technisch lezen, indirect ook het begrijpend lezen beïnvloed. Maar waar bij meertalige kinderen met een migratieachtergrond moeilijkheden met begrijpend lezen het meest in het oog springend zijn, staan bij kinderen met dyslexie problemen met technisch lezen op de voorgrond. Wat betreft dyslexie moet school daarom alert zijn wanneer bij meertalige kinderen problemen met begrijpend lezen optreden in combinatie met problemen met het technisch lezen (en eventueel spellingproblemen). Dit kan een aanwijzing zijn voor dyslexie.

Samengevat:

Wees als leerkracht alert op dyslexie als er sprake is van technisch leesproblemen bij meertalige kinderen met een migratieachtergrond. Wees dus altijd alert op combinatiemogelijkheid van dyslexie en meertaligheid!

 

  1. Bij stagnatie in het technisch lezen (al dan niet in combinatie met spellingproblemen bij meertalige kinderen met een migratieachtergrond dient gerichte ondersteuning te worden geboden volgens de algemene richtlijnen. Handreiking: http://bit.ly/handreikingdyslexie
  2. Wanneer na extra ondersteuning onvoldoende vooruitgang zichtbaar is, kan er mogelijk sprake zijn van dyslexie.
  3. Wanneer de woordenschat in de taal van school (het Nederlands) onvoldoende is, dient er specifieker naar de scores op de DMT-leeskaarten te worden gekeken. Is de score van DMT-leeskaart 1 bij herhaling laag? Dan dient door te worden verwezen naar de specialistische dyslexiezorg.
  4. Bij twijfel of er mogelijk sprake is van dyslexie kan de Klepel (leesvloeiendheid van pseudowoorden) worden ingezet. Bij een lage score op deze test dient door verwezen te worden naar de specialistische dyslexiezorg.
  5. Het Masterplan Dyslexie geeft aan dat er een in de literatuur gesproken wordt van een percentage van 40% tot 50% van kinderen met TOS en dyslexie. Er is dan spraken van co-morbiditeit.

Meer van dit soort samenvattingen lezen?

Laat het mij weten in een reactie hieronder.

Mindfulness en creativiteit

Mindfulness en creativiteit


Spelen in stilte, Mindfulness in de klas

In eerste instantie denk je misschien dat dit niet werkt bij kinderen, dat het te zweverig is of dat kinderen hier niet op zitten te wachten. Het tegendeel is waar,. Wanneer je mindfulness toe gaat passen door oefeningen in de klas zoals de teenkabouter, de vulkaan of de duif. zie je dat kinderen hier heel goed op reageren. Het is vaak een oase van rust die ze door de dag heen niet zo vaak tot zich laten komen.

Toen ik het boek “Spelen in stilte” van Irma Smegen las en de oefeningen in de klas ging uitproberen, ontdekte ik het zelf ook. Je brengt rust en stilte in een hectische dag.
Voor kinderen met een TOS is dit extra fijn. De hele dag is het voor hen al een ontzettende uitputtingsslag om de talige wereld bij te houden en te duiden.
Even alleen voelen, bewegen, zien en ervaren geeft een rustig gevoel. .

“Hey juf, ik voel mij heel zacht van binnen”

Inspirerend en praktisch

In het boek “Spelen in stilte” vind je inspiratie en uitleg over mindfulness.
Je leest hoe je mindfulness kunt inzetten, hoe je het kunt begeleiden en je krijgt 52 praktische  en direct toepasbare oefeningen voor in de klas.

Met namen als Nijlpaard, Helikopter, zonnestraal, schildpad en slinger spreken de oefeningen meteen tot de verbeelding en ze zijn allemaal heel makkelijk toepasbaar in de groep. Er wordt steeds aangegeven hoeveel tijd het kost (gemiddeld 4-5 minuten) en er staat vaak een mooie quote bij van een leerling die de oefening heeft ervaren.

Deze oefeningen zijn geschikt voor alle leeftijden op de basisschool. Bij het oudere kind zijn misschien hier en daar wat aanpassingen nodig.
Bij het boek is aanvullende informatie en rustgevende muziek beschikbaar op de bijbehorende website www.Speleninstilte.nl                   

Omdat heel veel oefeningen fijn zijn op ieder moment zou ik aanraden om bijvoorbeeld een aantal kaartjes te maken met de namen van de oefening erop en ze vervolgens in een grabbelpot te stoppen.
Maak er daarna een vaste routine van om aan het eind van een dag of dagdeel even een oefening te grabbelen en uit te voeren. Je kunt het ook inzetten na een activiteit die veel energie heet gekost of veel onrust heeft gebracht.
Je zult zien dat de leerlingen het heerlijk vinden om te doen en te ervaren.

“Juf; gaan we weer stil spelen?”

Mindfulness? Jij? Yes!

Deze zomer mocht ik het schattige prentenboekje “Mindfulness? Jij? Yes!” ontvangen en wat is het een schattig boekje!
Het is ook weer geschreven door Irma Smegen en Jolanda Kranenburg en gaat over een klein haasje wat de jonge lezer rechtstreeks toespreekt om ook eens niets te doen.
Met dit boekje kun je het spelen in stilte prachtig inleiden in jouw kleutergroep.

Je doet vaak je best. 
Nu hoeft dat even niet.
Adem in…adem uit…
en merk hoe je lichaam en adem beweegt. 

 

Connect and Create, creativityboosters 

Naast het praktische boek vol lestips en het prentenboekje is er nu ook “Connect en create” een leuke kaartenset  met creativity boosters. 

Wat is Connect and Create?

Het zijn 40 creatieve opdrachtkaarten (8 x 12 cm.) in een doosje. Je kunt ze alleen doen of samen.
Connect and Create bestaat alleen uit tekeningen, dus ook wie niet (graag) leest of de taal nog niet (goed) kent kan hier plezier aan beleven.
Ideaal te gebruiken bij kinderen met een TOS of taalprobleem dus.

Voor wie? 

Iedereen kan meedoen op een eigen niveau. Zelfs peuters kunnen een deel van de opdrachten met een beetje hulp al doen. Kleuters kunnen het met een beetje instructie vaak individueel en oudere kinderen zonder hulp. 

Hoe werkt de kaartenset?

Op elke kaart zie je in drie getekende stappen of je materialen nodig hebt en wat je kunt doen. De opdrachten gaan over iets maken, observeren, je zintuigen gebruiken, uitproberen, experimenteren, jezelf uitdagen en verbinding vinden. Bekijk de eerste stap, dan de tweede en tot slot de derde stap op de achterkant van de kaart. Laat het op je inwerken, geef er je eigen invulling aan, start en laat je inspireren!

Waarom is dit waardevol?

Creativiteit is de een-na meest gevraagde kwaliteit in de wereld. Net als andere vaardigheden, kun je je creativiteit verder ontwikkelen als je oefent. Creativiteit ontplooit het best als je geprikkeld wordt met een inspirerende opdracht, en tegelijk voldoende ruimte hebt om je eigen weg te bewandelen. Daarom geeft Connect and Create vrijheid. Er is geen goed of fout en er is alle ruimte voor uitprobeersels, misbaksels, experimenten en wie weet ontstaan er wel prachtige kunstwerken.

 

Gebruik jij mindfulness en creativiteitboosters in de klas?

Ik ben heel benieuwd of jij dit al toepast of er nu ontzettend nieuwsgierig naar bent geworden.

Ik mag van Irma Smegen een gratis “connect en create” kaartenset weggeven dus laat vooral weten of jij dit kunt gebruiken en hoe je het wilt gaan inzetten!

Zondag 31 oktober2021 verloot ik de kaartenset op instagram en Facebook!

 

TOS en computational thinking, hoe dan?

TOS en computational thinking, hoe dan?

TOS en computational thinking, hoe dan?

3 groepen en een uitdaging

In december 2020 kwam Suzanne Maas van educatiefontwerp.nl bij mij in Breda op de Cluster 2 school De Spreekhoorn.
Zij kwam daar op een vrijdagmorgen op bezoek om aan drie groepen een workshop te geven rondom programmeren. Nu hoor ik je misschien denken, dat is toch niet zo bijzonder?
Toch wel, omdat dit leerlingen zijn met een taalontwikkelingsstoornis,. is programmeren en instructie geven een extra uitdaging. 

In dit blog vertel ik je hoe we dit hebben aangepakt en hoe de leerlingen hebben gereageerd.

 

 

Wie is Suzanne Maas?

Je hebt op deze website al vaker een artikel kunnen vinden over Suzanne en de materialen die ze heeft ontwikkeld. Suzanne Maas is leerkracht op een basisschool in Delft en ontwerpt en ontwikkelt daarnaast ICT gerelateerd lesmateriaal voor het basisonderwijs.
Naast het ontwikkelen van lesmateriaal verzorgt ze ook workshops ICT voor leerlingen en leerkrachten. Sinds februari 2021 heeft ze haar eigen website online gezet www.educatiefontwerp.nl 

Op haar nieuwe website vind je Bee-bot lesmateriaal zoals speciale matten, Ozobot lesmateriaal zoals een luchthavenmat en een Ozobot wereldspel, Pro-Bot opdrachtkaarten en bijvoorbeeld een kwartetspel Robotica.
Een aantal van deze materialen had ze natuurlijk meegebracht naar Breda.

Naast deze materialen kun je op haar website ook lezen welke workshops, practica of lessen je kunt verwachten van Suzanne. Ze ontwerpt namelijk niet alleen lesmateriaal, maar verzorgt ook workshops, ICT-practica voor leerlingen en lessen digitale geletterdheid op scholen.
Naast de producten die zij op eigen initiatief heeft ontworpen, heeft ze ook diverse ontwerpen gemaakt in opdracht zoals een leskoffer Robotica, Digi-doeners en een techniekkoffer voor kleuters.


Mocht je meer interesse hebben? Je kunt haar benaderen via de knop onderaan dit blog, als je meer wilt weten over de inzet van digitale geletterdheid in het basisonderwijs. 

De mogelijkheden van deze producten met de doelgroep TOS leerlingen

In een eerder artikel omschreef ik al de vele mogelijkheden van de Bee-bot en de Blue-bot voor bij de kleuters.
Ook beschreef ik daar 10 tips voor gebruik van de Bee-bot in de klas. Klik hier voor het artikel.

Op deze ochtend waren er echter geen kleuters aanwezig maar een groep 4, groep 6 en groep 8.
Deze groepen zijn zeer divers qua samenstelling. Door hun taalontwikkelingsstoornis zijn er veel niveauverschillen per groep en is het instructiebegrip zwak door een kleine woordenschat en een zwakke taalverwerking. Dus hoe ga je dan aan de slag met programmeren? Wat toch een behoorlijk taal-denk-niveau aanspreekt?
Daar bleek al snel het visuele aspect een grote rol te spelen. Leerlingen met een TOS zijn vaak visueel sterker. De materialen van Suzanne spraken dan ook meteen erg aan.

Speciale matten voor de bots

Allereerst had Suzanne haar speciale matten en de rekenroutes voor de Bee-bot en de Blue-bot mee gebracht

In mijn vorige artikel beschreef ik al een paar van die speciale matten die Suzanne heeft ontwikkeld.
Naast de speciale matten bracht ze ook andere materialen mee voor de bovenbouw.
Ik bespreek ze hieronder stuk voor stuk.

 

De stadsplattegrondmat

Op deze mat zie je een stadsplattegrond met eroverheen een matrix. Op de mat staan voor kinderen herkenbare figuren, symbolen en logo’s.
Door de matrix geeft deze mat heel veel extra mogelijkheden. Bijgeleverd is ook een set met 34 opdrachtkaarten. 

De mat voor de Bee-bot met de stadsplattegrond werd meteen in gebruik genomen door de leerlingen, alleen dan wel als praatplaat. Ze vertelden elkaar wat ze allemaal zagen en gingen elkaar opdrachten geven waar ze de Bee-bot naartoe moesten rijden. 
De opdrachtkaarten die Suzanne heeft ontwikkeld bij deze mat waren een stukje lastiger. Hierbij was de directe instructie van een leerkracht nodig. Het lezen van de kaart, de denkstappen die het vereist om hier een opdracht uit te halen en tot de juiste actie over te gaan, dat kostte sommige leerlingen nog flink wat moeite. Tegelijk was dit natuurlijk een heel mooi moment om de innerlijke taal en bijbehorende denkstappen te oefenen. Groep 8 was hier al duidelijk beter in dan groep 4.

De mat met de rekenroutes

Dit was een grote uitdaging voor alle groepen. In haar materialenkoffer had Suzanne routes met verschillende niveaus meegebracht, en we hadden vooraf gekozen voor de route die over het tiental ging tot 21. De leerlingen van groep 8 zagen hier zeker een uitdaging in.
Je kon dan ook meteen zien wie zeker van zichzelf was op rekengebied. De overige leerlingen hadden echt een duwtje in de goede richting nodig om hiermee aan de slag te gaan. 
De bedoeling van zo’n rekenroute is dat je begint bij start en vervolgens door logisch denken de juiste route aflegt. Voor een aantal leerlingen een flinke uitdaging, maar ook zeker een hele goede oefening in rekentaal en hoeveelheidsbegrippen.
Al met al zeker een goede oefening, maar wel een breinkraker voor sommigen.

 

De Pro-Bot en de opdrachtkaarten

Suzanne schrijft op haar website het volgende:

De Pro-bot is de opvolger van de Blue-Bot. Deze robot is zowel op het apparaat als via de tablet te programmeren. Het leuke is dat je zowel de rijafstand als de draaihoek kunt instellen. En dat je aan de bovenzijde een stift kunt insteken, zodat de robot zijn eigen gereden route tekent. Deze robot is hierdoor erg bruikbaar om (geometrische) figuren mee te maken en te oefenen. Hierbij leren de leerlingen omgaan met wiskundige begrippen als afstand, draaihoek, type hoeken en namen van geometrische figuren. Daarnaast trainen ze het stapsgewijs denken, door het gebruik van algoritmes.
De opdrachtkaarten bevatten een doordachte opbouw qua moeilijkheidsgraad. Van het programmeren van een eenvoudig vierkant, via driehoeken, een parallellogram, naar vijfhoeken, sterfiguren, etc.

De leerlingen gingen fanatiek aan de slag met de Pro-bot. Het strepen trekken, het maken van een vierkant en een driehoek vonden ze magisch om te doen. Maar de iets lastigere opdrachtkaarten werden al snel  omzeild en er kwamen vooral figuren op het papier die ze zelf hadden bedacht. Het programmeren van de Pro-bot met behulp van de kaart was vaak iets te lastig. Aangezien dit de eerste keer was dat deze leerlingen hiermee aan de slag gingen, was dat natuurlijk niet verwonderlijk. Met behulp van Suzanne en de leerkracht kwamen een aantal leerlingen daarna toch nog verder dan ze zelf eerst hadden bedacht. Een aantal andere leerlingen hebben we laten experimenteren met de Pro-bot. “Laat maar eens zien wat je hiermee kunt tekenen!”
Dit gaf veel enthousiasme en een paar verrassende resultaten.

De Ozo-bot en het vliegveld

Naast de matten voor de Bee-bot en de Blue-bot heeft Suzanne ook matten ontwikkeld voor de Ozo-bot. Bij deze workshop had ze de mat met het vliegveld meegebracht.  Voor deze matten heb je een Ozo-bot nodig. Een kleine robot die reageert op kleurcodes waar hij overheen rijdt.
De leerlingen kregen na een korte uitleg een aantal stickers om hun Ozo-bot over het parcours te laten rijden en zo te ontdekken wat de mogelijkheden zijn van dit kleine botje. De reacties waren voorspelbaar. Van “wat schattig  tot  grappig, zo’n kleintje”.
Met de extra puzzelstukken konden de leerlingen zelf een route leggen voor de Ozo-bot. 
De Ozo-bot sprak meteen alle leerlingen aan. Het gebruik van kleurcodes en simpele bijhorende commando’s was erg overzichtelijk en daardoor werd de Ozo-bot snel favoriet. Het werken met de puzzelstukken kwam minder uit de verf, vooral door tijdgebrek en deels door onervarenheid. De leerlingen hebben hier echt meer oefening en directe instructie met voorbeelden voor nodig, om dit op een creatieve manier in te zetten.

Aan de slag met Bloxels

Bloxels is een soort augmented reality-versie van het bekende Ministeck.
Gekleurde blokjes worden op een raster geplaatst om met de hand een level te bouwen, vol platforms en vijanden om te verslaan. Met de Bloxels-app wordt er een foto van gemaakt, waarna een virtuele versie van de creatie op een tablet gespeeld kan worden.
Via de webshop van ICT-Leskisten is dit materiaal te bestellen.

Volop enthousiasme

Dit was echt wel de hit van de workshop. Het werken met de blokjes en het resultaat was in een kwartier haalbaar en de reacties waren dan ook superenthousiast
“Wauw, ik heb mijn eigen videogame gemaakt! “

Tijdens het creëren van het ontwerp kwam er veel samenwerking en overleg aan te pas wat mooie taalmomenten opleverde. In alle opzichten een hit dus.

“Gaan wij dit ook in de klas krijgen juf?”

 

Evaluatie van de workshops

De leerlingen hebben een heerlijke ochtend gehad met veel mooie uitdagingen waarin werd overlegd, werd nagedacht en werd ontworpen. Alles leverde prachtige taalmomenten op en vooral veel enthousiasme bij zowel leerlingen als leekrachten.

Deze TOS leerlingen lieten wel weer duidelijk zien dat programmeren veel innerlijke (reken)taal vraagt en dat is voor sommigen een flinke uitdaging. Door het gebruiken van deze  aansprekende en motiverende materialen heb je hiervoor natuurlijk wel een mooie ingang gevonden.
De meeste opdrachtkaarten waren voor veel leerlingen nu nog te moeilijk, maar wanneer je het werken met deze materialen als vast onderdeel toevoegt aan je lesplan ben ik ervan overtuigd dat oefening zeker gaat lonen. 
Het gebruik van kleurcodes en het ontwerpen van een videogame met de materialen van Bloxels sprak meteen de sterke kanten aan van de leerlingen, en dat was duidelijk terug te zien in het enthousiasme. 


Mijn conclusie is dan ook: start met computational thinking!

 

TIP:
Gebruik materialen die aanspreken, en passend zijn voor je doelgroep.
Probeer hiervoor materialen uit door leskoffers  of ICT kisten te huren of workshops te organiseren, zodat je geen dingen aanschaft die later in een kast verdwijnen.


En tot slot: 
Geef computational thinking een vaste plek op je rooster zodat leerlingen het zich eigen kunnen maken en hierin hun talenten kunnen gaan ontdekken.

Weet je niet hoe? Neem dan eens een kijkje op de site van Futurenl en de Digi-doeners en de  site van Educatiefontwerp

 

Ben jij al aan de slag gegaan met Computational Thinking?

TOS , Spraaktaalkids en Psycho-educatie

TOS , Spraaktaalkids en Psycho-educatie

Spraaktaalkids en psycho educatie bij TOS

TOS , Spraaktaalkids en Psycho-educatie

Sociaal emotionele ontwikkeling en TOS

Leerlingen met een taalontwikkelingsstoornis hebben te maken met problemen ten aanzien van taalinhoud, taalvorm en taalgebruik.
De spraakproductie wordt vaak belemmerd door articulatieproblemen, moeite met zinsbouw en/of verhaalopbouw. Wat vaak minder snel belicht wordt zijn de problemen op sociaal emotioneel gebied. De methode Spraaktaalkids biedt hiervoor een uitkomst.
Leerlingen met een TOS hebben grote moeite om hun gedachten en gevoelens met innerlijke taal te verwerken. Wanneer je de woorden er niet voor hebt, kun je er ook niet goed mee omgaan. Een logisch gevolg is dat je niet goed inzicht krijgt in jouw eigen gevoelens en talenten. Hoe kun jij leerlingen met een TOS het beste hierin begeleiden?

Wil je er meer over lezen?

Heleen Gorter heeft hierover een inspirerend en prachtig boek geschreven. Ik ben in gesprek met haar gegaan over de persoonlijke ervaringen ten aanzien van dit onderwerp. Je kunt mijn gesprek met haar beluisteren in mijn podcastshow TOS en de digitale wereld, seizoen 1 aflevering 2.  

Wil je er mee aan de slag?

Om met de gevoelens en de sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen (met een TOS) aan de slag te gaan, vraagt kennis en kunde. De methode Spraaktaalkids van Jet Isarin is de aangewezen manier om leerlingen met een TOS kennis en inzicht te geven in hun eigen talenten en gevoelens en om als begeleider meer te weten te komen over het kind zodat je beter leert hoe je kunt helpen. Psycho-educatie op een kindvriendelijke manier dus. Nieuwsgierig? Lees dan zeker verder!

Over de schrijver

Jet Isarin is filosoof en onderzoeker bij de Kentalis Academie.  Sinds 2005 doet Jet onderzoek naar de ervaringen en de ervaringskennis van kinderen en jongeren met een auditieve of communicatieve beperking. Samen met jongeren met TOS deed Jet onderzoek naar communicatie, identiteit en lotgenotencontact, wat resulteerde in de website www.spraaksaam.com, het boek Spraaktaalgids voor jongeren met een taalstoornis en de Vereniging SpraakSaam. Ook de TOSwaaier is geschreven door haar. 
Lees hier mijn review over de TOSwaaier.

Wat is Spraaktaalkids?

Spraaktaal Kids is dé drie-delige denk-, doe- en praatmap voor kinderen van 4 tot 14 jaar met een taalontwikkelingsstoornis (TOS). 
Spraaktaal Kids geeft beeld en taal aan kinderen voor het communiceren over gevoelens, gedachten, opvattingen, wensen en relaties.
Spraaktaal Kids bestaat uit een invulboek, een stickerboek en een plakboek: denken door doen!

Voor wie is Spraaktaalkids?

Spraaktaal Kids is gemaakt voor kinderen met een TOS, maar ook geschikt voor andere kinderen die taal moeilijk vinden! De drie mappen zijn ingedeeld naar leeftijdscategorie.

Spraaktaal Kids is er voor kinderen en grote mensen samen: moeders, vaders, verzorgers, opa’s, oma’s, logopedisten, leerkrachten, ambulant begeleiders, intern begeleiders, pedagogisch behandelaars, orthopedagogen en psychologen. 

Hoe werkt spraaktaalkids?

De methode is opgebouwd uit drie mappen voor drie verschillende leeftijdsgroepen:

Spraaktaal Kids 4-7 jaar
Spraaktaal Kids 7-10 jaar
Spraaktaal Kids 10-14 jaar

De mappen kunnen los van elkaar worden gebruikt, maar ook na of naast elkaar. De mappen kunnen apart worden besteld of samen in een voordelige box.

Op de site van PICA kun je het volgende lezen

Spraaktaal Kids is een methode voor psycho-educatie voor kinderen met TOS. Toch staat TOS niet centraal. Want de taalontwikkelingsstoornis is maar een heel klein stukje van het kind. Voordat met een kind gesproken wordt over TOS, wordt er samen met het kind gewerkt aan identiteitsontwikkeling. Kind en volwassene zoeken samen naar taal voor dagelijkse gebeurtenissen en ervaringen. Met behulp van de plaatjes, de stickers en de woorden uit Spraaktaal Kids benoemen ze dingen, gedachten, wensen, gevoelens en situaties expliciet. Wie ben ik, wat kan, wil, voel en vind ik, hoe zit mijn lijf in elkaar, hoe sta ik in de wereld, wat doe ik met mijn tijd, wat zijn overeenkomsten en verschillen tussen mij en anderen? Het zoeken en vinden van antwoorden op dit soort vragen stimuleert de communicatie en vergroot de weerbaarheid van kinderen. Het geeft ze meer zelfkennis en meer zelfvertrouwen. Het biedt een basis voor het denken en praten over TOS en hoe je daarmee kunt omgaan.

Spraaktaal Kids is ontwikkeld door Kentalis Academie, onderdeel van Kentalis.

De inhoud van de mappen

Alle drie de mappen zijn op dezelfde manier opgebouwd.
De volgende hoofdstukken komen steeds terug

  • Ik ben ik
  • Mijn lijf
  • Mijn wereld
  • Mijn tijd
  • Mijn taal
  • Spraaktaal
  • Als ik later groot ben
  • Ik in het kort

De leerdoelen per map kun je vinden via de PICA site. Via een gratis link kun je daar de leerdoelen per map downloaden. Je kunt de mappen hier ook bestellen per stuk of als complete bundel.

 

Hoe werken de mappen?

De mappen werken met invulbare werkboeken, stickers en aan het eind kun je met de leerling een spreekbeurt voorbereiden over zijn of haar TOS. 
De bijbehorende Powerpoint kun je hiervoor downloaden via de site van Pica uitgeverij.  iedere map bestaat uit een stukje handleiding voor de begeleider en de werkboeken met stickervellen voor de leerling.
In mijn ervaring kan het per keer verschillen of de methode goed aanslaat bij de leerling. Zoals bij ieder coachingstraject blijft het persoonsafhankelijk wat wel of niet goed werkt. Dan kun je bij een leerling een gedeelte uit de map wat meer of minder uitgebreid behandelen.
Iedere map is een werkboek, en niet herbruikbaar.
De mappen zijn los te koop bij onder meer Pica uitgevererij en kosten per stuk op het moment van dit blog €57,50 per stuk.

Op de site van Pica kun je gratis een bijbehorende presentatie downloaden voor leerlingen om een spreekbeurt over hun  TOS voor te bereiden.
Met deze 
spreekbeurt kunnen kinderen zélf uitleggen hoe het is om een TOS te hebben.

Ga met deze werkmappen samen met je leerling op zoek naar taal en je eigen TOS.

Mijn mening over Spraaktaalkids

Wanneer je een leerling inzicht wil geven in zijn of haar eigen talenten en de dingen die nodig zijn om zijn of haar TOS tegemoet te komen, zijn de mappen erg fijn om te gebruiken.  Samen met een leerkracht, leerlingbegeleider, leerkrachtondersteuner of een ambulant dienstverlener die bekend is met wat een TOS inhoudt, kan de leerling de map die past bij de leeftijd doorwerken. Ook staan er opdrachten in die samen met ouders, opa, oma, broer of zus kunnen worden uitgevoerd. De mappen zijn zo opgebouwd  dat een leerling zichzelf goed leert kennen, inzicht krijgt in zijn of haar persoonlijke bijzonderheden en leert wat een TOS betekent voor hem of haar persoonlijk. Want wat is dat nou, die TOS? En wat betekent dit in het dagelijks leven? Wat heb je nodig en hoe kun je dit vervolgens vragen aan je omgeving? 

Wanneer een leerling inzicht krijgt in wat hij of zij nodig heeft, kan die hier ook beter om vragen. Veel leerlingen ontdekken door het gebruik van de methode dat ze bijvoorbeeld ergens heel goed in zijn. Soms zien ze dat zelf gewoonweg niet meer, door alle tegenslag hebben ze dit niet meer helder voor ogen. Het werken met de map Spraaktaalkids kan een enorme boost geven aan het zelfvertrouwen.  Daarnaast leert de leerling  beter hoe die bepaalde compensatiestrategieën zoals visualiseren kunnen gaan inzetten bij bijvoorbeeld huiswerk. En wanneer je weet wat je echt nodig hebt, durf je er ook sneller om te vragen.

 

 

Meer over Kind en emotie

Ken je de website TOS in beeld al. Hier vind je heel veel informatie over TOS en sociaal emotionele ontwikkeling.
In het EmoTOS project is er onderzoek gedaan naar de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen met een Taalontwikkelingsstoornis (TOS) tussen de 9 en 16 jaar. Welke problemen ervaren deze kinderen wel én niet? En welke factoren spelen mee bij het ontstaan en in stand houden van deze problemen? Lees meer over de uitkomsten en opbrengsten van dit onderzoek hier op de website van Kentalis.


Meer lezen?

Download via de knop hieronder de complete printversie van de brochure EMO-TOS van professor Neeltje van Bedem i.s.m. de Universiteit Leiden en de koninklijke Kentalis.
In deze uitgebreide brochure van meer dan 80 pagina’s lees je concrete tips, voorbeelden uit de praktijk, achtergrondinformatie en handvatten voor de begeleiding van kinderen en jongeren met een TOS. 
Per onderdeel van de sociaal-emotionele ontwikkeling wordt besproken wat het is, hoe het zich ontwikkelt en welke rol communicatie speelt bij de ontwikkeling. Vervolgens wordt besproken  wat we weten over het onderdeel bij kinderen met een TOS en wat we kunnen doen (en hoe) om dit onderdeel bij kinderen met een TOS te stimuleren. Daarnaast worden aanbevelingen gedaan voor de begeleiding en behandeling van kinderen met een TOS en de erkenning van hun sociaal-emotionele problemen. De brochure is te downloaden als print versie  op de website en via de knop hieronder.

 

Op zoek naar materialen?

Op de website vind je ook  informatie over allerlei materialen, het lopende onderzoek en je kunt er deze mooie factsheet (hieronder te zien) downloaden waarin de verbindingen tussen TOS en sociaal emotionele ontwikkeling nog eens visueel worden uitgelegd.
Er zijn natuurlijk ook andere materialen die individueel of  voor een hele groep gebruikt kunnen worden binnen het cluster 2 onderwijs of daarbuiten. Hierover kun je meer lezen op de website TOS in beeld.

Emotieweb 

Om een kind met een TOS goed te kunnen begeleiden en behandelen, is het belangrijk te weten op welke gebieden een kind problemen ervaart. Daarom is Emotieweb ontwikkeld (www.emotieweb.nl). Het EmoTOS onderzoek heeft normscores opgeleverd voor in Emotieweb. Professionals kunnen via Emotieweb het sociaal-emotionele functioneren van een individueel kind in kaart brengen: Heeft een individueel kind meer of minder problemen op verschillende onderdelen in vergelijking met kinderen zonder een TOS en in vergelijking met kinderen met een TOS? Zijn er achterstanden in emotionele competentie die onderliggend zijn aan de sociale, internaliserende, of externaliserende problemen? Door de afzonderlijke gebieden in kaart te brengen, kan duidelijk worden in welke gebieden een kind ondersteund moet worden.

Feedback gevraagd

Heb jij al wel eens gewerkt met een van de mappen van Spraaktaalkids? Wat was jouw ervaring? Ik hoor het heel graag.

Feedback gevraagd

Heb jij al met Spraaktaalkids gewerkt?
Wat was jouw ervaring?
Laat het hieronder weten in een reactie.

Samen komen we verder…

Heb jij ook een mooie tip of een idee voor een blog? Of heb je een vraag naar aanleiding van een blog? Laat het mij weten in een reactie. 

Wil jij creatief aan de slag met taal en digitale tools?

Bekijk dan al mijntrainingen in de Digitaalspeciaal Online Academy!

Volg vanuit je eigen huiskamer op jouw eigen tempo en tijdstip mijn online trainingen en masterclasses.

Via deze mailinglijst ontvang je meteen een kortingscode waarmee je kortingen kunt krijgen tot 50%!
Ook ontvang je als eerste het laatste nieuws over de Digitaalspeciaal Online Academy.

Bedankt! Je bent succesvol ingeschreven. Ik beloof je dat ik je niet ga spammen, wil je echter toch uitschrijven dan kan dat natuurlijk altijd onderaan elke mail. Bij Gmail en Hotmail komen mijn mails vaak in SPAM terecht. Wil geen enkele mail missen? Voeg mijn mailadres dan toe aan jouw lijst met vertrouwde contacten of bij Gmail aan de mailbox Primair. Groet, Marita

Pin It on Pinterest