Geen Resultaten Gevonden
De pagina die u zocht kon niet gevonden worden. Probeer uw zoekopdracht te verfijnen of gebruik de bovenstaande navigatie om deze post te vinden.
In deze podcast bespreek ik de volgende tools:
Lees hier meer over jamboard
Stuur mij een mail via info@digitaalspeciaal.nl
wist je dat je in de app waarin je de podcast beluistert ook kunt aangeven of je steeds een bericht wilt ontvangen wanneer er weer een nieuwe aflevering online staat?
Klik hiervoor op de subscribe button in de podcast app.
Laat je ook een review achter ? Dat zou ik echt super vinden.
Natuurlijk mag je ook een episode delen via social media wanneer je iemand kent die baat zou kunnen hebben bij het beluisteren van de podcast of gewoon wanneer je enthousiast bent over de podcast. Graag zelfs!
wanneer je iemand kent die je een keer terug zou willen horen in een podcast, stuur mij dan even een mailtje.
In deze tijd van online lesgeven is het altijd handig om meer tools tot je toolbox te beschikbaar te hebben. In dit blog geef ik je meer uitleg over een digitaal wisbordje.
Via de gratis site digitaalwisbordje.nl kun je als leerkracht via het eenvoudige inlogscherm meteen aan de slag door jouw naam in te vullen en een kamernummer aan te maken.
Jouw leerling gaat vervolgens ook naar deze site en typt zijn of haar naam in met het door jou aangemaakte kamernummer.
Vervolgens kun je interactief aan de slag met de leerling, of meerdere leerlingen.
Voor veel leerlingen is digitaal lessen volgen zeer vermoeiend. Zeker voor de taalzwakkere leerling is het vaak een combinatie van vele prikkels, het blauwe licht van het scherm en de slechte auditieve filtering bij een digitale les.
Sommige leerlingen hebben hun microfoon niet altijd uit, er wordt door elkaar gesproken, de verbinding is slecht, enzovoorts.
Een leerling met een TOS heeft meestal in de klas al last met de auditieve verwerking bij (te) veel omgevingsruis. Dit is bij online lesgeven zeker nog eens extra vermoeiend.
Gebruik het digitaal wisbordje bij voorkennis activeren, bij korte feedbackmomenten, bij controleren van begrip na de instructie.
Een bijkomend voordeel is dat je de les met een digitaal wisbordje als vanzelf vertraagd. Alle kinderen geven een antwoord, jij moet hierdoor even pas op de plaats maken en je ziet ook meteen wie er wellicht nog een herhaalde instructie nodig heeft of een extra uitleg.
Voor jou als leerkracht geldt dat je het scherm van de digitale kamer met je leerlingen kunt delen via een share screen optie in je online lesomgeving zoals ZOOM of Microsoft Teams. Je kunt er echter ook voor kiezen dit niet te doen zodat alleen jij de antwoorden van alle leerlingen ziet.
Het bewaren van de reacties van een specifieke leerling kun je doen door middel van een screenshot te nemen van het scherm. Handig wanneer je bijvoorbeeld een fout ziet bij een leerling waar je op een later moment op wil terugkomen.
Wanneer leerlingen de reacties van elkaar niet kunnen zien, doordat jij dit digitaal wisbordje in een ander scherm opent, wat je vervolgens niet deelt met de leerlingen, kan dit bijdragen aan een veiligere leeromgeving. Niet alle kinderen willen namelijk dat hun eventuele fouten zichtbaar worden voor iedereen.
Zeker bij leerlingen met een TOS of taalprobleem is dit het overwegen waard.
Bedenk hierbij altijd of het wel of niet zichtbaar maken van het digitaal wisbordje voor iedereen bijdraagt aan het lesdoel. Het is immers een interactie tussen jou en de leerlingen.
Het zien van elkaars opmerkingen kan natuurlijk wel bijdragen aan een groepsgesprek. Hiervoor zou ik echter een andere tool gebruiken zoals Padlet of Google Jamboard.
In het filmje hieronder zie je hoe je een pincode op een digitale kamer kan aanmaken en hoe je eenvoudig en snel ongenode bezoekers verwijderd.
Maak daarom je naam en je kamernummer ook niet te eenvoudig, geef er een twist aan die bijvoorbeeld alleen jouw leerlingen kennen. Noem de kamer bijvoorbeeld naar een klassenpop of een ander herkenbaar item.
In onderstaande video instructie leg ik je nog eens kort uit hoe het werkt.
Heb jij ook een mooie tip of een idee voor een blog? Of heb je een vraag naar aanleiding van een blog? Laat het mij weten in een reactie.
Eigenlijk ben ik altijd op zoek naar mooie boeken voor leerlingen die gaan over een taalontwikkelingsstoornis ofwel een TOS.
De diagnose TOS is namelijk nog steeds heel vaak onbekend en vooral voor kinderen met een TOS en hun omgeving is dat lastig.
Niet alleen om te begrijpen wat er nu precies met taal in hun eigen hoofd gebeurt, maar ook om dit bespreekbaar te maken met leeftijdsgenootjes of in de klas. Want wat gebeurt er in je hoofd met taal? Het lijkt af en toe wel of er een taalmonster in zit!
Van Janneke Ipenburg en Esther van Niel
Kaat heeft een taalontwikkelingsstoornis (TOS).
Dat betekent dat je taal moeilijk vindt. Het begrijpen van wat andere mensen zeggen is lastig, maar ook zelf dingen vertellen is moeilijk. Kaat weet nog niet dat zij een taalontwikkelingsstoornis heeft. Daarom denkt ze dat ze een monster in haar hoofd heeft, een Taalmonster. Dat monster maakt een rotzooi van alle taal in haar hoofd.
In dit boek lees je hoe het leven voor Kaat is, met dat monster in haar hoofd. Ook lees je hoe Kaat uiteindelijk door veel mensen geholpen wordt om samen met het monster minder in de war te raken van taal.
Dit prentenboek is in de eerste plaats geschreven voor kinderen met TOS vanaf zes jaar. Het boek maakt het mogelijk om over de symptomen en gevolgen van TOS te praten met een ouder en/of begeleider. De begeleider kan een logopedist, maar ook een ambulant begeleider of leerkracht zijn.
In de tweede plaats is dit boek geschreven om deze stoornis bekender te maken in de omgeving van een kind met TOS, waardoor deze begripvoller kan reageren op de problematiek. TOS is een nog relatief onbekende ontwikkelingsstoornis, in tegenstelling tot bijvoorbeeld ADHD of dyslexie, maar in elke schoolklas zit ook gemiddeld een of twee leerlingen met TOS. Het komt dus vaker voor dan je denkt.
De schrijfsters hebben dit boek gemaakt vanuit hun overtuiging dat het belangrijk is en blijft om de herkenning van een TOS en de impact die het heeft op een kind, bespreekbaar te (blijven) maken. Er waren tot nu toe nog geen prentenboeken voor kinderen met een TOS. Daarin is nu verandering gekomen.
We hopen in de eerste plaats dat kinderen met een TOS herkenning kunnen vinden in het verhaal van Kaat en naar aanleiding hiervan het gesprek kunnen voeren mnet hun omgeving over wat deze stoornis voor hen betekent. En we hopen dat het een gesprek opent om te zoeken naar oplossingen om met TOS te leren leven. Hierbij hoort ook acceptatie van de stoornis en het terugwinnen van het zelfvertrouwen door het benoemen van de talenten van het kind.
Het boek is goed te gebruiken door logopedisten als onderdeel van psycho-educatie als onderdeel van de behandeling bij kinderen met een TOS.
Dit kan gebruikt worden met het kind met een TOS zelf, maar ook met omgeving; ouders, leerkracht, ambulant begeleider of een andere persoon in de omgeving van het kind.
Op iedere bladzijde staan korte vragen in een apart vak.
Deze vragen kun je na het lezen van de bladzijde bespreken. Er ontstaat meer herkenning bij omgeving. De vragen gaan over dingen die moeilijk zijn, maar ook over positieve dingen! Voorbeelden: “Kom jij soms ook niet op woorden? En wat doe je dan?” Maar ook: “Waar ben jij goed in”? Ook de positieve eigenschappen van het kind worden besproken. De rol van de logopedist komt mooi naar voren. Uiteindelijk helpt zij Kaat om het Taalmonster te temmen.
Aan het einde van het boek wordt een mooi overzicht gegeven van tips voor thuis, op school en voor vrienden. Concrete voorbeelden geven weer hoe deze tips in de praktijk gebruikt kunnen worden. Zo kan het kind samen met zijn/haar omgeving, het taalmonster temmen!
Kortom: Een mooie bijdrage aan het bekender maken van een TOS en een leuke manier om kinderen en omgeving psycho-educatie te bieden.
Bron: de Praatmaatgroep, Esther van der Wal
Dit boek is zeker een aanwinst in de nog steeds te kleine stapel boeken voor kinderen met een TOS.
Het boek wordt omschreven als prentenboek, maar is bruikbaar vanaf 6 jaar. Door de grote platen en in verhouding kleine hoeveelheid tekst voelt het echter aan als een prentenboek.
Met enige creativiteit van de voorlezer denk ik dat het boek ook geschikt zou kunnen zijn bij de wat jongere kinderen vanaf vier jaar.
Mits je de beeldende platen van het taalmonster op het hoofd van Kaat goed toelicht met toegankelijke taal . Leg steeds uit dat de woorden in haar hoofd door het monster in de war worden gemaakt.
De prachtige platen geven ook duidelijk de mimiek van Kaat weer, wat gesprekken over emoties teweeg kan brengen.
Een compliment ie hierbij zeker op zijn plaats voor de illustrator Janneke Ipenburg.
De platen in het boek zijn zo sprekend dat ik denk dat je met dit boek ook bij de iets jongere kinderen vanaf 4 of 5 jaar TOS bespreekbaar zou kunnen maken.
Gebruik dan niet de letterlijke tekst, maar laat je als voorlezer leiden door de platen en de interactie met je luisteraar(s). Start samen een gesprek over praten of lastige woorden en emoties/gevoelens.
Een leuke en zinvolle opdracht zou kunnen zijn om aan de leerling te vragen wat het taalmonster bij hem of haar steeds doet tijdens het praten met anderen. Ondersteun dit met tekenen of laat de leerling het zelf tekenen. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld de voorbeelden van de binnenkant van de boekenkaft.
Kortom, dit boek mag zeker niet ontbreken in je collectie!
In mijn werk als ambulant begeleider ga ik dit boek zeker inzetten of aanraden aan leerkrachten voor de psycho-educatie van een TOSleerling. Want over TOS praten en begrip krijgen voor de (onderwijs)behoeften en kwaliteiten van een TOSleerling blijft belangrijk.
TIP: Bestel het bij Levendig Uitgeverij en je betaalt géén verzendkosten!
Auteurs: Janneke Ipenburg en Esther van Niel
32 pagina’s, hardcover
ISBN 9789491740930
Levendig Uitgever
€ 14,95
In je les of in je begeleiding?
Laat jouw ervaringen hieronder achter in een reactie!
Heb jij ook een mooie tip, geef hem dan door. Ik zorg ervoor dat hij op deze pagina komt te staan.
In deze review bespreek ik het boek van Eveline Bogers. Zij was onderbouwleerkracht en remedial teacher in het basisonderwijs. Momenteel werkt zij als onderwijsadviseur taal en het jonge kind. Daarnaast heeft ze ook een eigen praktijk voor remedial teaching.
Ik ga vooral kijken of dit boek een goede toevoegeing kan zijn voor de leerkracht of pedagogische medewerker die werken met het jonge kind.
Achter op de flap is te lezen dat het boek praktische handvatten biedt voor de begeleiding van de mondelinge taalvaardigheid.
Natuurlijk wordt er uitgebreid stilgestaan bij het geven van voldoende taalkansen en een rijk taalaanbod. De schrijfster werkt dit uit volgens een schema wat bekend voorkomt vanuit de de aanpak met de VAT-principes.
Binnen een rijke taalomgeving hoort het geven van veel taalaanbod in allerlei dagelijkse situaties (impliciet en expliciet). Vervolgens wordt er impliciet taal-feedfback gegeven en ontstaan er weer nieuw taalkansen.
Door het creëren van een rijke taalomgeving werkt de volwassene preventief om latere taalproblemen te voorkomen.
Bron: Al Pratend wijs, Eveline Bogers, blz 17.
Wat het boek waardevol maakt zijn de vele voorbeelden uit de praktijk waarmee de schrijfster de inhoud verduidelijkt.
Je krijgt tijdens het lezen van het boek een goed beeld hoe je de theorie kunt vertalen naar de praktijk. Vooral dit laatste is een belangrijk onderdeel waar vaak nog over wordt gestruikeld, want hoe voer je dit dan uit bij jou in de groep of in de klas?
In de eerste twee hoofdstukken wordt uitgebreid stilgestaan bij de verschillende taalfases en mijlpalen van de mondelinge taalvaardigheid en de taalverwerving bij het jonge kind.
Pragmatische vaardigheden leren kinderen vooral door interactie met andere kinderen en volwassenen.
Bron: Al pratend wijs, Eveline Bogers , blz. 40
Achtereenvolgens worden de vijf onderdelen van de taalontwikkeling beschreven met herkenbare praktische voorbeelden waardoor de soms lastige theorie een stuk herkenbaarder wordt voor jou als lezer.
Daarnaast wordt steeds het belang van iedere fase onderbouwd, de invloed van meertaligheid wordt besproken en het belang van vroege signalering benadrukt.
Behalve dat een goede mondelinge taalvaardigheid cruciaal is voor de lees- en schrijfontwikkeling- en dus schoolsucces- heeft deze ook invloed op het welbevinden van kinderen.
Bron: Al pratend wijs, Eveline Bogers, blz 11.
In het derde hoofdstuk lees je meer over het voorkomen van mondelinge taalproblemen en het inzetten van interventies met duidelijke effectgrootte. Met voorbeelden worden onder meer de interventies zoals De Viertakt, Close Reading, Zicht en Recast of VAT principes Bereslim kort besproken.
Een taalontwikkelingsstoornis (TOS) en het verschil met een taalachterstand wordt in het vierde hoofdstuk behandeld. Helaas bevat dit hoofstuk maar 11 pagina’s. Desondanks wordt kort stilgestaan bij de signalen van een TOS, het ontstaan en meertalighheiod met een TOS. Het is fijn om te ontdekken dat we wel even extra aandacht wordt gevraagd voor de sociaal- emotionele impact die een TOS veroorzaakt.
Bij iemand met een taalontwikkelingsstoornis wordt taal anders verwerkt in de hersenen, waardoor miscommunicatie kan ontstaan.
Kinderen met een TOS die hun gevoelens niet onder woorden kunnen brengen laten regelmatig ongewenst of gefrustreerd gedrag zien.
Bron: Al pratend wijs, Evelien Bogers, blz 101-102
Over taalontwikkelingsstoornis kun je diverse blogs vinden op deze website.
In het boek van Heleen Gorter: Vechten voor mijn kind met een TOS lees je vooral veel terug over de impact van een TOS op het kind en het hele gezin.
Zij heeft haar inspirerende verhaal ook verteld in mijn Podcast TOS en de digitale wereld, Seizoen 1, aflevering 2.
In de laatste 2 hoofdstukken vind je vooral veel handige en praktische informatie over vroegtijdig signaleren, wel of niet doorkleuteren en ouderbetrokkenheid.
Met praktische voorbeelden van observatie-instrumenten en observatietips kun je als lezer direct de link naar de praktijk maken.
Vooral het belang van voorlichting vanuit school of opvang, schoolbrede voorlichtingsmomenten en stimuleringsprogramma’s komt hier terug. Daarnaast krijg je een fijne lijst met algemene tips en effectieve interventies met voorbeeldactiviteiten die je direct met ouders kunt delen.
Natuurlijk blijft het belangrijk om als professional te kijken naar wat er per kind en per thuissituatie passend is bij de mondelinge taalvaardigheid.
Met dit boek heb je een praktisch handboek tot je beschikking waarmee je gericht kunt gaan observeren en effectief kunt handelen of remediëren. Zowel in een voorschoolse setting als in een kleutergroep in het PO.
Eigenlijk zou iedereen die met jonge kinderen werkt dit boek gelezen moeten hebben. Mondelinge taalvaardigheid is de basis voor het verdere leren en het schoolsucces. Het is niet altijd iets wat vanzelf op gang komt en mag daarom meer doelgerichte en expliciete aandacht krijgen in de praktijk.
Meer lezen over mondelinge taalvaardigheid en leerlijnen?Bekijk dan mijn artikel hier op de website over woordenschat en leerlijnen.
Volg jij een bepaalde methode, gebruik je vaste interventies of heb je andere aanvullingen? Laat ze hier in een reaktie even achter. Samen kunnen we elkaar inspireren.
Heb jij ook een mooie tip of een idee voor een blog? Of heb je een vraag naar aanleiding van een blog? Laat het mij weten in een reactie.
In dit blog review ik het boek Bordwerk en aantekeningen van Marcel Schmeier. De titel gaf mij in eerste instantie het idee dat dit een nieuwe kijk zou zijn op visualiseren in de klas. Dit blijkt niet het geval, maar desondanks heb ik het met veel plezier doorgelezen.
Vanuit mijn werk met leerlingen met een taalontwikkelingsstoornis en hun afhankelijkheid van goede visualisering van een les was ik erg nieuwsgierig naar de inhoud van dit boek.
Hieronder kun je lezen wat ik uit dit boek heb gehaald voor mijn werk als ambulant dienstverlener cluster 2.
Het boek is opgebouwd uit 5 hoofdstukken en heeft totaal 184 pagina’s.
Het begint met een hoofdstuk over de geschiedenis van het bordwerk in de klas. Hier kun je lezen hoe men in de oudheid en later in de daaropvolgende eeuwen lesgaf en wie het schoolbord heeft uitgevonden. Verder deelt de schrijver collectieve onderwijskennis over bordwerk.
Het hele boek , en ook dit hoofdstuk, is doorspekt is met voorbeelden waarmee je meteen een beeld krijgt van goed en doordacht bordwerk.
De schrijver spreekt van collectieve onderwijskennis over bordwerk, de kennis van alles wat de leerkracht op het bord schrijft ter verduidelijking van de mondelinge uitleg en wat bijdraagt aan het behalen van het lesdoel.
Het gaat dus om didactisch bordwerk en niet om kunstzinnige bordtekeningen zoals je vaak ziet bij verjaardagen of feesten.
Hiermee is de toon gezet. De schrijver geeft in dit hele boek eigenlijk een les over het gebruikmaken van visualisaties in de klas. En dan bedoelt hij niet een plaatje toevoegen van internet, of een lijstje met icoontjes ophangen voor het dagrooster.
Nee, hij bedoelt hiermee het stevig visueel opbouwen van je lesinhoud. Jouw leerlingen meenemen op een visuele reis door de les.
(Foto via Twitter@onderwijsgek)
Vanuit kennis uit het verleden en oude bronnen komt de schrijver van dit boek tot 5 aspecten voor effectief bordgebruik.
Deze 5 aspecten kun je mijns inziens rechtstreeks overnemen wanneer je na gaat denken over visualiseren bij leerlingen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS).
Mijn persoonlijke toevoeging:
Zorg voor een ankerplek in je klas, waar de leerling een bordschets of bordschema terug kan vinden. Denk daarbij bijvoorbeeld aan een taalmuur.
Met de digitale borden van tegenwoordig is een print van een bordschets of schema snel gemaakt. Dit sluit goed aan bij de inhoud van het derde hoofdstuk.
In het boek kom je heel veel voorbeelden tegen van bordschetsen en aantekeningen waarbij je de leerlingen ook opdrachten geeft om het bordwerk na te tekenen en aan te vullen.
Hiermee kom je bij TOSleerlingen tegemoet aan de vraag om tijd. Taalverwerking kost meer tijd bij deze leerlingen. Taal vervliegt sneller, wanneer je tussendoor dingen kunt noteren en visualiseren beklijft de informatie beter.
Zelf ga je vertragen doordat je meer tijd gaat besteden aan je bordwerk, dit vertraagt je les.
Door ordelijk en netjes te werken, zonder haast en met een duidelijke opbouw ben je in meerdere opzichten een voorbeeld voor je leerlingen.
Het is mooi om te ontdekken hoe bordwerk ook weer aansluit bij de doelstellingen en gedachten achter ondersteunend tekenen bij TOS.
In het tweede hoofdstuk van dit boek lees je meer over de opkomst van het digibord, over didactische dilemma’s rondom gepersonaliseerd onderwijs en opmerkelijk genoeg over heel veel leerkrachten die naast het digibord met zijn vele mogelijkheden, ook graag een versie van het oude krijtbord terug willen in hun lokaal en dat inmiddels ook voor elkaar hebben gekregen.
Het gedeelte over aandacht , concentratie en focus heb ik met extra aandacht doorgelezen. Schermtijd is een groot discussiepunt, het digibord is tenslotte ook een beeldscherm.
Zeker in tijden van de lockdown willen we niet dat de kinderen teveel tijd achter een scherm doorbrengen.
Het pleidooi om een balans te vinden tussen analoog en digitaal lesgeven onderschrijf ik. Gebruik een digibord wijs, zet het in zoals het bedoeld is. Gebruik het voor bijvoorbeeld de 3D modellen, bewegende beelden om de kennis van de wereld binnen te halen en lesstof interactief te maken. Durf daarnaast te kiezen voor bordschema’s en aantekeningen die de leerlingen kunnen en mogen overnemen.
Dit geeft een goed moment van focus, rust en stilte. Dit versterkt het groepsgevoel en leert kinderen meteen een studiehouding aan. Focus in een wereld vol afleiding vraagt om klaslokalen met rust.
Bron: Blz 82: Bordwerk en aantekeningen, Marcel Schmeier
In het derde hoofdstuk vind je een aantal goede tips en belangrijke elementen over bordwerk en de verschillende borden die tegenwoordig in alle klassen te vinden zijn.
- De kracht van schrijven op het schoolbord is dat de inhoud van de les langzaam wordt gedeeld met de leerlingen. Dit noem ik ‘slow teaching’.
- Goed bordwerk activeert de leerlingen. laat ze daarom overnemen, aanvullen, verklaren en stel er vele vragen over.
- Zorg ervoor dat het bord voor iedereen goed zichtbaar is, ook vanaf de zijkanten en achterin de klas.
Bron: blz 88: Bordwerk en aantekeningen, Marcel Schmeider
In het derde hoofdstuk vind je voorbeelden van bordwerk met veel afbeeldingen en quotes van onderzoekers.
In het vierde hoofdstuk lees je meer over de kracht van aantekeningen en de verschillende soorten aantekeningen zoals Cornell-aantekeningen, Visuele aantekeningen en kenniskaarten. Vooral ook handig voor de minder begaafde tekenaars onder ons.
In het laatste hoofdstuk vind je tenslotte mooie kleurrijke voorbeelden van prachtige bordwerk en aantekeningen van leerlingen. Ingestuurd door leerkrachten uit heel Nederland en België.
Hierdoor krijg je meteen zin om morgen aan de slag te gaan met beter bordwerk in jouw klas.
Na het lezen van dit boek ben ik zeer zeker geïnspireerd geraakt door de vele voorbeelden van bordwerk en aantekeningen om meer te gaan doen met visualiseren.
Vooral het pleidooi om het whiteboard, wat vaak naast een digibord hangt, effectiever te gaan gebruiken voor een bordschema of aantekeningen spreekt mij erg aan. Om dit langzaam gedurende de les of de lesweek te laten staan en steeds verder aan te vullen. Dit vergt voor heel veel leerkrachten een stukje omdenken. Die whiteboards worden nu voornamelijk ingezet voor dagroosters, korte reminders of terloopse notities. Wat als we dit nu eens anders zouden gaan doen?
De 5 aspecten voor effectief bordgebruik sluiten heel goed aan bij de onderwijsbehoeften van heel veel leerlingen, maar zeker ook bij die van TOSleerlingen.
Wanneer een TOS leerling ambulante begeleiding krijgt is vraag om visualiseren in heel veel ondersteuningsdocumenten terug te vinden.
Hoe en wat dit inhoudt wordt helaas lang niet altijd uitgelegd aan de leerkrachten die het daadwerkelijk moeten gaan uitvoeren.
Met dit boek heb je hierbij een goede aanvulling voor die leerkrachten die vragen hebben bij de praktische invulling hiervan.
Het boek is zeker ook een aanrader voor iedereen die zich meer wil verdiepen in visualiseren en visueel lesgeven in de klas. Heel veel leerlingen zullen erbij gebaat zijn.
Veel oudere leerkrachten zullen dingen herkennen uit vroeger tijden, toen het krijtbord nog in de klas hing.
Ik ben benieuwd of we met dit boek het ‘slowteachen’ met behulp van goed opgebouwde visualiseringen weer in ere kunnen herstellen in de klaslokalen van nu!
Doelgroep: po/vo
Auteur: Marcel Schmeier
Uitgeverij Pica € 16,95
Bij het boek hoort een gratis download zoals je die hierboven ziet.
Klik op de afbeelding om te downloaden.
Hoe gebruik jij je digibord en je whiteboard in de klas?
Heb jij ook een mooie tip of een idee voor een blog? Of heb je een vraag naar aanleiding van een blog? Laat het mij weten in een reactie.
Marcel van As is onderwijsadviseur bij Edux en geeft als expert regelmatig inspiratiesessies rondom de aanpak: Close Reading.
Marcel heeft daarnaast onder meer als leerkracht gewerkt op een cluster 2 school in Goes.
In deze podcast deelt hij zijn visie op Close Reading en geeft hij antwoord op een aantal van mijn vragen. Want hoe kun je TOSleerlingen optimaal betrekken bij de Close Reading sessies?
“Begrijpend lezen is geen vak!
Het is een integratieve vaardigheid die ook nog eens heel complex is. De wereld kunnen begrijpen is heel erg belangrijk.
Zoals Paulo Freire al zei: “Laten we de kinderen niet leren om het woord te lezen, maar om de wereld te lezen. (vrij vertaald)
En dat is voor mij nog steeds wel een belangrijk motto!”
Sinds januari 2020 werkt Marcel als onderwijsadviseur. Daarvoor was hij directeur op een basisschool in Middelburg.
Zijn kennis en interesse van en voor TOS leerlingen stamt uit zijn tijd daarvoor. Hij heeft bijna 9 jaar als leerkracht en later als teamleider gewerkt binnen het cluster 2 onderwijs bij de koninklijke Aurisgroep in Goes.
In 2012 behaalde hij zijn Master’s degree in ecologische pedagogiek.
Marcel is bereikbaar via zijn Linkedinprofiel
Aan het eind van het gesprek heeft Marcel een aantal prachtige tips. Specifiek voor leerkrachten met taalzwakke leerlingen in de klas deelt hij mooie adviezen. Maar voor de ambulant dienstverleners en begeleiders van leerlingen met een TOS die luisteren heeft hij ook een aantal praktische adviezen.
Close Reading en TOS, gaat dat samen? Hoe hou je leerlingen met een TOS of leerlingen met een taalachterstand of zwakke lezers actief betrokken bij de diverse sessies? Lees er meer over in mijn uitgebreidere artikel Close Reading en TOS.
Seizoen 1, Aflevering 8 | 44 min
De pagina die u zocht kon niet gevonden worden. Probeer uw zoekopdracht te verfijnen of gebruik de bovenstaande navigatie om deze post te vinden.
Stuur mij een mail via info@digitaalspeciaal.nl
Volg vanuit je eigen huiskamer op jouw eigen tempo en tijdstip mijn online trainingen en masterclasses.
Via deze mailinglijst ontvang je meteen een kortingscode waarmee je kortingen kunt krijgen tot 50%!
Ook ontvang je als eerste het laatste nieuws over de Digitaalspeciaal Online Academy.